Chords for De Marlets - Lope, lope, de rijkswacht die is daar
Tempo:
125.2 bpm
Chords used:
C
G
E
F
Db
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G] [F]
[C]
Mama, daar ligt de Rijkswacht in het water.
[G] Wat doet die daar?
Wat doet die [C] daar?
Mama, daar ligt de Rijkswacht in het water.
Ach laat ze maar, ach laat ze maar.
[C]
[E] Mama, ik weet wat [B] jullie [E] nog niet wisten.
Wat is dat dan, mijn kleine man?
[G] Mama, [D] het is hier verboden voor [G] nudisten.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar?
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, [C] de Rijkswacht die is daar.
[E] Ze leerde mij [Am] dan wel als kind, [E] politie is je beste vriend.
Maar ik mag [C] dat niet wegkom [G] als je dat niet herkent.
[G] Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [C] Rijkswacht die is daar.
Ze [E] leerde mij dan [Am] wel als kind, [E] politie is je [Am] beste vriend.
[F] Maar ik mag [C] dat niet wegkom [G] als je dat niet [C] herkent.
Mama, ik zie de Rijkswacht in het water.
Amai, amai, dat is niet zo fijn.
Mama, u staat hier wel een grove plater.
Ach, wat een blaar, die kleine man.
[E] Mama, [B] o jezienou maar [E] uw peren.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar?
[G] Mama, [D] ze confisceren [G] onze kleren.
Ik ben natuurlijk, maar ik kijk je wel.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [C] Rijkswacht die is daar.
Ze [E] leerde mij dan wel [Am] als kind, [E] politie is je beste vriend.
Maar ik mag dat [C] niet wegkom als [G] je dat niet [C] herkent.
[Db]
Mama, er komt er eentje uit het water.
Het zat er loof, helemaal bloof.
Mama, niet te geloven, maar hij staat er.
Hij draagt geen lor, alleen zijn snor.
[F] Mama, hij zegt wij hoeven niks te vrezen.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar?
[Ab] Mama, wat hij [Eb] blijkt zelf niet is te wezen.
Ja, dat zegt hij, maar niet met mij.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
[F] Ze leerde mij dan [Bbm] wel als kind, [F] politie is je [Bbm] beste vriend.
[Gb] Maar ik mag dat [Db] niet wegkom als [Ab] je dat niet herkent.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [Bb] Rijkswacht die is daar.
[F] Ze leerde mij dan wel [Bbm] als kind, [F] politie is je beste [Bbm] vriend.
[Gb] Maar ik mag dat [Db] ik wegkom als [Ab] je dat niet [Db] erg vindt
[Gb] Maar ik mag dat [Db] ik wegkom als [Ab] je dat niet erg [Db]
vindt
[N]
[C]
Mama, daar ligt de Rijkswacht in het water.
[G] Wat doet die daar?
Wat doet die [C] daar?
Mama, daar ligt de Rijkswacht in het water.
Ach laat ze maar, ach laat ze maar.
[C]
[E] Mama, ik weet wat [B] jullie [E] nog niet wisten.
Wat is dat dan, mijn kleine man?
[G] Mama, [D] het is hier verboden voor [G] nudisten.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar?
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, [C] de Rijkswacht die is daar.
[E] Ze leerde mij [Am] dan wel als kind, [E] politie is je beste vriend.
Maar ik mag [C] dat niet wegkom [G] als je dat niet herkent.
[G] Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [C] Rijkswacht die is daar.
Ze [E] leerde mij dan [Am] wel als kind, [E] politie is je [Am] beste vriend.
[F] Maar ik mag [C] dat niet wegkom [G] als je dat niet [C] herkent.
Mama, ik zie de Rijkswacht in het water.
Amai, amai, dat is niet zo fijn.
Mama, u staat hier wel een grove plater.
Ach, wat een blaar, die kleine man.
[E] Mama, [B] o jezienou maar [E] uw peren.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar?
[G] Mama, [D] ze confisceren [G] onze kleren.
Ik ben natuurlijk, maar ik kijk je wel.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [C] Rijkswacht die is daar.
Ze [E] leerde mij dan wel [Am] als kind, [E] politie is je beste vriend.
Maar ik mag dat [C] niet wegkom als [G] je dat niet [C] herkent.
[Db]
Mama, er komt er eentje uit het water.
Het zat er loof, helemaal bloof.
Mama, niet te geloven, maar hij staat er.
Hij draagt geen lor, alleen zijn snor.
[F] Mama, hij zegt wij hoeven niks te vrezen.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar?
[Ab] Mama, wat hij [Eb] blijkt zelf niet is te wezen.
Ja, dat zegt hij, maar niet met mij.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
[F] Ze leerde mij dan [Bbm] wel als kind, [F] politie is je [Bbm] beste vriend.
[Gb] Maar ik mag dat [Db] niet wegkom als [Ab] je dat niet herkent.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [Bb] Rijkswacht die is daar.
[F] Ze leerde mij dan wel [Bbm] als kind, [F] politie is je beste [Bbm] vriend.
[Gb] Maar ik mag dat [Db] ik wegkom als [Ab] je dat niet [Db] erg vindt
[Gb] Maar ik mag dat [Db] ik wegkom als [Ab] je dat niet erg [Db]
vindt
[N]
Key:
C
G
E
F
Db
C
G
E
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ _ _ _ [F] _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Mama, _ daar ligt de Rijkswacht in het water.
[G] Wat doet die daar?
Wat doet die [C] daar?
_ Mama, daar ligt de Rijkswacht in het water.
Ach laat ze maar, ach laat ze maar.
[C] _ _
[E] Mama, ik weet wat [B] jullie [E] nog niet wisten.
Wat is dat dan, mijn kleine man?
_ [G] Mama, _ [D] het is hier verboden voor [G] nudisten.
Wat zegt u daar?
_ Wat zegt u daar?
_ _ _ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
_ Lopen, lopen, [C] de Rijkswacht die is daar.
[E] Ze leerde mij [Am] dan wel als kind, [E] politie is je beste vriend.
Maar ik mag [C] dat niet wegkom [G] als je dat niet herkent.
[G] _ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [C] Rijkswacht die is daar.
Ze [E] leerde mij dan [Am] wel als kind, [E] politie is je [Am] beste _ vriend.
[F] Maar ik mag [C] dat niet wegkom [G] als je dat niet [C] herkent. _ _ _
_ _ Mama, _ ik zie de Rijkswacht in het water.
Amai, amai, dat is niet zo fijn.
_ Mama, _ u staat hier wel een grove plater.
Ach, wat een blaar, die kleine man.
_ [E] Mama, _ [B] o jezienou maar [E] uw peren.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar? _
[G] Mama, _ [D] ze confisceren [G] onze kleren.
Ik ben natuurlijk, maar ik kijk je wel.
_ _ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [C] Rijkswacht die is daar.
Ze [E] leerde mij dan wel [Am] als kind, [E] politie is je beste vriend.
Maar ik mag dat [C] niet wegkom als [G] je dat niet [C] herkent.
_ _ _ [Db] _
_ _ Mama, _ er komt er eentje uit het water.
Het zat er loof, _ helemaal bloof.
_ _ Mama, niet te geloven, maar hij staat er.
Hij draagt geen lor, alleen zijn snor.
_ [F] Mama, _ hij zegt wij hoeven niks te vrezen.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar? _
[Ab] Mama, _ wat hij [Eb] blijkt zelf niet is te wezen.
Ja, dat zegt hij, maar niet met mij.
_ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
[F] Ze leerde mij dan [Bbm] wel als kind, [F] politie is je [Bbm] beste vriend.
[Gb] Maar ik mag dat [Db] niet wegkom als [Ab] je dat niet herkent.
_ _ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [Bb] Rijkswacht die is daar.
[F] Ze leerde mij dan wel [Bbm] als kind, [F] politie is je beste [Bbm] vriend.
_ [Gb] Maar ik mag dat [Db] ik wegkom als [Ab] je dat niet [Db] erg vindt
[Gb] Maar ik mag dat [Db] ik wegkom als [Ab] je dat niet erg [Db] _ _ _
_ vindt _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ [G] _ _ _ _ _ _ [F] _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Mama, _ daar ligt de Rijkswacht in het water.
[G] Wat doet die daar?
Wat doet die [C] daar?
_ Mama, daar ligt de Rijkswacht in het water.
Ach laat ze maar, ach laat ze maar.
[C] _ _
[E] Mama, ik weet wat [B] jullie [E] nog niet wisten.
Wat is dat dan, mijn kleine man?
_ [G] Mama, _ [D] het is hier verboden voor [G] nudisten.
Wat zegt u daar?
_ Wat zegt u daar?
_ _ _ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
_ Lopen, lopen, [C] de Rijkswacht die is daar.
[E] Ze leerde mij [Am] dan wel als kind, [E] politie is je beste vriend.
Maar ik mag [C] dat niet wegkom [G] als je dat niet herkent.
[G] _ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [C] Rijkswacht die is daar.
Ze [E] leerde mij dan [Am] wel als kind, [E] politie is je [Am] beste _ vriend.
[F] Maar ik mag [C] dat niet wegkom [G] als je dat niet [C] herkent. _ _ _
_ _ Mama, _ ik zie de Rijkswacht in het water.
Amai, amai, dat is niet zo fijn.
_ Mama, _ u staat hier wel een grove plater.
Ach, wat een blaar, die kleine man.
_ [E] Mama, _ [B] o jezienou maar [E] uw peren.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar? _
[G] Mama, _ [D] ze confisceren [G] onze kleren.
Ik ben natuurlijk, maar ik kijk je wel.
_ _ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [C] Rijkswacht die is daar.
Ze [E] leerde mij dan wel [Am] als kind, [E] politie is je beste vriend.
Maar ik mag dat [C] niet wegkom als [G] je dat niet [C] herkent.
_ _ _ [Db] _
_ _ Mama, _ er komt er eentje uit het water.
Het zat er loof, _ helemaal bloof.
_ _ Mama, niet te geloven, maar hij staat er.
Hij draagt geen lor, alleen zijn snor.
_ [F] Mama, _ hij zegt wij hoeven niks te vrezen.
Wat zegt u daar?
Wat zegt u daar? _
[Ab] Mama, _ wat hij [Eb] blijkt zelf niet is te wezen.
Ja, dat zegt hij, maar niet met mij.
_ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
[F] Ze leerde mij dan [Bbm] wel als kind, [F] politie is je [Bbm] beste vriend.
[Gb] Maar ik mag dat [Db] niet wegkom als [Ab] je dat niet herkent.
_ _ Lopen, lopen, de Rijkswacht die is daar.
Lopen, lopen, de [Bb] Rijkswacht die is daar.
[F] Ze leerde mij dan wel [Bbm] als kind, [F] politie is je beste [Bbm] vriend.
_ [Gb] Maar ik mag dat [Db] ik wegkom als [Ab] je dat niet [Db] erg vindt
[Gb] Maar ik mag dat [Db] ik wegkom als [Ab] je dat niet erg [Db] _ _ _
_ vindt _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _