Chords for Jack Parow - Tussen Stasies (ft. Die Heuwels Fantasties)
Tempo:
79.925 bpm
Chords used:
C
Am
F
G
Fm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bm] [Am]
[C] [F]
[C] [Am] Ik heb al veel goed verloren en nooit ooit weer [C] gevonden.
Ik heb al veel voor mijn moeder gezegd.
Ik ben niet meer [Fm] een kind.
Het leven is een hart en ik versta niet meer die punten.
Ik sta langs een groot [C] hoop hout maar ik word niet meer [Am] een flint.
Ik krijg koud op mijn eigen spits.
Een klein beetje [C] warm trammel is rijk van die liefde.
En ik zal weer [F] die arms tussen me gedaan.
Voel ik of ik dood ga van die honger.
Ik was een leeuw, vol [Am] in mijn maag.
Ik wegkrijp in die donkerderks.
Gebreed van binnen, zo zal mijn speelgoed van toen [D] ik klein was.
En als ik vandaag weg stap zal mijn groet passen.
[Fm] Een klein taartje zoekt het een klein taartje.
Zoals ik het assen maar ik kan afwarten.
Maar die soldaat loopt [C] hier meer.
Bombardeer mij met die [Am] traag gas.
Ik leeg onder een lapje voorbij en wil weer mijn [B] blokjes aanlaten.
Maar als een kwaai komt langs mijn bed en hij schreeuwt voor mijn [Fm] schaar.
Zo ik trek ik hem weg, zo mijn kop in licht.
Mijn voeten in stapje [C] lang.
Patten mijn pa als een groot zoen.
Ik sta aan het einde [Am] van die laag.
Wat [Em] was die voor?
[F] Was mijn donkerder afvoer.
Ik sta aan het einde [G] van die laag.
[C] De droog zwarte.
Nog [Am] niet stroomt er wat ik wil.
Hou [F] je op.
Sta je vast.
Langs [C] jouw zij.
[G] Is [C] jij nog ooit van mij.
Zal [Dm] jij mij bijna [F] in mijn [C] poorten krijgen.
[Am] Ons houd vast aan elkaar.
Maar niemand gaat ooit rechtig [Bm] jouw na wees nie.
Ons schrijft brieven [C] van elkaar.
Wat ons nooit [Fm] rechtig hees nie.
Want er is altijd een verloorder in Russian Roulette.
Ik moet uitgaan.
Ik moet werken.
Maar ik zit vast in die [Am] bed.
Ik stap rond en zoek zetplekken.
Lege [Bm] gebouwen.
Ik probeer mijzelf puntend drank in lege [C] verhouding.
Ik zit en schrijf gedichten.
Maar moordweg gedichten.
Dichtjes.
En ik schreef volle bos in de and.
Mijn kop in die [Am] kist.
En ik leef een ure in die wacht.
Met mijn kop onder die [Bm] water.
Ik sla op op een ogenblad.
Om die [Em] werel te maken. [Fm] Blad is.
Ik moet wachten.
Niet aanbewegen.
Om sla raf in mijn gevoel.
En zo ik stap.
Ik [G] rap leeg.
Groot acties zonder [Am] bijbediening.
Ik zit alleen op één punt.
Van die [D] bladblank.
Ik witte alweer voor één [C] zetplek.
Maar [F] ik zit lang.
Ik wacht voor die man.
Om op te springen.
Aan die ene kant.
Maar die vingers van mijn [G] gevoel in kaap.
Liepen mij [C] verstaan.
Ik sta op die einde [Am] van die laag.
Van het [Em] bloed die spoed.
[F] Daar is geen donker.
Daarvoor ik sta in beeld.
[G] Ik [C] ben trots maar ver.
En als [Am] dit.
Zulte wat ik wil. [F] Maar ja.
Ik ben trots maar ver.
Ik sta hier vast.
Langs [C] jouw zand.
Ik heb al ver gewend.
En bij een ver [A] verloor.
Ik heb al bij een gevoel.
[E] Op die leven.
Mijn persoon.
[Fm] Ik heb al bij een gezet.
Op die boorkant van een berg.
Ik heb al bij een gezet.
[G] In die voorkant van die [C] kerk.
Mijn terug naar die langvloer.
In mijn oma's [Am] plaats.
Ik wil samen met mijn zus.
De fysicapen.
In die krol.
[F] In die acht.
Ik wil zitten op mijn opa's voet.
En stories horen van die verleden.
Ik wil rondrijden door die [G] gras.
Totdat ik lam word.
In die [C]
knieën. Omstaanbaar.
[Am] [C] [F] [G] [C]
[Am] [C] [F]
[G] [E] [Am]
[Dm] [F] [C]
[E]
[C] [F]
[C] [Am] Ik heb al veel goed verloren en nooit ooit weer [C] gevonden.
Ik heb al veel voor mijn moeder gezegd.
Ik ben niet meer [Fm] een kind.
Het leven is een hart en ik versta niet meer die punten.
Ik sta langs een groot [C] hoop hout maar ik word niet meer [Am] een flint.
Ik krijg koud op mijn eigen spits.
Een klein beetje [C] warm trammel is rijk van die liefde.
En ik zal weer [F] die arms tussen me gedaan.
Voel ik of ik dood ga van die honger.
Ik was een leeuw, vol [Am] in mijn maag.
Ik wegkrijp in die donkerderks.
Gebreed van binnen, zo zal mijn speelgoed van toen [D] ik klein was.
En als ik vandaag weg stap zal mijn groet passen.
[Fm] Een klein taartje zoekt het een klein taartje.
Zoals ik het assen maar ik kan afwarten.
Maar die soldaat loopt [C] hier meer.
Bombardeer mij met die [Am] traag gas.
Ik leeg onder een lapje voorbij en wil weer mijn [B] blokjes aanlaten.
Maar als een kwaai komt langs mijn bed en hij schreeuwt voor mijn [Fm] schaar.
Zo ik trek ik hem weg, zo mijn kop in licht.
Mijn voeten in stapje [C] lang.
Patten mijn pa als een groot zoen.
Ik sta aan het einde [Am] van die laag.
Wat [Em] was die voor?
[F] Was mijn donkerder afvoer.
Ik sta aan het einde [G] van die laag.
[C] De droog zwarte.
Nog [Am] niet stroomt er wat ik wil.
Hou [F] je op.
Sta je vast.
Langs [C] jouw zij.
[G] Is [C] jij nog ooit van mij.
Zal [Dm] jij mij bijna [F] in mijn [C] poorten krijgen.
[Am] Ons houd vast aan elkaar.
Maar niemand gaat ooit rechtig [Bm] jouw na wees nie.
Ons schrijft brieven [C] van elkaar.
Wat ons nooit [Fm] rechtig hees nie.
Want er is altijd een verloorder in Russian Roulette.
Ik moet uitgaan.
Ik moet werken.
Maar ik zit vast in die [Am] bed.
Ik stap rond en zoek zetplekken.
Lege [Bm] gebouwen.
Ik probeer mijzelf puntend drank in lege [C] verhouding.
Ik zit en schrijf gedichten.
Maar moordweg gedichten.
Dichtjes.
En ik schreef volle bos in de and.
Mijn kop in die [Am] kist.
En ik leef een ure in die wacht.
Met mijn kop onder die [Bm] water.
Ik sla op op een ogenblad.
Om die [Em] werel te maken. [Fm] Blad is.
Ik moet wachten.
Niet aanbewegen.
Om sla raf in mijn gevoel.
En zo ik stap.
Ik [G] rap leeg.
Groot acties zonder [Am] bijbediening.
Ik zit alleen op één punt.
Van die [D] bladblank.
Ik witte alweer voor één [C] zetplek.
Maar [F] ik zit lang.
Ik wacht voor die man.
Om op te springen.
Aan die ene kant.
Maar die vingers van mijn [G] gevoel in kaap.
Liepen mij [C] verstaan.
Ik sta op die einde [Am] van die laag.
Van het [Em] bloed die spoed.
[F] Daar is geen donker.
Daarvoor ik sta in beeld.
[G] Ik [C] ben trots maar ver.
En als [Am] dit.
Zulte wat ik wil. [F] Maar ja.
Ik ben trots maar ver.
Ik sta hier vast.
Langs [C] jouw zand.
Ik heb al ver gewend.
En bij een ver [A] verloor.
Ik heb al bij een gevoel.
[E] Op die leven.
Mijn persoon.
[Fm] Ik heb al bij een gezet.
Op die boorkant van een berg.
Ik heb al bij een gezet.
[G] In die voorkant van die [C] kerk.
Mijn terug naar die langvloer.
In mijn oma's [Am] plaats.
Ik wil samen met mijn zus.
De fysicapen.
In die krol.
[F] In die acht.
Ik wil zitten op mijn opa's voet.
En stories horen van die verleden.
Ik wil rondrijden door die [G] gras.
Totdat ik lam word.
In die [C]
knieën. Omstaanbaar.
[Am] [C] [F] [G] [C]
[Am] [C] [F]
[G] [E] [Am]
[Dm] [F] [C]
[E]
Key:
C
Am
F
G
Fm
C
Am
F
_ _ [Bm] _ _ _ _ [Am] _ _
_ _ _ [C] _ _ _ _ [F] _
_ _ _ _ _ [C] _ [Am] Ik heb al veel goed verloren en nooit ooit weer [C] gevonden.
