Chords for Danny De Munk en Silver Metz - Toe Nou, Kom Weer Thuis (Officiële Videoclip)
Tempo:
89.85 bpm
Chords used:
Eb
E
A
Ab
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Ab] [Eb] [Ab] [Eb]
[Ab] Als jij straks groot bent, [G] dan zal ik je [Fm] vertellen
[Eb] [Ab] waarom je moeder [F] niet meer [Bbm] bij ons is.
[Eb] Ik had het [Bbm] jou [Db] heel eerder [Eb] willen zeggen
ja, en [Bbm] ik weet wel [B] dat je haar zo [Cm] erg [Eb] mist.
[Ab] Het raam dat ik dat heb [Db] is jou.
[Eb] Je [Ab] bent goed genoeg, [F] is je altijd [Bbm] man.
[Eb] Ik [Bbm] wens ook hier weer [Db] al mocht je dat [Eb] bedenken
[Bbm] dat wegliep, [Bm] dat je daar [Eb] heel lang na.
[Ab] Hoe [Db] nou [Eb] [Ab] kon dit ruis?
Je moet weten [Fm] dat we echt veel [Cm] van je houden.
[Db] Hoe nou kon [Ab] dit ruis?
Zonder jou is het al [Eb]
koud en [Ab] veel in haar.
[E] [A] Hoe [D] nou [E] kon [A] dit ruis?
Je moet weten [Gbm] dat we echt veel [Dbm] van je houden.
[D] Hoe nou kon [A] dit huis?
Zonder jou is het [E] al koud en [A] veel in haar.
[E] [A] Het is mijn schuld [E] dat zij is [Gbm] weggelopen.
[E] Zeg, [A] liefdie, [Gb] jij lijkt toch ook [Bm] jouw [E] best.
Ik vind het [Bm] rot [D] dat dit nu zo [E] moest lopen.
Ik [Bm] schouwde [C] en lachte [Dbm] gender [E] uit.
[A] Ze klost, [Dbm] kijk ik uit in de [Gbm] water.
[E] Stond [A] mama, [Gb] ze stond daar op [Bm] de [E] hoek.
Ik [Bm] wilde schreeuwen, [D] net als zij maar op [E] wachten.
Maar toen [Bm] de bel ging, [C] was zij [E] alweer zoek.
[A] Hoe nou [D]
[A] kon dit ruis?
Je moet weten [Gbm] dat we echt veel van [Dbm] je houden.
[D] Hoe nou kon [A] dit ruis?
Zonder jou is het [E] al koud en [A] veel in haar.
[F] [Bb] Hoe [Eb] nou [Bb] kon dit ruis?
Je moet weten [Gm] dat we echt veel van [Dm] je houden.
[Eb] Hoe nou kon [Bb] dit ruis?
Zonder jou is het al [F] koud en [Eb] veel in haar.
[Ebm]
[Bb] [Gm] Henning
[Bb] [Eb] [F] [Bb] de Munt en Silke!
[Gm] [Dm] [Eb] [Bb]
[F] [Bb]
[Ab] Als jij straks groot bent, [G] dan zal ik je [Fm] vertellen
[Eb] [Ab] waarom je moeder [F] niet meer [Bbm] bij ons is.
[Eb] Ik had het [Bbm] jou [Db] heel eerder [Eb] willen zeggen
ja, en [Bbm] ik weet wel [B] dat je haar zo [Cm] erg [Eb] mist.
[Ab] Het raam dat ik dat heb [Db] is jou.
[Eb] Je [Ab] bent goed genoeg, [F] is je altijd [Bbm] man.
[Eb] Ik [Bbm] wens ook hier weer [Db] al mocht je dat [Eb] bedenken
[Bbm] dat wegliep, [Bm] dat je daar [Eb] heel lang na.
[Ab] Hoe [Db] nou [Eb] [Ab] kon dit ruis?
Je moet weten [Fm] dat we echt veel [Cm] van je houden.
[Db] Hoe nou kon [Ab] dit ruis?
