Chords for In de Hemel is de Heer (rapversie)
Tempo:
81 bpm
Chords used:
Em
D
C
B
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C] [D]
[Em] [C] [D]
In [Em] de hemel is de Heer, [D] en zijn glant is [Em] als kristal.
Hij is de Heilige [C] van God, [D] en hij heerst over het [Em] heelal.
Er is macht in [C] zijn woord, als [D] de wateren [Em] bruist zijn stem.
Als de zon op de zee [C] zo blauw, zo [D] is de rijkdom van [B] zijn trouw.
[Em] En aan U alle macht, [D] alle [Em] heerlijkheid en kracht.
En aan U is de eer [D] en de lof, [B] want U regeert.
U regeert.
[D]
[Em] U regeert.
[D]
Ik word wakker, wat ben ik nou mee bezig?
[Em] Skeren dingen door mijn hoofd, ik ben gestoppen het lezen.
En [C] heb dus opgegeven, [D] vanwaar ik voor het gekozen.
Ik [Em] voel nu pas dat het door is van de mooie rozen.
[C] De geur en de kleur is al [D] anders dan van tevoren.
[Em] Een vreemd gevoel dat ik hier niet thuis hoor.
[C] Maar ik ben thuis, ik [D] weet het ook niet meer.
Ik heb [Em] mijn fouten gemaakt, maar heb niets van geleerd.
Ik ben [C] gevallen, en [D] ik heb me bezeerd.
Dus [Em] ik stond op, en ben teruggekeerd.
Al was [C] dat dom, nou misschien.
[D] Maar ik voel het toch, dat ik [Em] het niet verdiende.
En dat er bij zit van mijn vrienden.
[C] Ik moet me sterk houden, [D] maar het kost me power.
En [Em] dus ik doe het niet te stoppen, want ik hoor bouwen.
[C] Ben ik alleen, of [D] is er iemand van me blijven houden?
[Em] Er is macht [C] in zijn woord.
[D] Als de [Em] wateren ruis zijn stem.
Als de zon op de zee [C] zo blauw.
[E] Zo is de rijkdom [B] van zijn [Em] trouw.
En aan u [C] alle macht, [D] alle [Em] heerlijkheid en kracht.
En aan u [C] is de eer [D] en de lof, [B] want u regeert.
[Em] U regeert [C] in onze harten, u regeert [Em] over het heel oud.
U [C] regeert in ons leven, u [D] regeert [B] overal.
[Em] Waar ben je mee bezig?
Je had het goed, en nu gooi je alles weg.
Weet je wat je met je doet?
[E] Je wordt er binnen verder, je praat zonder letters.
[Em] Je hoopt het op, dus je komt niet verder.
Maar denk eens even na, wat ga je nu toch doen?
Hij is je aan het kruisen gaan, dat is wat je zegt.
Staboe, je bent godskind, dus hou je even sterk.
[Em] Je moet verder gaan lezen, en hou je denken niet beperkt.
[C] Nee, dus blijf weg van je skere [Dm] dingen.
En stop met je [Em] geld voor drank op te pinnen.
Je [C] bent erboren, en ook in [D] moeilijke tijd.
Je bent [Em] de koningskind, maar God houdt van je, dat is een feit.
[C] En ook gaat het even fout of [D] even mis.
Je moet [Em] weten dat God klaar voor je is.
Je moet [C] weten dat Gods kant het [D] beste is.
God is [Em] het licht en het donker is [C] niks.
[D]
[Em] Er is macht [C] in zijn woord, [D] als de wateren [Em] bruis zijn slim.
Als de zon [C] op de zee zo blauw,
zo [D] is de rijkdom van [B] zijn trouw.
[Em] En aan u alle macht, [D] alle [Em] eerlijkheid en dank.
En aan [C] u is de eer, [D] en de lof wat u [B] ergeeft.
[Em] En aan [C] [Em]
[C] u is de eer, en de lof [B] wat u ergeeft.
En aan u is de eer, en de lof [Em] wat u ergeeft.
[Em] [C] [D]
In [Em] de hemel is de Heer, [D] en zijn glant is [Em] als kristal.
Hij is de Heilige [C] van God, [D] en hij heerst over het [Em] heelal.
Er is macht in [C] zijn woord, als [D] de wateren [Em] bruist zijn stem.
Als de zon op de zee [C] zo blauw, zo [D] is de rijkdom van [B] zijn trouw.
[Em] En aan U alle macht, [D] alle [Em] heerlijkheid en kracht.
En aan U is de eer [D] en de lof, [B] want U regeert.
U regeert.
[D]
[Em] U regeert.
[D]
Ik word wakker, wat ben ik nou mee bezig?
[Em] Skeren dingen door mijn hoofd, ik ben gestoppen het lezen.
En [C] heb dus opgegeven, [D] vanwaar ik voor het gekozen.
Ik [Em] voel nu pas dat het door is van de mooie rozen.
[C] De geur en de kleur is al [D] anders dan van tevoren.
[Em] Een vreemd gevoel dat ik hier niet thuis hoor.
[C] Maar ik ben thuis, ik [D] weet het ook niet meer.
Ik heb [Em] mijn fouten gemaakt, maar heb niets van geleerd.
Ik ben [C] gevallen, en [D] ik heb me bezeerd.
Dus [Em] ik stond op, en ben teruggekeerd.
Al was [C] dat dom, nou misschien.
[D] Maar ik voel het toch, dat ik [Em] het niet verdiende.
En dat er bij zit van mijn vrienden.
[C] Ik moet me sterk houden, [D] maar het kost me power.
En [Em] dus ik doe het niet te stoppen, want ik hoor bouwen.
[C] Ben ik alleen, of [D] is er iemand van me blijven houden?
[Em] Er is macht [C] in zijn woord.
[D] Als de [Em] wateren ruis zijn stem.
Als de zon op de zee [C] zo blauw.
[E] Zo is de rijkdom [B] van zijn [Em] trouw.
En aan u [C] alle macht, [D] alle [Em] heerlijkheid en kracht.
En aan u [C] is de eer [D] en de lof, [B] want u regeert.
[Em] U regeert [C] in onze harten, u regeert [Em] over het heel oud.
U [C] regeert in ons leven, u [D] regeert [B] overal.
[Em] Waar ben je mee bezig?
Je had het goed, en nu gooi je alles weg.
Weet je wat je met je doet?
[E] Je wordt er binnen verder, je praat zonder letters.
[Em] Je hoopt het op, dus je komt niet verder.
Maar denk eens even na, wat ga je nu toch doen?
Hij is je aan het kruisen gaan, dat is wat je zegt.
Staboe, je bent godskind, dus hou je even sterk.
[Em] Je moet verder gaan lezen, en hou je denken niet beperkt.
[C] Nee, dus blijf weg van je skere [Dm] dingen.
En stop met je [Em] geld voor drank op te pinnen.
Je [C] bent erboren, en ook in [D] moeilijke tijd.
Je bent [Em] de koningskind, maar God houdt van je, dat is een feit.
[C] En ook gaat het even fout of [D] even mis.
Je moet [Em] weten dat God klaar voor je is.
Je moet [C] weten dat Gods kant het [D] beste is.
God is [Em] het licht en het donker is [C] niks.
[D]
[Em] Er is macht [C] in zijn woord, [D] als de wateren [Em] bruis zijn slim.
Als de zon [C] op de zee zo blauw,
zo [D] is de rijkdom van [B] zijn trouw.
[Em] En aan u alle macht, [D] alle [Em] eerlijkheid en dank.
En aan [C] u is de eer, [D] en de lof wat u [B] ergeeft.
[Em] En aan [C] [Em]
[C] u is de eer, en de lof [B] wat u ergeeft.
En aan u is de eer, en de lof [Em] wat u ergeeft.
Key:
Em
D
C
B
E
Em
D
C
_ _ _ _ _ [C] _ _ [D] _
_ [Em] _ _ _ _ [C] _ _ [D] _
_ _ In [Em] de hemel is de Heer, [D] en zijn glant is [Em] als kristal.
Hij is de Heilige [C] van God, [D] en hij heerst over het [Em] heelal.
Er is macht in [C] zijn woord, als [D] de wateren [Em] bruist zijn stem.
Als de zon op de zee [C] zo blauw, zo [D] is de rijkdom van [B] zijn trouw.
[Em] En aan U alle macht, [D] alle [Em] heerlijkheid en kracht.
En aan U is de eer [D] en de lof, [B] want U _ regeert.
U regeert.
[D] _
_ [Em] _ U _ regeert.
[D] _
_ _ _ _ Ik word wakker, wat ben ik nou mee bezig?
[Em] Skeren dingen door mijn hoofd, ik ben gestoppen het lezen.
En [C] heb dus opgegeven, [D] vanwaar ik voor het gekozen.
Ik [Em] voel nu pas dat het door is van de mooie rozen.
[C] De geur en de kleur is al [D] anders dan van tevoren.
[Em] Een vreemd gevoel dat ik hier niet thuis hoor.
[C] Maar ik ben thuis, ik [D] weet het ook niet meer.
Ik heb [Em] mijn fouten gemaakt, maar heb niets van geleerd.
Ik ben [C] gevallen, en [D] ik heb me bezeerd.
Dus [Em] ik stond op, en ben teruggekeerd.
Al was [C] dat dom, nou misschien.
[D] Maar ik voel het toch, dat ik [Em] het niet verdiende.
En dat er bij zit van mijn vrienden.
[C] Ik moet me sterk houden, [D] maar het kost me power.
En [Em] dus ik doe het niet te stoppen, want ik hoor bouwen.
[C] Ben ik alleen, of [D] is er iemand van me blijven houden?
[Em] Er is macht [C] in zijn woord.
[D] Als de [Em] wateren ruis zijn stem.
Als de zon op de zee [C] zo blauw.
[E] Zo is de rijkdom [B] van zijn _ [Em] trouw.
En aan u [C] alle macht, [D] alle [Em] heerlijkheid en kracht.
En aan u [C] is de eer [D] en de lof, [B] want u regeert. _
[Em] U regeert [C] in onze harten, u regeert [Em] over het heel oud.
U [C] regeert in ons leven, u [D] regeert _ [B] overal.
_ _ [Em] _ Waar ben je mee bezig?
Je had het goed, en nu gooi je alles weg.
Weet je wat je met je doet?
[E] Je wordt er binnen verder, je praat zonder letters.
[Em] Je hoopt het op, dus je komt niet verder.
Maar denk eens even na, wat ga je nu toch doen?
Hij is je aan het kruisen gaan, dat is wat je zegt.
Staboe, je bent godskind, dus hou je even sterk.
[Em] Je moet verder gaan lezen, en hou je denken niet beperkt.
[C] Nee, dus blijf weg van je skere [Dm] dingen.
En stop met je [Em] geld voor drank op te pinnen.
Je [C] bent erboren, en ook in [D] moeilijke tijd.
Je bent [Em] de koningskind, maar God houdt van je, dat is een feit.
[C] En ook gaat het even fout of [D] even mis.
Je moet [Em] weten dat God klaar voor je is.
Je moet [C] weten dat Gods kant het [D] beste is.
God is [Em] het licht en het donker is [C] niks.
_ _ _ [D] _
_ _ [Em] Er is macht [C] in zijn woord, [D] als de wateren [Em] bruis zijn slim.
Als de zon [C] op de zee zo blauw,
zo [D] is de rijkdom van [B] zijn trouw.
[Em] En aan u alle macht, [D] alle [Em] eerlijkheid en dank.
En aan [C] u is de eer, [D] en de lof wat u [B] ergeeft.
[Em] En aan [C] _ _ _ _ [Em] _ _ _
[C] u is de eer, en de lof [B] wat u _ ergeeft.
En aan u is de eer, en de lof [Em] wat u ergeeft. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [Em] _ _ _ _ [C] _ _ [D] _
_ _ In [Em] de hemel is de Heer, [D] en zijn glant is [Em] als kristal.
Hij is de Heilige [C] van God, [D] en hij heerst over het [Em] heelal.
Er is macht in [C] zijn woord, als [D] de wateren [Em] bruist zijn stem.
Als de zon op de zee [C] zo blauw, zo [D] is de rijkdom van [B] zijn trouw.
[Em] En aan U alle macht, [D] alle [Em] heerlijkheid en kracht.
En aan U is de eer [D] en de lof, [B] want U _ regeert.
U regeert.
[D] _
_ [Em] _ U _ regeert.
[D] _
_ _ _ _ Ik word wakker, wat ben ik nou mee bezig?
[Em] Skeren dingen door mijn hoofd, ik ben gestoppen het lezen.
En [C] heb dus opgegeven, [D] vanwaar ik voor het gekozen.
Ik [Em] voel nu pas dat het door is van de mooie rozen.
[C] De geur en de kleur is al [D] anders dan van tevoren.
[Em] Een vreemd gevoel dat ik hier niet thuis hoor.
[C] Maar ik ben thuis, ik [D] weet het ook niet meer.
Ik heb [Em] mijn fouten gemaakt, maar heb niets van geleerd.
Ik ben [C] gevallen, en [D] ik heb me bezeerd.
Dus [Em] ik stond op, en ben teruggekeerd.
Al was [C] dat dom, nou misschien.
[D] Maar ik voel het toch, dat ik [Em] het niet verdiende.
En dat er bij zit van mijn vrienden.
[C] Ik moet me sterk houden, [D] maar het kost me power.
En [Em] dus ik doe het niet te stoppen, want ik hoor bouwen.
[C] Ben ik alleen, of [D] is er iemand van me blijven houden?
[Em] Er is macht [C] in zijn woord.
[D] Als de [Em] wateren ruis zijn stem.
Als de zon op de zee [C] zo blauw.
[E] Zo is de rijkdom [B] van zijn _ [Em] trouw.
En aan u [C] alle macht, [D] alle [Em] heerlijkheid en kracht.
En aan u [C] is de eer [D] en de lof, [B] want u regeert. _
[Em] U regeert [C] in onze harten, u regeert [Em] over het heel oud.
U [C] regeert in ons leven, u [D] regeert _ [B] overal.
_ _ [Em] _ Waar ben je mee bezig?
Je had het goed, en nu gooi je alles weg.
Weet je wat je met je doet?
[E] Je wordt er binnen verder, je praat zonder letters.
[Em] Je hoopt het op, dus je komt niet verder.
Maar denk eens even na, wat ga je nu toch doen?
Hij is je aan het kruisen gaan, dat is wat je zegt.
Staboe, je bent godskind, dus hou je even sterk.
[Em] Je moet verder gaan lezen, en hou je denken niet beperkt.
[C] Nee, dus blijf weg van je skere [Dm] dingen.
En stop met je [Em] geld voor drank op te pinnen.
Je [C] bent erboren, en ook in [D] moeilijke tijd.
Je bent [Em] de koningskind, maar God houdt van je, dat is een feit.
[C] En ook gaat het even fout of [D] even mis.
Je moet [Em] weten dat God klaar voor je is.
Je moet [C] weten dat Gods kant het [D] beste is.
God is [Em] het licht en het donker is [C] niks.
_ _ _ [D] _
_ _ [Em] Er is macht [C] in zijn woord, [D] als de wateren [Em] bruis zijn slim.
Als de zon [C] op de zee zo blauw,
zo [D] is de rijkdom van [B] zijn trouw.
[Em] En aan u alle macht, [D] alle [Em] eerlijkheid en dank.
En aan [C] u is de eer, [D] en de lof wat u [B] ergeeft.
[Em] En aan [C] _ _ _ _ [Em] _ _ _
[C] u is de eer, en de lof [B] wat u _ ergeeft.
En aan u is de eer, en de lof [Em] wat u ergeeft. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _