Chords for Boudewijn de Groot-Avond (HD)
Tempo:
98.1 bpm
Chords used:
F
C
G
Am
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
[Am] Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken en te hopen dat je lichten doet.
Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker, [F] want binnen is het warm en [G] licht en goed.
[C] Hand in hand naar buiten kijken waar de regen valt, [F] ik zie het vuur van hoop en [G] twijfel in je ogen
en ik [E] ken je diepste angst, [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
En [Am]
als je smorgens opstaat ben ik bij je en misschien [C] heb ik al tegenzet [Am]
en als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen [F] en als het regent gaan we [G] terug in bed.
[C]
Uren langzaam wakker worden, zweven door de tijd, [F] ik zie het licht door de gordijnen [G] en ik weet, verleden [E] geeft geen zekerheid, [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in jou [C] en mij.
[F] [Em]
[Dm] [C]
[F] [Em]
[Dm]
[C] [B] [Am]
[E] [B] [Am]
[E] [B] [Am]
[E] [B] [Am]
[E]
[Am]
Ik doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker en straatlantaarn buiten geeft wat [G] licht en de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen.
De stoelen staan te wachten op de ontwijt en morgen word ik wakker met de geur van brood en honing, [G] de glans van het gouden zonlicht in [E] jouw haar.
En [Am] de dingen in de [C] kamer, [F#] ik zeg ze wel te [F]
rusten, [C] vanavond gaan we slapen en morgen zien we [E] wel, maar [A] de dingen in de kamer zouden [E] levenloze dingen zijn [D] zonder [A] jou [Am] en je kunt niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in jou en mij.
[C] Ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof, ik geloof in [C] jou en mij.
[Am] En je kunt niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in jou [C] en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof in jou en mij.
[Am] Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken en te hopen dat je lichten doet.
Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker, [F] want binnen is het warm en [G] licht en goed.
[C] Hand in hand naar buiten kijken waar de regen valt, [F] ik zie het vuur van hoop en [G] twijfel in je ogen
en ik [E] ken je diepste angst, [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
En [Am]
als je smorgens opstaat ben ik bij je en misschien [C] heb ik al tegenzet [Am]
en als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen [F] en als het regent gaan we [G] terug in bed.
[C]
Uren langzaam wakker worden, zweven door de tijd, [F] ik zie het licht door de gordijnen [G] en ik weet, verleden [E] geeft geen zekerheid, [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in jou [C] en mij.
[F] [Em]
[Dm] [C]
[F] [Em]
[Dm]
[C] [B] [Am]
[E] [B] [Am]
[E] [B] [Am]
[E] [B] [Am]
[E]
[Am]
Ik doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker en straatlantaarn buiten geeft wat [G] licht en de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen.
De stoelen staan te wachten op de ontwijt en morgen word ik wakker met de geur van brood en honing, [G] de glans van het gouden zonlicht in [E] jouw haar.
En [Am] de dingen in de [C] kamer, [F#] ik zeg ze wel te [F]
rusten, [C] vanavond gaan we slapen en morgen zien we [E] wel, maar [A] de dingen in de kamer zouden [E] levenloze dingen zijn [D] zonder [A] jou [Am] en je kunt niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in jou en mij.
[C] Ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof, ik geloof in [C] jou en mij.
[Am] En je kunt niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in jou [C] en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof in jou en mij.
Key:
F
C
G
Am
E
F
C
G
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Am] Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken en te hopen dat je lichten doet. _ _
_ _ Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker, [F] want binnen is het warm en [G] licht en goed.
_ _ [C] Hand in hand naar buiten kijken waar de regen valt, [F] ik zie het vuur van hoop en [G] twijfel in je ogen
en ik [E] ken je diepste angst, _ _ _ [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
En _ _ _ _ [Am]
als je smorgens opstaat ben ik bij je en misschien [C] heb ik al tegenzet _ _ _ _ _ [Am]
en als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen [F] en als het regent gaan we [G] terug in bed.
_ [C]
Uren langzaam wakker worden, zweven door de tijd, [F] ik zie het licht door de gordijnen [G] en ik weet, verleden [E] geeft geen zekerheid, _ _ _ _ [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in jou [C] en mij. _ _
_ _ _ [F] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ [F] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [B] _ _ _ [Am] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [Am] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [Am] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [Am] _
_ [E] _ _ _ _ _ _ _
_ [Am] _ _ _ _ _ _
Ik doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker en straatlantaarn buiten geeft wat [G] licht en de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen.
De stoelen staan te wachten op de ontwijt en morgen word ik wakker met de geur van brood en honing, [G] de glans van het gouden zonlicht in [E] jouw haar.
En [Am] de dingen in de [C] kamer, [F#] ik zeg ze wel te [F]
rusten, [C] vanavond gaan we slapen en morgen zien we [E] wel, maar [A] de dingen in de kamer zouden [E] levenloze dingen zijn [D] _ _ zonder [A] jou [Am] en je kunt niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in jou en mij.
_ _ [C] _ _ Ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof, ik geloof in [C] jou en mij.
[Am] En je kunt niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in jou [C] en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof _ in jou en mij. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Am] Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken en te hopen dat je lichten doet. _ _
_ _ Laat buiten de stormwind nu maar razen in het donker, [F] want binnen is het warm en [G] licht en goed.
_ _ [C] Hand in hand naar buiten kijken waar de regen valt, [F] ik zie het vuur van hoop en [G] twijfel in je ogen
en ik [E] ken je diepste angst, _ _ _ [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
En _ _ _ _ [Am]
als je smorgens opstaat ben ik bij je en misschien [C] heb ik al tegenzet _ _ _ _ _ [Am]
en als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen [F] en als het regent gaan we [G] terug in bed.
_ [C]
Uren langzaam wakker worden, zweven door de tijd, [F] ik zie het licht door de gordijnen [G] en ik weet, verleden [E] geeft geen zekerheid, _ _ _ _ [Am] want je kunt niet zeker weten [F] en alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in [C] jou en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in jou [C] en mij. _ _
_ _ _ [F] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ [C] _
_ _ _ [F] _ _ _ _ [Em] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [B] _ _ _ [Am] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [Am] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [Am] _
_ [E] _ _ _ _ [B] _ _ [Am] _
_ [E] _ _ _ _ _ _ _
_ [Am] _ _ _ _ _ _
Ik doe de lichten uit en de kamer wordt nu donker en straatlantaarn buiten geeft wat [G] licht en de dingen in de kamer worden vrienden die gaan slapen.
De stoelen staan te wachten op de ontwijt en morgen word ik wakker met de geur van brood en honing, [G] de glans van het gouden zonlicht in [E] jouw haar.
En [Am] de dingen in de [C] kamer, [F#] ik zeg ze wel te [F]
rusten, [C] vanavond gaan we slapen en morgen zien we [E] wel, maar [A] de dingen in de kamer zouden [E] levenloze dingen zijn [D] _ _ zonder [A] jou [Am] en je kunt niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, [G] ik geloof, ik geloof, [F] ik geloof in jou en mij.
_ _ [C] _ _ Ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof, ik geloof in [C] jou en mij.
[Am] En je kunt niet zeker weten, [F] want alles gaat voorbij, maar [C] ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F]
geloof in jou [C] en mij.
Ik geloof, ik geloof, ik [G] geloof, ik geloof, ik [F] geloof _ in jou en mij. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _