Chords for Geef Me Vleugels
Tempo:
77.1 bpm
Chords used:
F
Eb
Bb
Gm
Gb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Eb] [Cm] [F]
[Bb]
[Eb] [Gm] [Cm] [F] Ik [Bb] mis de zon, [F] ik mis de wind, [Gm] de geur van gras [Dm] en bomen.
[Eb] Ik mis een zacht [Dm] en warm bed [Cm] om nachten in [Eb] te dromen.
[F] Ik mis het [Bb] leven op het land, [F] maar leeg loopt [D] het weg.
[Gm] Een zeemermin [Bb] hoort daar niet thuis, [Eb] maar wel diep in [F] de zee.
Geef [Bb] me [F] vleugels, ik [Eb] wil vliegen op [F] de golven van [Bb] de wind.
Geef [F] me benen en [Eb] lopen naar [D] het geluk dat ik [Gm] niet vind.
[Eb] Want het water is [F] mijn thuis niet, [Eb] maar een grote [Bb] tranenzee.
[Eb] Geef me vleugels, lieve prins, toen [G] neem me [F] mee.
[Bb] Ik voel me soms geen zeemirmin, [Gm] maar wel gewoon een mensje.
[Eb] Meisje met een visse staart, [Cm] met dood gewoon één wensje.
[F] Mijn leven herbeginnen boven water [D] op het land.
[Gm] Lopen, springen in de [Eb] duinen, dansen op [F] het strand.
[Bb] Geef me [F] vleugels, [Gm] ik wil vliegen op de golven van [Bb] de wind.
[F] Geef me benen en [Gm] lopen naar [D] het geluk dat [Gm] ik niet vind.
[Eb] Want het water [F] is mijn thuis niet, maar een grote [Bb] tranenzee.
Geef me vleugels, [Eb] lieve prins, toen [F] neem me mee.
[Bb] Geef me [F] vleugels, [Gm] ik wil vliegen [F] op de golven [Bb] van de wind.
[F] Geef me benen en [Cm] lopen naar [D] het geluk dat [Gm] ik niet vind.
[Eb] Want het water [F] is mijn thuis niet, [Gm] maar een grote [Bb] tranenzee.
[Eb] Geef me vleugels, lieve prins, toen [F] neem me mee.
[Gm]
[F] [Eb] Ik ben niet wie [Bb] ik ben.
[Eb] Hoe kan [Bb] ik ook [Ab] gelukkig [Cm] zijn als ik mezelf [F] niet ken?
[B] Geef me [Gb] vleugels.
[Abm] [Gb] [B]
[Gb] Geef me [Abm] benen.
[Eb] [Abm]
[E] [Gb] [B]
[E] [Gb]
[B] Geef me vleugels.
[Gb] [Abm] Ik wil vliegen [Gb] op de golven [B] van de wind.
[Gb] Geef me benen.
[Abm] Ik wil lopen [Eb] naar het geluk dat [Abm] ik niet vind.
[E] Want het water [Gb] is mijn thuis niet, [Abm] maar een grote tranenzee.
Geef me vleugels, [E] lieve prins, toen [Gb] neem me mee.
[E] Neem me mee.
[Abm]
[Em] Neem me mee.
[B] [E] [Gb]
[B]
[Gb] [B] [Bm]
[B]
[Bb]
[Eb] [Gm] [Cm] [F] Ik [Bb] mis de zon, [F] ik mis de wind, [Gm] de geur van gras [Dm] en bomen.
[Eb] Ik mis een zacht [Dm] en warm bed [Cm] om nachten in [Eb] te dromen.
[F] Ik mis het [Bb] leven op het land, [F] maar leeg loopt [D] het weg.
[Gm] Een zeemermin [Bb] hoort daar niet thuis, [Eb] maar wel diep in [F] de zee.
Geef [Bb] me [F] vleugels, ik [Eb] wil vliegen op [F] de golven van [Bb] de wind.
Geef [F] me benen en [Eb] lopen naar [D] het geluk dat ik [Gm] niet vind.
[Eb] Want het water is [F] mijn thuis niet, [Eb] maar een grote [Bb] tranenzee.
[Eb] Geef me vleugels, lieve prins, toen [G] neem me [F] mee.
[Bb] Ik voel me soms geen zeemirmin, [Gm] maar wel gewoon een mensje.
[Eb] Meisje met een visse staart, [Cm] met dood gewoon één wensje.
[F] Mijn leven herbeginnen boven water [D] op het land.
[Gm] Lopen, springen in de [Eb] duinen, dansen op [F] het strand.
[Bb] Geef me [F] vleugels, [Gm] ik wil vliegen op de golven van [Bb] de wind.
[F] Geef me benen en [Gm] lopen naar [D] het geluk dat [Gm] ik niet vind.
[Eb] Want het water [F] is mijn thuis niet, maar een grote [Bb] tranenzee.
Geef me vleugels, [Eb] lieve prins, toen [F] neem me mee.
[Bb] Geef me [F] vleugels, [Gm] ik wil vliegen [F] op de golven [Bb] van de wind.
[F] Geef me benen en [Cm] lopen naar [D] het geluk dat [Gm] ik niet vind.
[Eb] Want het water [F] is mijn thuis niet, [Gm] maar een grote [Bb] tranenzee.
[Eb] Geef me vleugels, lieve prins, toen [F] neem me mee.
[Gm]
[F] [Eb] Ik ben niet wie [Bb] ik ben.
[Eb] Hoe kan [Bb] ik ook [Ab] gelukkig [Cm] zijn als ik mezelf [F] niet ken?
[B] Geef me [Gb] vleugels.
[Abm] [Gb] [B]
[Gb] Geef me [Abm] benen.
[Eb] [Abm]
[E] [Gb] [B]
[E] [Gb]
[B] Geef me vleugels.
[Gb] [Abm] Ik wil vliegen [Gb] op de golven [B] van de wind.
[Gb] Geef me benen.
[Abm] Ik wil lopen [Eb] naar het geluk dat [Abm] ik niet vind.
[E] Want het water [Gb] is mijn thuis niet, [Abm] maar een grote tranenzee.
Geef me vleugels, [E] lieve prins, toen [Gb] neem me mee.
[E] Neem me mee.
[Abm]
[Em] Neem me mee.
[B] [E] [Gb]
[B]
[Gb] [B] [Bm]
[B]
Key:
F
Eb
Bb
Gm
Gb
F
Eb
Bb
_ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [Cm] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ [Gm] _ _ [Cm] _ _ [F] Ik [Bb] mis de zon, [F] ik mis de wind, [Gm] de geur van gras [Dm] en bomen.
[Eb] Ik mis een zacht [Dm] en warm bed [Cm] om nachten in [Eb] te dromen.
[F] Ik mis het [Bb] leven op het land, [F] maar leeg loopt [D] het weg.
[Gm] Een zeemermin [Bb] hoort daar niet thuis, [Eb] maar wel diep in [F] de zee.
Geef [Bb] me [F] vleugels, ik [Eb] wil vliegen op [F] de golven van [Bb] de wind.
Geef [F] me benen en [Eb] lopen naar [D] het geluk dat ik [Gm] niet vind.
[Eb] Want het water is [F] mijn thuis niet, [Eb] maar een grote [Bb] tranenzee.
[Eb] Geef me vleugels, lieve prins, toen [G] neem me [F] mee.
[Bb] Ik voel me soms geen zeemirmin, [Gm] maar wel gewoon een mensje.
[Eb] Meisje met een visse staart, [Cm] met dood gewoon één wensje.
[F] Mijn leven herbeginnen boven water [D] op het land.
[Gm] Lopen, springen in de [Eb] duinen, dansen op [F] het strand.
[Bb] Geef me _ [F] vleugels, [Gm] ik wil vliegen op de golven van [Bb] de wind.
[F] Geef me benen en [Gm] lopen naar [D] het geluk dat [Gm] ik niet vind.
[Eb] Want het water [F] is mijn thuis niet, maar een grote [Bb] tranenzee.
Geef me vleugels, [Eb] lieve prins, toen [F] neem me mee.
[Bb] Geef me _ [F] vleugels, [Gm] ik wil vliegen [F] op de golven [Bb] van de wind.
[F] Geef me benen en [Cm] lopen naar [D] het geluk dat [Gm] ik niet vind.
[Eb] Want het water [F] is mijn thuis niet, [Gm] maar een grote [Bb] tranenzee.
[Eb] Geef me vleugels, lieve prins, toen [F] neem me _ mee.
[Gm] _ _
_ _ [F] _ [Eb] Ik ben niet wie [Bb] ik ben.
_ _ [Eb] Hoe kan [Bb] ik ook [Ab] gelukkig [Cm] zijn als ik mezelf [F] niet ken?
_ [B] Geef me [Gb] vleugels.
_ [Abm] _ _ [Gb] _ _ [B] _
[Gb] Geef me [Abm] benen.
_ [Eb] _ _ [Abm] _ _
[E] _ _ [Gb] _ _ _ _ [B] _ _
_ _ [E] _ _ [Gb] _ _ _
[B] Geef me vleugels.
[Gb] _ [Abm] Ik wil vliegen [Gb] op de golven [B] van de wind.
[Gb] Geef me benen.
[Abm] Ik wil lopen [Eb] naar het geluk dat [Abm] ik niet vind.
[E] Want het water [Gb] is mijn thuis niet, [Abm] maar een grote tranenzee.
Geef me vleugels, [E] lieve prins, toen [Gb] neem me mee.
_ [E] Neem me mee.
_ [Abm] _ _
_ [Em] Neem me mee.
_ _ [B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _ [Gb] _ _
_ _ [B] _ _ _ _ _ _
[Gb] _ _ [B] _ _ _ _ [Bm] _ _
_ _ [B] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [Cm] _ _ [F] _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ [Gm] _ _ [Cm] _ _ [F] Ik [Bb] mis de zon, [F] ik mis de wind, [Gm] de geur van gras [Dm] en bomen.
[Eb] Ik mis een zacht [Dm] en warm bed [Cm] om nachten in [Eb] te dromen.
[F] Ik mis het [Bb] leven op het land, [F] maar leeg loopt [D] het weg.
[Gm] Een zeemermin [Bb] hoort daar niet thuis, [Eb] maar wel diep in [F] de zee.
Geef [Bb] me [F] vleugels, ik [Eb] wil vliegen op [F] de golven van [Bb] de wind.
Geef [F] me benen en [Eb] lopen naar [D] het geluk dat ik [Gm] niet vind.
[Eb] Want het water is [F] mijn thuis niet, [Eb] maar een grote [Bb] tranenzee.
[Eb] Geef me vleugels, lieve prins, toen [G] neem me [F] mee.
[Bb] Ik voel me soms geen zeemirmin, [Gm] maar wel gewoon een mensje.
[Eb] Meisje met een visse staart, [Cm] met dood gewoon één wensje.
[F] Mijn leven herbeginnen boven water [D] op het land.
[Gm] Lopen, springen in de [Eb] duinen, dansen op [F] het strand.
[Bb] Geef me _ [F] vleugels, [Gm] ik wil vliegen op de golven van [Bb] de wind.
[F] Geef me benen en [Gm] lopen naar [D] het geluk dat [Gm] ik niet vind.
[Eb] Want het water [F] is mijn thuis niet, maar een grote [Bb] tranenzee.
Geef me vleugels, [Eb] lieve prins, toen [F] neem me mee.
[Bb] Geef me _ [F] vleugels, [Gm] ik wil vliegen [F] op de golven [Bb] van de wind.
[F] Geef me benen en [Cm] lopen naar [D] het geluk dat [Gm] ik niet vind.
[Eb] Want het water [F] is mijn thuis niet, [Gm] maar een grote [Bb] tranenzee.
[Eb] Geef me vleugels, lieve prins, toen [F] neem me _ mee.
[Gm] _ _
_ _ [F] _ [Eb] Ik ben niet wie [Bb] ik ben.
_ _ [Eb] Hoe kan [Bb] ik ook [Ab] gelukkig [Cm] zijn als ik mezelf [F] niet ken?
_ [B] Geef me [Gb] vleugels.
_ [Abm] _ _ [Gb] _ _ [B] _
[Gb] Geef me [Abm] benen.
_ [Eb] _ _ [Abm] _ _
[E] _ _ [Gb] _ _ _ _ [B] _ _
_ _ [E] _ _ [Gb] _ _ _
[B] Geef me vleugels.
[Gb] _ [Abm] Ik wil vliegen [Gb] op de golven [B] van de wind.
[Gb] Geef me benen.
[Abm] Ik wil lopen [Eb] naar het geluk dat [Abm] ik niet vind.
[E] Want het water [Gb] is mijn thuis niet, [Abm] maar een grote tranenzee.
Geef me vleugels, [E] lieve prins, toen [Gb] neem me mee.
_ [E] Neem me mee.
_ [Abm] _ _
_ [Em] Neem me mee.
_ _ [B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _ [Gb] _ _
_ _ [B] _ _ _ _ _ _
[Gb] _ _ [B] _ _ _ _ [Bm] _ _
_ _ [B] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _