Chords for Jacques Brel - Burgerij-(Les Bourgeois)
Tempo:
116.2 bpm
Chords used:
B
F#
G
A
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret

Start Jamming...
[Bm]
Dronk een [E] dal en [A] dwaas, beet ik [G] in mijn bier,
Bij de dikke [F#]
sianen uit mond verland.
[B] Ik dronk een glas [A] met klaas, ik dronk een glas [G] met bier,
En sprong er [F#] aardig uit de [B] Die klaas.
Hij [Em] voelde zich een [A] daante,
Die bierfou [D]
Cazanova zijn.
[G] En ik, [C#] de superarrogante,
Ik dacht dat [F#] ik mezelf kon zijn.
[B] En om twaalf [A] uur, als de burger [G] troep,
Uitsging uit [F#] hotel de koud verzan.
[Bm] Dan scholden wij ze [C] poep en zongen wij vol [F#] vuur,
Pet in de hand.
[B] Burgerijen, mannen van het jaar en huren,
Met de [F#] burgerkliek, [B] met de vieze warkens.
Burgerijen, kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is snouwen.
[B] [Bm]
Dronk een dal [A] en dwaas, beet ik in [G] mijn bier,
Bij de dikke [F#] sianen uit mond verland.
[B] Ik dronk een vet [A] met klaas, ik dronk een flus met [G] bier,
En sprong er [F#] aardig uit de band.
[B] Klaas [A] daante, danste als m'n daante,
En [D] Cazanova was te bang.
[G] Maar ik, [C#] de superarrogante,
Ik was zelfs voor [F#] mezelf niet bang.
[B] En om twaalf [A] uur, als de burger [G] troep,
Uitsging uit [E] hotel de koud verzan.
[Bm] Dan scholden wij ze [Em] poep en zongen wij [F#] vol vuur,
Met in [B] de [F#] hand.
[B] Burgerijen, mannen van het jaar en huren,
Met de [F#] burgerkliek, met de [B] vieze warkens.
Burgerijen, kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is snouwen.
[Bm]
Elk [Dm] instinct, de baas, zoek ik [G#] mijn portier,
S [F#]'avonds in hotel de koud verzan.
Met de meester, [A] dokter Klaas, en met [G] notarispier,
Bespreek ik [C#] daar de havenkrant.
[B] En [A] Klaas citeert eens wat uit daante,
Of bier [A#] haalt Cazanova [G] aan.
En ik, [C#] ik bleef de superarrogante,
Ik haal nog steeds mijn eigen woorden [B] aan.
Maar gaan wij naar [A] huis, meneer de brigadier,
[G] Dan staat daar [D#] bij die schaan uit [B] Montferland,
[G] Een hele [Em] troep gespuisd, [D#] dronken van oud bier.
Dat zingt dan van
[Bm] Burgerijen, [B] mannen van het jaar nul,
[F#] Met de burgerkliek, met de [B] vieze warkens.
Ja, meneer de brigadier, dat zingt ze.
[B]
Burgerijen, [F#m] kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is snouwen.
[B] [N]
Dronk een [E] dal en [A] dwaas, beet ik [G] in mijn bier,
Bij de dikke [F#]
sianen uit mond verland.
[B] Ik dronk een glas [A] met klaas, ik dronk een glas [G] met bier,
En sprong er [F#] aardig uit de [B] Die klaas.
Hij [Em] voelde zich een [A] daante,
Die bierfou [D]
Cazanova zijn.
[G] En ik, [C#] de superarrogante,
Ik dacht dat [F#] ik mezelf kon zijn.
[B] En om twaalf [A] uur, als de burger [G] troep,
Uitsging uit [F#] hotel de koud verzan.
[Bm] Dan scholden wij ze [C] poep en zongen wij vol [F#] vuur,
Pet in de hand.
[B] Burgerijen, mannen van het jaar en huren,
Met de [F#] burgerkliek, [B] met de vieze warkens.
Burgerijen, kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is snouwen.
[B] [Bm]
Dronk een dal [A] en dwaas, beet ik in [G] mijn bier,
Bij de dikke [F#] sianen uit mond verland.
[B] Ik dronk een vet [A] met klaas, ik dronk een flus met [G] bier,
En sprong er [F#] aardig uit de band.
[B] Klaas [A] daante, danste als m'n daante,
En [D] Cazanova was te bang.
[G] Maar ik, [C#] de superarrogante,
Ik was zelfs voor [F#] mezelf niet bang.
[B] En om twaalf [A] uur, als de burger [G] troep,
Uitsging uit [E] hotel de koud verzan.
[Bm] Dan scholden wij ze [Em] poep en zongen wij [F#] vol vuur,
Met in [B] de [F#] hand.
[B] Burgerijen, mannen van het jaar en huren,
Met de [F#] burgerkliek, met de [B] vieze warkens.
Burgerijen, kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is snouwen.
[Bm]
Elk [Dm] instinct, de baas, zoek ik [G#] mijn portier,
S [F#]'avonds in hotel de koud verzan.
Met de meester, [A] dokter Klaas, en met [G] notarispier,
Bespreek ik [C#] daar de havenkrant.
[B] En [A] Klaas citeert eens wat uit daante,
Of bier [A#] haalt Cazanova [G] aan.
En ik, [C#] ik bleef de superarrogante,
Ik haal nog steeds mijn eigen woorden [B] aan.
Maar gaan wij naar [A] huis, meneer de brigadier,
[G] Dan staat daar [D#] bij die schaan uit [B] Montferland,
[G] Een hele [Em] troep gespuisd, [D#] dronken van oud bier.
Dat zingt dan van
[Bm] Burgerijen, [B] mannen van het jaar nul,
[F#] Met de burgerkliek, met de [B] vieze warkens.
Ja, meneer de brigadier, dat zingt ze.
[B]
Burgerijen, [F#m] kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is snouwen.
[B] [N]
Key:
B
F#
G
A
Bm
B
F#
G
_ _ [Bm] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ Dronk een [E] dal en [A] dwaas, beet ik [G] in mijn bier,
Bij de dikke [F#]
sianen uit mond verland.
[B] Ik dronk een glas [A] met klaas, ik dronk een glas [G] met bier,
En sprong er [F#] aardig uit de_ [B] Die klaas.
Hij [Em] voelde zich een [A] daante,
Die bierfou [D]
Cazanova zijn.
[G] En ik, [C#] de superarrogante,
Ik dacht dat [F#] ik mezelf kon zijn.
[B] En om twaalf [A] uur, als de burger [G] troep,
Uitsging uit [F#] hotel de koud verzan.
[Bm] Dan scholden wij ze [C] poep en zongen wij vol [F#] vuur,
Pet in de hand.
_ [B] Burgerijen, mannen van het jaar en huren,
Met de [F#] burgerkliek, [B] met de vieze warkens.
_ Burgerijen, kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is _ snouwen.
_ _ [B] _ _ [Bm] _ _
_ _ _ Dronk een dal [A] en dwaas, beet ik in [G] mijn bier,
Bij de dikke [F#] sianen uit mond verland.
[B] Ik dronk een vet [A] met klaas, ik dronk een flus met [G] bier,
En sprong er [F#] aardig uit de band.
[B] _ Klaas [A] daante, danste als m'n daante,
En [D] Cazanova was te bang.
[G] Maar ik, [C#] de superarrogante,
Ik was zelfs voor [F#] mezelf niet bang.
[B] En om twaalf [A] uur, als de burger [G] troep,
Uitsging uit [E] hotel de koud verzan.
[Bm] Dan scholden wij ze [Em] poep en zongen wij [F#] vol vuur,
Met in [B] de [F#] hand.
_ [B] _ Burgerijen, mannen van het jaar en huren,
Met de [F#] burgerkliek, met de [B] vieze warkens.
Burgerijen, kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is _ snouwen.
_ _ [Bm] _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Elk [Dm] instinct, de baas, zoek ik [G#] mijn portier,
S [F#]'avonds in hotel de koud verzan.
Met de meester, [A] dokter Klaas, en met [G] notarispier,
Bespreek ik [C#] daar de _ havenkrant.
[B] En [A] Klaas citeert eens wat uit daante,
Of bier [A#] haalt Cazanova [G] aan.
En ik, [C#] ik bleef de superarrogante,
Ik haal nog steeds mijn eigen woorden [B] aan.
Maar gaan wij naar [A] huis, meneer de brigadier,
[G] Dan staat daar [D#] bij die schaan uit [B] Montferland,
[G] Een hele [Em] troep gespuisd, [D#] dronken van oud bier.
Dat zingt dan van_
[Bm] Burgerijen, [B] mannen van het jaar nul,
[F#] Met de burgerkliek, met de [B] vieze warkens.
Ja, meneer de brigadier, dat zingt ze.
[B]
Burgerijen, [F#m] kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is snouwen.
[B] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ Dronk een [E] dal en [A] dwaas, beet ik [G] in mijn bier,
Bij de dikke [F#]
sianen uit mond verland.
[B] Ik dronk een glas [A] met klaas, ik dronk een glas [G] met bier,
En sprong er [F#] aardig uit de_ [B] Die klaas.
Hij [Em] voelde zich een [A] daante,
Die bierfou [D]
Cazanova zijn.
[G] En ik, [C#] de superarrogante,
Ik dacht dat [F#] ik mezelf kon zijn.
[B] En om twaalf [A] uur, als de burger [G] troep,
Uitsging uit [F#] hotel de koud verzan.
[Bm] Dan scholden wij ze [C] poep en zongen wij vol [F#] vuur,
Pet in de hand.
_ [B] Burgerijen, mannen van het jaar en huren,
Met de [F#] burgerkliek, [B] met de vieze warkens.
_ Burgerijen, kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is _ snouwen.
_ _ [B] _ _ [Bm] _ _
_ _ _ Dronk een dal [A] en dwaas, beet ik in [G] mijn bier,
Bij de dikke [F#] sianen uit mond verland.
[B] Ik dronk een vet [A] met klaas, ik dronk een flus met [G] bier,
En sprong er [F#] aardig uit de band.
[B] _ Klaas [A] daante, danste als m'n daante,
En [D] Cazanova was te bang.
[G] Maar ik, [C#] de superarrogante,
Ik was zelfs voor [F#] mezelf niet bang.
[B] En om twaalf [A] uur, als de burger [G] troep,
Uitsging uit [E] hotel de koud verzan.
[Bm] Dan scholden wij ze [Em] poep en zongen wij [F#] vol vuur,
Met in [B] de [F#] hand.
_ [B] _ Burgerijen, mannen van het jaar en huren,
Met de [F#] burgerkliek, met de [B] vieze warkens.
Burgerijen, kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is _ snouwen.
_ _ [Bm] _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Elk [Dm] instinct, de baas, zoek ik [G#] mijn portier,
S [F#]'avonds in hotel de koud verzan.
Met de meester, [A] dokter Klaas, en met [G] notarispier,
Bespreek ik [C#] daar de _ havenkrant.
[B] En [A] Klaas citeert eens wat uit daante,
Of bier [A#] haalt Cazanova [G] aan.
En ik, [C#] ik bleef de superarrogante,
Ik haal nog steeds mijn eigen woorden [B] aan.
Maar gaan wij naar [A] huis, meneer de brigadier,
[G] Dan staat daar [D#] bij die schaan uit [B] Montferland,
[G] Een hele [Em] troep gespuisd, [D#] dronken van oud bier.
Dat zingt dan van_
[Bm] Burgerijen, [B] mannen van het jaar nul,
[F#] Met de burgerkliek, met de [B] vieze warkens.
Ja, meneer de brigadier, dat zingt ze.
[B]
Burgerijen, [F#m] kammerzwijnen spullen,
Al die [F#] burger is snouwen.
[B] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _