120 Varkens Naar Beiroet Chords by Henk Wijngaard
Tempo:
104.8 bpm
Chords used:
A
D
G
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[D] Ik reis ook dolgraag in mijn [G] truck bij dag en ook bij nacht.
[A] Toen kreeg ik van mijn baas opeens een hele [D] rare vracht.
Gewoonlijk reed ik in de [G] buurt van Emmen tot Angkor.
[A] Nou stuurt hij mij naar buitenland, maar wat koop ik [D] daar nou voor?
[G] Ja, mijn broer die [A] is beamter, [Bm] die zit goed.
Maar [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat [A] je voor geld niet [D] alles doet.
[G] S'nachts sterf ik [A] van de kou [D] en overdag sta [Bm] ik in gloed.
Ja, [D] ik rij honderdtwintig varkens naar Beirut.
[A]
[D] De een rustvlaat stond de liefste [G] en die wilde graag naar Split.
[A] Omdat het op mijn route lag, gaf ik die [D] meid een rit.
Ze klom in mijn cabine en [G] keek me onderzoekend aan.
[A] Ik zag haar hart opdenkend van, waar komt die [D] stank vandaan?
[G] Ze zei, moet [A] u niet stoppen, we hebben [Bm] u misschien niet voor.
Toen [G] zei ik nee, want [A] ik rij varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat je [A] voor geld niet [D] alles doet.
[G] S'nachts sterf ik [A] van de kou en [D] overdag sta [Bm] ik in gloed.
Ja, [D] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Toch al verwegen mijn [G] bestemming, klapt opeens een band.
[A] Mijn vrachtbegint te gieren, ik zet mijn waden [D] aan de kant.
Maar dan wil het mij niet lukken, [G] till me aan het wiel den breuk.
[A] En honderdtwintig varkens liggen samen [D] in een deuk.
[G] Toen zei ik [A] tot mezelf, kop op, [Bm] hou moed.
Jij [G] brengt die [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat je [A] voor geld niet [D] alles doet.
[G] S'nachts sterf ik van [A] de kou en [D] overdag sta ik [Bm] in gloed.
Ja, ik [D] rij [A] honderdtwintig [D] varkens naar Beirut.
[A]
[D] Na achtendachtig uren kwam [G] ik daar dan eindelijk aan.
[A] Ik reed recht naar het slachthuis en daar kwam de [D] baas al aan.
Hij opende de laadklep en [G] hij schreeuwde vol venijn.
[A] Jij moet mij brengen schapen, wij hier niet [D] eten zwijn.
[G] Verwijsterd spring [A] ik dan weer [Bm] in mijn truck.
[G] En mijn wracht hier ligt [A] de knorren van [D] geluk.
[N]
[D] Ik reis ook dolgraag in mijn [G] truck bij dag en ook bij nacht.
[A] Toen kreeg ik van mijn baas opeens een hele [D] rare vracht.
Gewoonlijk reed ik in de [G] buurt van Emmen tot Angkor.
[A] Nou stuurt hij mij naar buitenland, maar wat koop ik [D] daar nou voor?
[G] Ja, mijn broer die [A] is beamter, [Bm] die zit goed.
Maar [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat [A] je voor geld niet [D] alles doet.
[G] S'nachts sterf ik [A] van de kou [D] en overdag sta [Bm] ik in gloed.
Ja, [D] ik rij honderdtwintig varkens naar Beirut.
[A]
[D] De een rustvlaat stond de liefste [G] en die wilde graag naar Split.
[A] Omdat het op mijn route lag, gaf ik die [D] meid een rit.
Ze klom in mijn cabine en [G] keek me onderzoekend aan.
[A] Ik zag haar hart opdenkend van, waar komt die [D] stank vandaan?
[G] Ze zei, moet [A] u niet stoppen, we hebben [Bm] u misschien niet voor.
Toen [G] zei ik nee, want [A] ik rij varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat je [A] voor geld niet [D] alles doet.
[G] S'nachts sterf ik [A] van de kou en [D] overdag sta [Bm] ik in gloed.
Ja, [D] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Toch al verwegen mijn [G] bestemming, klapt opeens een band.
[A] Mijn vrachtbegint te gieren, ik zet mijn waden [D] aan de kant.
Maar dan wil het mij niet lukken, [G] till me aan het wiel den breuk.
[A] En honderdtwintig varkens liggen samen [D] in een deuk.
[G] Toen zei ik [A] tot mezelf, kop op, [Bm] hou moed.
Jij [G] brengt die [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat je [A] voor geld niet [D] alles doet.
[G] S'nachts sterf ik van [A] de kou en [D] overdag sta ik [Bm] in gloed.
Ja, ik [D] rij [A] honderdtwintig [D] varkens naar Beirut.
[A]
[D] Na achtendachtig uren kwam [G] ik daar dan eindelijk aan.
[A] Ik reed recht naar het slachthuis en daar kwam de [D] baas al aan.
Hij opende de laadklep en [G] hij schreeuwde vol venijn.
[A] Jij moet mij brengen schapen, wij hier niet [D] eten zwijn.
[G] Verwijsterd spring [A] ik dan weer [Bm] in mijn truck.
[G] En mijn wracht hier ligt [A] de knorren van [D] geluk.
[N]
Key:
A
D
G
Bm
A
D
G
Bm
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
[D] Ik reis ook dolgraag in mijn [G] truck bij dag en ook bij nacht.
[A] Toen kreeg ik van mijn baas opeens een hele [D] rare vracht.
Gewoonlijk reed ik in de [G] buurt van Emmen tot Angkor.
[A] Nou stuurt hij mij naar buitenland, maar wat koop ik [D] daar nou voor?
[G] Ja, mijn broer die [A] is beamter, [Bm] die zit goed.
Maar [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat [A] je voor geld niet [D] alles doet. _
[G] S'nachts sterf ik [A] van de kou [D] en overdag sta [Bm] ik in gloed.
Ja, [D] ik rij honderdtwintig varkens naar Beirut. _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
[D] De een rustvlaat stond de liefste [G] en die wilde graag naar Split.
[A] Omdat het op mijn route lag, gaf ik die [D] meid een rit.
Ze klom in mijn cabine en [G] keek me onderzoekend aan.
[A] Ik zag haar hart opdenkend van, waar komt die [D] stank vandaan?
[G] Ze zei, moet [A] u niet stoppen, we hebben [Bm] u misschien niet voor.
Toen [G] zei ik nee, want [A] ik rij varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat je [A] voor geld niet [D] alles doet. _
[G] S'nachts sterf ik [A] van de kou en [D] overdag sta [Bm] ik in gloed.
Ja, [D] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut. _
Toch al verwegen mijn [G] bestemming, klapt opeens een band.
[A] Mijn vrachtbegint te gieren, ik zet mijn waden [D] aan de kant.
Maar dan wil het mij niet lukken, [G] till me aan het wiel den breuk.
[A] _ En honderdtwintig varkens liggen samen [D] in een deuk.
[G] Toen zei ik [A] tot mezelf, kop op, [Bm] hou moed.
Jij [G] brengt die [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat je [A] voor geld niet [D] alles doet. _ _
[G] S'nachts sterf ik van [A] de kou en [D] overdag sta ik [Bm] in gloed.
Ja, ik [D] rij [A] honderdtwintig [D] varkens naar Beirut. _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
[D] Na achtendachtig uren kwam [G] ik daar dan eindelijk aan.
[A] Ik reed recht naar het slachthuis en daar kwam de [D] baas al aan.
Hij opende de laadklep en [G] hij schreeuwde vol venijn.
[A] Jij moet mij brengen schapen, wij hier niet [D] eten zwijn.
[G] Verwijsterd spring [A] ik dan weer [Bm] in mijn truck. _
[G] En mijn wracht hier ligt [A] de knorren van [D] geluk. _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
[D] Ik reis ook dolgraag in mijn [G] truck bij dag en ook bij nacht.
[A] Toen kreeg ik van mijn baas opeens een hele [D] rare vracht.
Gewoonlijk reed ik in de [G] buurt van Emmen tot Angkor.
[A] Nou stuurt hij mij naar buitenland, maar wat koop ik [D] daar nou voor?
[G] Ja, mijn broer die [A] is beamter, [Bm] die zit goed.
Maar [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat [A] je voor geld niet [D] alles doet. _
[G] S'nachts sterf ik [A] van de kou [D] en overdag sta [Bm] ik in gloed.
Ja, [D] ik rij honderdtwintig varkens naar Beirut. _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
[D] De een rustvlaat stond de liefste [G] en die wilde graag naar Split.
[A] Omdat het op mijn route lag, gaf ik die [D] meid een rit.
Ze klom in mijn cabine en [G] keek me onderzoekend aan.
[A] Ik zag haar hart opdenkend van, waar komt die [D] stank vandaan?
[G] Ze zei, moet [A] u niet stoppen, we hebben [Bm] u misschien niet voor.
Toen [G] zei ik nee, want [A] ik rij varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat je [A] voor geld niet [D] alles doet. _
[G] S'nachts sterf ik [A] van de kou en [D] overdag sta [Bm] ik in gloed.
Ja, [D] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut. _
Toch al verwegen mijn [G] bestemming, klapt opeens een band.
[A] Mijn vrachtbegint te gieren, ik zet mijn waden [D] aan de kant.
Maar dan wil het mij niet lukken, [G] till me aan het wiel den breuk.
[A] _ En honderdtwintig varkens liggen samen [D] in een deuk.
[G] Toen zei ik [A] tot mezelf, kop op, [Bm] hou moed.
Jij [G] brengt die [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Ja, [G] ik rij [A] honderdtwintig varkens [D] naar Beirut.
Het [G] is te gek wat je [A] voor geld niet [D] alles doet. _ _
[G] S'nachts sterf ik van [A] de kou en [D] overdag sta ik [Bm] in gloed.
Ja, ik [D] rij [A] honderdtwintig [D] varkens naar Beirut. _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
[D] Na achtendachtig uren kwam [G] ik daar dan eindelijk aan.
[A] Ik reed recht naar het slachthuis en daar kwam de [D] baas al aan.
Hij opende de laadklep en [G] hij schreeuwde vol venijn.
[A] Jij moet mij brengen schapen, wij hier niet [D] eten zwijn.
[G] Verwijsterd spring [A] ik dan weer [Bm] in mijn truck. _
[G] En mijn wracht hier ligt [A] de knorren van [D] geluk. _ _ _
_ _ _ [N] _ _ _ _ _