Zonder jou is het al [Eb]
koud en [Ab] veel in haar.
[E] [A] Hoe [D] nou [E] kon [A] dit ruis?
Je moet weten [Gbm] dat we echt veel [Dbm] van je houden.
[D] Hoe nou kon [A] dit huis?
Zonder jou is het [E] al koud en [A] veel in haar.
[E] [A] Het is mijn schuld [E] dat zij is [Gbm] weggelopen.
[E] Zeg, [A] liefdie, [Gb] jij lijkt toch ook [Bm] jouw [E] best.
Ik vind het [Bm] rot [D] dat dit nu zo [E] moest lopen.
Ik [Bm] schouwde [C] en lachte [Dbm] gender [E] uit.
[A] Ze klost, [Dbm] kijk ik uit in de [Gbm] water.
[E] Stond [A] mama, [Gb] ze stond daar op [Bm] de [E] hoek.
Ik [Bm] wilde schreeuwen, [D] net als zij maar op [E] wachten.
Maar toen [Bm] de bel ging, [C] was zij [E] alweer zoek.
[A] Hoe nou [D]
[A] kon dit ruis?
Je moet weten [Gbm] dat we echt veel van [Dbm] je houden.
[D] Hoe nou kon [A] dit ruis?
Zonder jou is het [E] al koud en [A] veel in haar.
[F] [Bb] Hoe [Eb] nou [Bb] kon dit ruis?
Je moet weten [Gm] dat we echt veel van [Dm] je houden.
[Eb] Hoe nou kon [Bb] dit ruis?
Zonder jou is het al [F] koud en [Eb] veel in haar.
[Ebm]
[Bb] [Gm] Henning
[Bb] [Eb] [F] [Bb] de Munt en Silke!
[Gm] [Dm] [Eb] [Bb]
[F] [Bb]
Key:
Eb
E
A
Ab
Bb
Eb
E
A
_ [Ab] _ _ [Eb] _ _ [Ab] _ _ [Eb] _
_ [Ab] _ _ Als jij straks groot bent, [G] dan zal ik je [Fm] vertellen
_ [Eb] _ [Ab] waarom je moeder [F] niet meer [Bbm] bij ons is.
[Eb] Ik had het [Bbm] jou [Db] heel eerder [Eb] willen zeggen
ja, en [Bbm] ik weet wel [B] dat je haar zo [Cm] erg _ [Eb] mist.
[Ab] Het raam dat ik dat heb [Db] is jou.
[Eb] Je [Ab] bent goed genoeg, [F] is je altijd [Bbm] man.
[Eb] Ik [Bbm] wens ook hier weer [Db] al mocht je dat [Eb] bedenken
_ [Bbm] dat wegliep, [Bm] dat je daar [Eb] heel lang na.
_ _ [Ab] Hoe [Db] nou [Eb] [Ab] kon dit ruis?
Je moet weten [Fm] dat we echt veel [Cm] van je houden.
[Db] Hoe nou kon [Ab] dit ruis?
Zonder jou is het al [Eb]
koud en [Ab] veel in haar.
_ [E] _ _ [A] Hoe [D] nou [E] kon [A] dit ruis?
Je moet weten [Gbm] dat we echt veel [Dbm] van je houden.
_ [D] _ Hoe nou kon [A] dit huis?
Zonder jou is het [E] al koud en [A] veel in haar.
[E] _ [A] Het is mijn schuld [E] dat zij is [Gbm] weggelopen.
[E] Zeg, [A] liefdie, [Gb] jij lijkt toch ook [Bm] jouw [E] best.
Ik vind het [Bm] rot [D] dat dit nu zo [E] moest lopen.
Ik [Bm] schouwde [C] en lachte [Dbm] gender [E] uit.
[A] Ze klost, [Dbm] kijk ik uit in de [Gbm] water.
_ [E] Stond [A] mama, [Gb] ze stond daar op [Bm] de [E] hoek.
Ik [Bm] wilde schreeuwen, [D] net als zij maar op [E] wachten.
_ Maar toen [Bm] de bel ging, [C] was zij [E] alweer _ zoek.
[A] Hoe nou [D]
[A] kon dit ruis?
Je moet weten [Gbm] dat we echt veel van [Dbm] je houden.
_ [D] Hoe nou kon [A] dit ruis?
Zonder jou is het [E] al koud en [A] veel in haar.
[F] _ [Bb] Hoe [Eb] nou [Bb] kon dit ruis?
Je moet weten [Gm] dat we echt veel van [Dm] je houden.
[Eb] Hoe nou kon [Bb] dit ruis?
Zonder jou is het al [F] koud en [Eb] veel in haar.
_ _ _ [Ebm] _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ [Gm] Henning _
_ [Bb] _ _ [Eb] _ [F] _ [Bb] de Munt en Silke!
_ _ [Gm] _ _ [Dm] _ _ _ _ [Eb] _ _ _ _ [Bb] _ _ _
_ _ _ [F] _ _ [Bb] _ _ _
_ [Ab] _ _ Als jij straks groot bent, [G] dan zal ik je [Fm] vertellen
_ [Eb] _ [Ab] waarom je moeder [F] niet meer [Bbm] bij ons is.
[Eb] Ik had het [Bbm] jou [Db] heel eerder [Eb] willen zeggen
ja, en [Bbm] ik weet wel [B] dat je haar zo [Cm] erg _ [Eb] mist.
[Ab] Het raam dat ik dat heb [Db] is jou.
[Eb] Je [Ab] bent goed genoeg, [F] is je altijd [Bbm] man.
[Eb] Ik [Bbm] wens ook hier weer [Db] al mocht je dat [Eb] bedenken
_ [Bbm] dat wegliep, [Bm] dat je daar [Eb] heel lang na.
_ _ [Ab] Hoe [Db] nou [Eb] [Ab] kon dit ruis?
Je moet weten [Fm] dat we echt veel [Cm] van je houden.
[Db] Hoe nou kon [Ab] dit ruis?
Zonder jou is het al [Eb]
koud en [Ab] veel in haar.
_ [E] _ _ [A] Hoe [D] nou [E] kon [A] dit ruis?
Je moet weten [Gbm] dat we echt veel [Dbm] van je houden.
_ [D] _ Hoe nou kon [A] dit huis?
Zonder jou is het [E] al koud en [A] veel in haar.
[E] _ [A] Het is mijn schuld [E] dat zij is [Gbm] weggelopen.
[E] Zeg, [A] liefdie, [Gb] jij lijkt toch ook [Bm] jouw [E] best.
Ik vind het [Bm] rot [D] dat dit nu zo [E] moest lopen.
Ik [Bm] schouwde [C] en lachte [Dbm] gender [E] uit.
[A] Ze klost, [Dbm] kijk ik uit in de [Gbm] water.
_ [E] Stond [A] mama, [Gb] ze stond daar op [Bm] de [E] hoek.
Ik [Bm] wilde schreeuwen, [D] net als zij maar op [E] wachten.
_ Maar toen [Bm] de bel ging, [C] was zij [E] alweer _ zoek.
[A] Hoe nou [D]
[A] kon dit ruis?
Je moet weten [Gbm] dat we echt veel van [Dbm] je houden.
_ [D] Hoe nou kon [A] dit ruis?
Zonder jou is het [E] al koud en [A] veel in haar.
[F] _ [Bb] Hoe [Eb] nou [Bb] kon dit ruis?
Je moet weten [Gm] dat we echt veel van [Dm] je houden.
[Eb] Hoe nou kon [Bb] dit ruis?
Zonder jou is het al [F] koud en [Eb] veel in haar.
_ _ _ [Ebm] _ _ _
_ [Bb] _ _ _ _ [Gm] Henning _
_ [Bb] _ _ [Eb] _ [F] _ [Bb] de Munt en Silke!
_ _ [Gm] _ _ [Dm] _ _ _ _ [Eb] _ _ _ _ [Bb] _ _ _
_ _ _ [F] _ _ [Bb] _ _ _