Chords for Coenie De Villiers - Karoonag

[Ebm] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [F] _ _ _ [Bb] _ _
[Gm] _ _ [C] _ _ [F] _ [Bb] _ [F] _ _
[C] _ _ _ _ _ [F] _ _ _
[Eb] Als _ _ _ _ _ die nacht zij [A] wijkiet te [Eb] knoep, door die veld
[Bb] _
[Eb] En die dieren [A] in zij blank tot in [Eb] die scherpe jongen [Bb] laat leeg
[Ebm] Als die dweelen [Bb] in de kreeg, [Bbm] horten [Ab] jonshoor boven het wisk
[Abm] En die maan zij [Eb] wittersken, kor [Ab] graaf [Bb] vrienden
[Eb] Rijkijk, [G] Gatbos [Cm] en Kambrou, [Ab] was het reen in die [Eb] klein karoo
Mij aan tanden, mij op [Ab] telten, vanaan
[Eb] Rijkijk, [G] Gatbos [Cm] en [Eb] Kambrou, [Ab] was het reen in die [Eb] klein karoo
Mij aan tanden, mij op telten, [Ab] _ vanaan
[Eb] Hier vanaan
In die morgen, [Cm] als het blauw [Eb] wordt en die amber [Bb] wakker [Eb] roert
Als die zon zij eerst [A] te licht, [Eb] hoort die bitter [Bb] boel haar stoort
[Ebm] Als die trein bij [Bb] nou poot vloot, [Bbm] en het [Ab] wegraken die vloot
[Abm] En het vrouwelse [Eb] wispas waait in [Ab] die [Bb] rand
_ [Eb] [G] Rijkijk, [Cm] Gatbos en [Eb] Kambrou, [Ab] was het reen in [Eb] die klein karoo
Mij aan tanden, mij op [Ab] telten, vanaan
[Eb] Rijkijk, [G] Gatbos [Cm] en [Eb] [Ab] Kambrou, was het reen in die [Eb] klein karoo
Mij aan tanden, mij op [Ab] telten, vanaan [Eb] Hier vanaan
_ [Cm] _ _ [G] _ _ [Eb] _ _
[A] _ _ [D] _ _ _ _ [G] _ _
_ _ [Bb] _ _ _ [Eb] Rijkijk, [G] Gatbos en [Cm] [Eb] Kambrou, [Ab] was het reen in die [Eb] klein karoo
Mij aan tanden, mij op telten, [Ab] vanaan
_ [Eb] Rijkijk, [Cm] Gatbos en [Eb] Kambrou, [Ab] was het reen in [Eb] die klein karoo
Mij aan tanden, mij op [Ab] telten, vanaan
Bij mij [Eb] vanaan
_ _ _ _ _ _ [Ab] _ _
_ _ _ _ _ [Gm] _ _ _
_ [Ab] _ _ _ _ [Gm] _ _ _
_ [Fm] _ _ _ _ _ _ [Bb] _
_ [Eb] _ _ _ _ _ _ _
Als die nacht zij bij Kiet [A] te [Eb] klookt, hoort die vrouw
[Bb]
En [Eb] de eerder in zij [A] plankt, tot [Eb] die die [Bb] scherpioen laat [Ebm] leggen
Als die tweeling [Bb] in die kreeft, [Ebm] Godde Joost [Ab] hoort bouwt voor kist
[Abm] En die maan z'n [Eb] bekers schunt, hoort [Bb] graaf _ vreemdheid
[Eb] Rijkijk, [Bb] Gatbos [Eb] en [Ab] Kambrou, was het reen in die [Eb] klein karoo
Mij aan tanden, mij op [Ab] telten, vanaan
[Eb] Rijkijk, [Bb] Gatbos [Cm] en [Eb] Kambrou, was het reen in die klein karoo
Mij aan tanden, mij op [Ab] telten, _ vanaan
_ _ _ Hier _ vanaan
[Eb] Ranniemorgen, als het [Cm] blauw wordt [Bb] en die amberwolken rood
[Eb] Als de zon zijn eerste [F] lucht, [Eb] oor die [Bb] pitterbole stoot
[Ebm] Als die trein bij [Bb] Naupot glooit [Ebm] en de [Ab] wegraak in die vlind
[Abm] En de tolboos, [Eb] die vers wat hooit, [Bb] die niet raakt _
[Eb] Rijkijk, Gatbos [Cm] en [Eb] Kambrou, [Ab] was het reen in die [Eb] klein karoo
Mij aan tanden, mij op [Ab] telten, [Eb] vanaan
Rijkijk, [Bb] Gatbos [Eb] en Kambrou, [Ab] was het reen in die [Eb] klein karoo
Mij aan tanden, mij op [Ab] telten, _ vanaan _ _ _ _ _ _ _
_ [Eb] _ [Bb] _ [Eb] _ _ [Ab] _ _ [Eb] _
_ _ _ _ _ [Ab] _ _ [Gm] _
[Eb] _ [F] _ _ [Bb] _ [Eb] _ _ _ [Bb] _
_ [Eb] _ Rijkijk, [Bb] Gatbos [Eb] en Kambrou, was het reen in die klein karoo
Mij aan tanden, mij op telten, [Ab]
vanaan
_ [Eb] Rijkijk, [Bb] Gatbos [Eb] en Kambrou, [Ab] was het reen in die [Eb] klein karoo
Mij aan tanden, mij op [Ab] telten, vanaan
[Eb] _ [Ab] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Vanaan
[Eb] _ _ _ [Bb] _ [Ab] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _