Chords for Gebroeders Rossig - Hallo Sinterklaas
Tempo:
124.7 bpm
Chords used:
A
G
D
Gbm
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Cm] [A]
[D] [A] Hallo Sinterklaas, wat [G] fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent [Gbm] niet voor het eerst [G] hier, u bent [A] hier al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, [G] noot, tartaar [A] en masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat [A] wijn?
[D] Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent [A] hier al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
Je hebt lang [G] moeten wachten, [A] maar de Sint die [D] komt eraan.
We maken [G] er een feestje van, ga [A] allemaal maar [D] staan.
Stap nu [E] met je voeten, [G] zet je handen [Gbm] in je zij.
[G] [A] Sint [D] en Piet, wat zijn we blij.
[A]
[Gbm] [D] [A] Hallo Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
[A] Hallo Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
De Stam wil [G] vaart winnen [A] met het paardje [D] op het nek.
De Piet is [G] aan het springen, [Db] o wat [D] doen ze lekker gek.
Dus stap nu [E] met je voeten, [G] zet je handen [Gbm] in je zij.
[G] [A] Sint [D] en Piet, [Db] wat zijn [D] we blij.
[A]
[Gbm]
[D] Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G] tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier al [A] bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G] tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
[Eb] [Bb]
[Eb]
[Bb] Hallo Sinterklaas, [Ab] wat fijn dat u [Bb] er bent.
[Fm] U bent niet voor [Gm] het eerst hier, [Ab] u bent hier [Bb] al bekend.
[Eb] Strooi, [Bb] peper, noot, [Ab] tartaar en [Bb] masse wijn.
[Fm] Een [Gm] groot feest, [Ab] wat is [Bb] dat [Eb] wijn?
[Bb] Hallo Sinterklaas, [Ab] wat fijn dat u [Bb] er bent.
[Fm] U bent niet [Gm] voor het eerst [Ab] hier, u bent hier [Bb] al bekend.
[Eb]
Strooi, [Bb] peper, noot, [Ab] tartaar en [Bb] masse wijn.
[Fm]
Een [Gm] groot feest, [Ab] wat [Bb] is [Eb] dat wijn?
[Fm]
Een [Gm] groot feest, [Ab] wat [Bb] is [Eb] dat wijn?
[D] [A] Hallo Sinterklaas, wat [G] fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent [Gbm] niet voor het eerst [G] hier, u bent [A] hier al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, [G] noot, tartaar [A] en masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat [A] wijn?
[D] Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent [A] hier al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
Je hebt lang [G] moeten wachten, [A] maar de Sint die [D] komt eraan.
We maken [G] er een feestje van, ga [A] allemaal maar [D] staan.
Stap nu [E] met je voeten, [G] zet je handen [Gbm] in je zij.
[G] [A] Sint [D] en Piet, wat zijn we blij.
[A]
[Gbm] [D] [A] Hallo Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
[A] Hallo Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
De Stam wil [G] vaart winnen [A] met het paardje [D] op het nek.
De Piet is [G] aan het springen, [Db] o wat [D] doen ze lekker gek.
Dus stap nu [E] met je voeten, [G] zet je handen [Gbm] in je zij.
[G] [A] Sint [D] en Piet, [Db] wat zijn [D] we blij.
[A]
[Gbm]
[D] Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G] tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier al [A] bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G] tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
[Eb] [Bb]
[Eb]
[Bb] Hallo Sinterklaas, [Ab] wat fijn dat u [Bb] er bent.
[Fm] U bent niet voor [Gm] het eerst hier, [Ab] u bent hier [Bb] al bekend.
[Eb] Strooi, [Bb] peper, noot, [Ab] tartaar en [Bb] masse wijn.
[Fm] Een [Gm] groot feest, [Ab] wat is [Bb] dat [Eb] wijn?
[Bb] Hallo Sinterklaas, [Ab] wat fijn dat u [Bb] er bent.
[Fm] U bent niet [Gm] voor het eerst [Ab] hier, u bent hier [Bb] al bekend.
[Eb]
Strooi, [Bb] peper, noot, [Ab] tartaar en [Bb] masse wijn.
[Fm]
Een [Gm] groot feest, [Ab] wat [Bb] is [Eb] dat wijn?
[Fm]
Een [Gm] groot feest, [Ab] wat [Bb] is [Eb] dat wijn?
Key:
A
G
D
Gbm
Bb
A
G
D
[Cm] _ _ _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ [A] Hallo Sinterklaas, wat [G] fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent [Gbm] niet voor het eerst [G] hier, u bent [A] hier al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, [G] noot, tartaar [A] en masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat [A] wijn?
[D] Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent [A] hier al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
Je hebt lang [G] moeten wachten, [A] maar de Sint die [D] komt eraan.
We maken [G] er een feestje van, ga [A] allemaal maar [D] staan.
Stap nu [E] met je voeten, [G] zet je handen [Gbm] in je zij.
[G] [A] Sint [D] en Piet, wat zijn we blij.
[A] _ _ _ _ _
_ [Gbm] _ _ [D] _ _ [A] Hallo Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
_ _ [A] Hallo Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
De Stam wil [G] vaart winnen [A] met het paardje [D] op het nek.
De Piet is [G] aan het springen, [Db] o wat [D] doen ze lekker gek.
Dus stap nu [E] met je voeten, [G] zet je handen [Gbm] in je zij.
[G] [A] Sint [D] en Piet, [Db] wat zijn [D] we blij.
[A] _ _ _ _ _
_ _ [Gbm] _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G] tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
Hallo _ [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier al [A] bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G] tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
[Eb] _ _ _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Eb] _ _
_ _ [Bb] Hallo Sinterklaas, [Ab] wat fijn dat u [Bb] er bent.
[Fm] U bent niet voor [Gm] het eerst hier, [Ab] u bent hier [Bb] al bekend.
_ [Eb] Strooi, [Bb] peper, noot, [Ab] tartaar en [Bb] masse wijn.
_ [Fm] Een [Gm] groot feest, [Ab] wat is [Bb] dat [Eb] wijn? _
[Bb] Hallo Sinterklaas, [Ab] wat fijn dat u [Bb] er bent.
[Fm] U bent niet [Gm] voor het eerst [Ab] hier, u bent hier [Bb] al bekend.
[Eb]
Strooi, [Bb] peper, noot, [Ab] tartaar en [Bb] masse wijn.
[Fm]
Een [Gm] groot feest, [Ab] wat [Bb] is [Eb] dat wijn?
[Fm]
Een [Gm] groot feest, [Ab] wat [Bb] is [Eb] dat wijn? _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [D] _ [A] Hallo Sinterklaas, wat [G] fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent [Gbm] niet voor het eerst [G] hier, u bent [A] hier al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, [G] noot, tartaar [A] en masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat [A] wijn?
[D] Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent [A] hier al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
Je hebt lang [G] moeten wachten, [A] maar de Sint die [D] komt eraan.
We maken [G] er een feestje van, ga [A] allemaal maar [D] staan.
Stap nu [E] met je voeten, [G] zet je handen [Gbm] in je zij.
[G] [A] Sint [D] en Piet, wat zijn we blij.
[A] _ _ _ _ _
_ [Gbm] _ _ [D] _ _ [A] Hallo Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
_ _ [A] Hallo Sinterklaas, [G] wat fijn dat [A] u er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G]
tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
De Stam wil [G] vaart winnen [A] met het paardje [D] op het nek.
De Piet is [G] aan het springen, [Db] o wat [D] doen ze lekker gek.
Dus stap nu [E] met je voeten, [G] zet je handen [Gbm] in je zij.
[G] [A] Sint [D] en Piet, [Db] wat zijn [D] we blij.
[A] _ _ _ _ _
_ _ [Gbm] _ _ _ _ _ _
_ _ _ [D] Hallo [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier [A] al bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G] tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
Hallo _ [A] Sinterklaas, [G] wat fijn dat u [A] er bent.
[Em] U bent niet [Gbm] voor het eerst [G] hier, u bent hier al [A] bekend.
[D] Strooi, [A] peper, noot, [G] tartaar en [A] masse wijn.
[Em] Een [Gbm] groot feest, [G] wat [A] is [D] dat wijn?
[Eb] _ _ _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Eb] _ _
_ _ [Bb] Hallo Sinterklaas, [Ab] wat fijn dat u [Bb] er bent.
[Fm] U bent niet voor [Gm] het eerst hier, [Ab] u bent hier [Bb] al bekend.
_ [Eb] Strooi, [Bb] peper, noot, [Ab] tartaar en [Bb] masse wijn.
_ [Fm] Een [Gm] groot feest, [Ab] wat is [Bb] dat [Eb] wijn? _
[Bb] Hallo Sinterklaas, [Ab] wat fijn dat u [Bb] er bent.
[Fm] U bent niet [Gm] voor het eerst [Ab] hier, u bent hier [Bb] al bekend.
[Eb]
Strooi, [Bb] peper, noot, [Ab] tartaar en [Bb] masse wijn.
[Fm]
Een [Gm] groot feest, [Ab] wat [Bb] is [Eb] dat wijn?
[Fm]
Een [Gm] groot feest, [Ab] wat [Bb] is [Eb] dat wijn? _
_ _ _ _ _ _ _ _