Chords for DE HÛNEKOP: CURSUS "LIT DYN HÛN BIER HELJE!"DIEL 4

_ Goeiedag, daar [N] ben je al he? _
Ik ben Dyl Fjauwer van Hoe leer je je eigen garagehond weer he?
_ _ Nou, stap 4 is het combineren van [G] alles wat we in de vorige stap behandeld hebben.
Dus, uit alle facetten, als je dat een beetje goed kan, dan ga je dus oeren naar het koppelen van die handelingen.
Nou, _ nummer 1 is dus hoe _ je die hond het bier aan je tafel brengt.
En, ik zeg wel, wat een spreekwoordelijke bier, kijk maar voor je.
_ _ _ Zou bij jullie al gezegd hebben, dit is een blikje energie, drink maar vooruit.
De hond denkt dat het bier is.
Oké, bij stap _ 1 gaan we dus beginnen.
We zetten het blikje hier dan, [Ab] _ _
zo blijf, _ en we zeggen pak bier. _
En je pakt het [N] blikje _ en je brengt het naar daar.
Goed zo, goed zo, goed zo, hartstikke goed.
Ik denk wel dat ik nog wat krijg, maar ik krijg net al dit nog wat.
_ _ Nou, we doen het volgende.
Die hond weet dat blikje wat mijn baas. _
Die hond weet echt _ dat _ die koe goed het koek als ieten van me had.
En nu is de tussenstap eigenlijk, ik ga hem nu eerst in.
Ik ga [D] hem speciaal, oh, jongen, rustig.
[Em] Je zet hem, ja.
Ja, nu doet het_
Nu doet het hem iets in zijn houten.
Kom eens even hierboven.
Waar?
Ga eens even af.
Af.
[D] Ja, hij vind het leuk, ja, hij wil heel graag.
Ja, heel graag.
_ _ [C] En dit is mijn koekas.
Ik heb hieronder een vak.
Hier zit ik [B] uitstekend, maar dat maakt niet uit.
[G] En ik heb speciaal plastic randjes er al aan gehad. _
Als ik dit volzet met bier, dan kan ik het balkje er mooi in en uit pakken.
Dus je kan er makkelijk bij.
En wat _ _ doe [N] je nou als volgt?
Die hond weet, als ik het bier pak, dan breng ik het naar de baas.
Dan zet ik het nu dus in de koekas.
_ _ _ Mijnden door, hier.
Mijnden door, nog hier.
_ En dan zet ik het balkje, [Dm] pak bier, pak bier.
Hoppa, en hij pakt het eruit.
En hij houdt het [Eb] onder de baas.
Simpel is [Ab] dat.
Ja, door tegen.
[G] Door tegen.
Goed zo.
[B] Hup, achteruit.
_ _ [G] Ja, en dan kom je naar beneden.
[Gm] Zit.
_ [G] _ _ _ Oké, blijf. _
_ _ [Eb] Oké, dan is dus de volgende [Gm] stap. _
Die hond weet al dat het bierje zit _ in [G] het laatje van de koelkast.
Dus dan krijg je het hier door, hier.
Maar wat doe je nou?
_ Met een hond's [E] gen, _ _ dat [N] het ding erin zit.
Dus die weet, hé, dat ding zit er.
Als ik dat ophal voor de baas, dan ben ik koopman.
Maar wat doe je nou?
Je doet die koelkast heel dicht. _
Maar wat denkt die hond?
Ik weet hoe ik dat ding op mijn maatje maak.
Dus wat doe ik nou?
Ik zeg, pak bier. _
[Dm] En ik wil het op mijn maatje.
_ [Gb] Hij pakt hem, hij houdt hem.
Goed zo, joh.
Wat heb ik gedaan voor jou?
Elke keer dat die hond iets doet, wordt het daarvoor nog net goed. _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Maar ze belonen hem ongelooflijk.
Als er iets doet wat er al kan, dan kan ze hem uit de troost geven.
Maar in het begin, dat hij echt snapt, nu heb ik iets gedaan, dat is weer goed.
[Db]
En dat is [N] bij elk stap, als er iemand een lichtje bij het hart heeft.
Jou moet lekker, als er iets moet, jou moet lekker.
Want het is niet goed, als je het niet goed doet.
Dat werkt wel. _ _ _
_ Oké, dan hebben we nu al zoveel.
Dat hij door de koelkast gaat.
Hij pakt het bier eruit.
Hij houdt hem mee.
En hij doet de koelkast weer dicht.
Nu is er nog één ding, wat de hond leert.
_ Dat als je hiermee bezig bent, _ [G] _
_ dan maak je er een stap 4 voor.
Dan hebben we nog een stap extra.
_ [Gb] Oké, dat was het [Ab] allerlaatste om _
_ [B] _ deze handeling [F] te perfectioneren.
Als ik hem even vertel.
Maar dat vertel ik hem in deel 5. _ _ _ _ _