Ik heb al veel voor mijn moeder gezegd.
Ik ben niet meer [Fm] een kind.
Het leven is een hart en ik versta niet meer die punten.
Ik sta langs een groot [C] hoop hout maar ik word niet meer [Am] een flint.
Ik krijg koud op mijn eigen spits.
Een klein beetje [C] warm trammel is rijk van die liefde.
En ik zal weer [F] die arms tussen me gedaan.
Voel ik of ik dood ga van die honger.
Ik was een leeuw, vol [Am] in mijn maag.
Ik wegkrijp in die donkerderks.
Gebreed van binnen, zo zal mijn speelgoed van toen [D] ik klein was.
En als ik vandaag weg stap zal mijn groet passen.
[Fm] Een klein taartje zoekt het een klein taartje.
Zoals ik het assen maar ik kan afwarten.
Maar die soldaat loopt [C] hier meer.
Bombardeer mij met die [Am] traag gas.
Ik leeg onder een lapje voorbij en wil weer mijn [B] blokjes aanlaten.
Maar als een kwaai komt langs mijn bed en hij schreeuwt voor mijn [Fm] schaar.
Zo ik trek ik hem weg, zo mijn kop in licht.
Mijn voeten in stapje [C] lang.
Patten mijn pa als een groot zoen.
Ik sta aan het einde [Am] van die laag.
Wat [Em] was die voor?
[F] Was mijn donkerder afvoer.
Ik sta aan het einde [G] van die laag.
[C] De droog zwarte.
Nog [Am] niet stroomt er wat ik wil.
Hou [F] je op.
Sta je vast.
Langs [C] jouw zij.
[G] Is [C] jij nog ooit van mij.
Zal [Dm] jij mij bijna [F] in mijn [C] poorten krijgen.
[Am] Ons houd vast aan elkaar.
Maar niemand gaat ooit rechtig [Bm] jouw na wees nie.
Ons schrijft brieven [C] van elkaar.
Wat ons nooit [Fm] rechtig hees nie.
Want er is altijd een verloorder in Russian Roulette.
Ik moet uitgaan.
Ik moet werken.
Maar ik zit vast in die [Am] bed.
Ik stap rond en zoek zetplekken.
Lege [Bm] gebouwen.
Ik probeer mijzelf puntend drank in lege [C] verhouding.
Ik zit en schrijf gedichten.
Maar moordweg gedichten.
Dichtjes.
En ik schreef volle bos in de and.
Mijn kop in die [Am] kist.
En ik leef een ure in die wacht.
Met mijn kop onder die [Bm] water.
Ik sla op op een ogenblad.
Om die [Em] werel te maken. [Fm] Blad is.
Ik moet wachten.
Niet aanbewegen.
Om sla raf in mijn gevoel.
En zo ik stap.
Ik [G] rap leeg.
Groot acties zonder [Am] bijbediening.
Ik zit alleen op één punt.
Van die [D] bladblank.
Ik witte alweer voor één [C] zetplek.
Maar [F] ik zit lang.
Ik wacht voor die man.
Om op te springen.
Aan die ene kant.
Maar die vingers van mijn [G] gevoel in kaap.
Liepen mij [C] verstaan.
Ik sta op die einde [Am] van die laag.
Van het [Em] bloed die spoed.
[F] Daar is geen donker.
Daarvoor ik sta in beeld.
[G] Ik [C] ben trots maar ver.
En als [Am] dit.
Zulte wat ik wil. [F] Maar ja.
Ik ben trots maar ver.
Ik sta hier vast.
Langs [C] jouw zand.
Ik heb al ver gewend.
En bij een ver [A] verloor.
Ik heb al bij een gevoel.
[E] Op die leven.
Mijn persoon.
[Fm] Ik heb al bij een gezet.
Op die boorkant van een berg.
Ik heb al bij een gezet.
[G] In die voorkant van die [C] kerk.
Mijn terug naar die langvloer.
In mijn oma's [Am] plaats.
Ik wil samen met mijn zus.
De fysicapen.
In die krol.
[F] In die acht.
Ik wil zitten op mijn opa's voet.
En stories horen van die verleden.
Ik wil rondrijden door die [G] gras.
Totdat ik lam word.
In die [C]
knieën. Omstaanbaar.
_ [Am] _ _ [C] _ _ [F] _ _ _ _ _ _ [G] _ _ [C] _
_ _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [F] _
_ _ _ _ _ [G] _ [E] _ [Am] _
_ _ _ [Dm] _ _ [F] _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ [E] _
_ _ _ [C] _ _ _ _ [F] _
_ _ _ _ _ [C] _ [Am] Ik heb al veel goed verloren en nooit ooit weer [C] gevonden.
Ik heb al veel voor mijn moeder gezegd.
Ik ben niet meer [Fm] een kind.
Het leven is een hart en ik versta niet meer die punten.
Ik sta langs een groot [C] hoop hout maar ik word niet meer [Am] een flint.
Ik krijg koud op mijn eigen spits.
Een klein beetje [C] warm trammel is rijk van die liefde.
En ik zal weer [F] die arms tussen me gedaan.
Voel ik of ik dood ga van die honger.
Ik was een leeuw, vol [Am] in mijn maag.
Ik wegkrijp in die donkerderks.
Gebreed van binnen, zo zal mijn speelgoed van toen [D] ik klein was.
En als ik vandaag weg stap zal mijn groet passen.
[Fm] Een klein taartje zoekt het een klein taartje.
Zoals ik het assen maar ik kan afwarten.
Maar die soldaat loopt [C] hier meer.
Bombardeer mij met die [Am] traag gas.
Ik leeg onder een lapje voorbij en wil weer mijn [B] blokjes aanlaten.
Maar als een kwaai komt langs mijn bed en hij schreeuwt voor mijn [Fm] schaar.
Zo ik trek ik hem weg, zo mijn kop in licht.
Mijn voeten in stapje [C] lang.
Patten mijn pa als een groot zoen.
Ik sta aan het einde [Am] van die laag.
Wat [Em] was die voor?
[F] Was mijn donkerder afvoer.
Ik sta aan het einde [G] van die laag.
[C] De droog zwarte.
Nog [Am] niet stroomt er wat ik wil.
Hou [F] je op.
Sta je vast.
Langs [C] jouw zij.
[G] Is [C] jij nog ooit van mij.
Zal [Dm] jij mij bijna [F] in mijn [C] poorten krijgen.
[Am] Ons houd vast aan elkaar.
Maar niemand gaat ooit rechtig [Bm] jouw na wees nie.
Ons schrijft brieven [C] van elkaar.
Wat ons nooit [Fm] rechtig hees nie.
Want er is altijd een verloorder in Russian Roulette.
Ik moet uitgaan.
Ik moet werken.
Maar ik zit vast in die [Am] bed.
Ik stap rond en zoek zetplekken.
Lege [Bm] gebouwen.
Ik probeer mijzelf puntend drank in lege [C] verhouding.
Ik zit en schrijf gedichten.
Maar moordweg gedichten.
Dichtjes.
En ik schreef volle bos in de and.
Mijn kop in die [Am] kist.
En ik leef een ure in die wacht.
Met mijn kop onder die [Bm] water.
Ik sla op op een ogenblad.
Om die [Em] werel te maken. [Fm] Blad is.
Ik moet wachten.
Niet aanbewegen.
Om sla raf in mijn gevoel.
En zo ik stap.
Ik [G] rap leeg.
Groot acties zonder [Am] bijbediening.
Ik zit alleen op één punt.
Van die [D] bladblank.
Ik witte alweer voor één [C] zetplek.
Maar [F] ik zit lang.
Ik wacht voor die man.
Om op te springen.
Aan die ene kant.
Maar die vingers van mijn [G] gevoel in kaap.
Liepen mij [C] verstaan.
Ik sta op die einde [Am] van die laag.
Van het [Em] bloed die spoed.
[F] Daar is geen donker.
Daarvoor ik sta in beeld.
[G] Ik [C] ben trots maar ver.
En als [Am] dit.
Zulte wat ik wil. [F] Maar ja.
Ik ben trots maar ver.
Ik sta hier vast.
Langs [C] jouw zand.
Ik heb al ver gewend.
En bij een ver [A] verloor.
Ik heb al bij een gevoel.
[E] Op die leven.
Mijn persoon.
[Fm] Ik heb al bij een gezet.
Op die boorkant van een berg.
Ik heb al bij een gezet.
[G] In die voorkant van die [C] kerk.
Mijn terug naar die langvloer.
In mijn oma's [Am] plaats.
Ik wil samen met mijn zus.
De fysicapen.
In die krol.
[F] In die acht.
Ik wil zitten op mijn opa's voet.
En stories horen van die verleden.
Ik wil rondrijden door die [G] gras.
Totdat ik lam word.
In die [C]
knieën. Omstaanbaar.
_ [Am] _ _ [C] _ _ [F] _ _ _ _ _ _ [G] _ _ [C] _
_ _ _ [Am] _ _ [C] _ _ [F] _
_ _ _ _ _ [G] _ [E] _ [Am] _
_ _ _ [Dm] _ _ [F] _ _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ [E] _