Chords for BöKKERS - NOOIT MEER NOAR HUUS

Tempo:
109.7 bpm
Chords used:

A

D

C

E

Am

Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Show Tuner
BöKKERS - NOOIT MEER NOAR HUUS chords
Start Jamming...
Ik pak mijn jas, ik pak mijn knipstap op de fiets en dan ben ik te snel van deur.
Ik kijk al 4 keer achter hem, dorst dit mijn vrouwhoofd schudden bij de deur.
Ik schroef de deuren van de kroeg los en [F] schroef langzaam het gedien op [A] zich.
Er is een [Ab] hele opkundigheid, [D] ik zie hoe alle [A] kenties naar me kijken.
[Am] [B] Doe me [D] de nacht maar in, het geeft mijn grootste welf.
En het allermooiste dient, [A] die heeft die nummer verteld.
[D] Die welberinte epper, die zit schoon bij kenties.
[C] Maar dat kan me niks [E] verrekken, want wie gaat nooit meer naar [A] huis.
De kerst die staat te zoepen en de vrolijk staat te zappen aan de maas.
Want dat gloer en dat gegiegel raak ik alle machten in de waard.
De stadsverzeker vliegt te kijken, maar er is er eentje heel mooi rond en blauw.
Van hoe al heel erg lang te praten en ik knip hem zachtjes in de koo.
[Am] [A] Doe me [D] de nacht maar in, het geeft mijn grootste welf.
En het allermooiste dient, [A] die heeft die nummer verteld.
[D] Die welberinte epper, die zit schoon bij kenties.
[B] Maar dat kan me [C] niks [G] verrekken, [E] want wie gaat nooit meer naar [D] huis.
[Am] [A]
[D] [C]
[E] Doe me [D] de nacht maar in, het geeft mijn grootste welf.
En het allermooiste dient, [A] die heeft die nummer verteld.
[D] Die welberinte epper, die zit schoon bij kenties.
[C] Maar dat kan me niks [Bm] verrekken, [E] want wie gaat nooit meer naar [A] huis.
Maar dat kan me niks verrekken, want wie gaat nooit meer naar huis.
[C]
Key:  
A
1231
D
1321
C
3211
E
2311
Am
2311
A
1231
D
1321
C
3211
Show All Diagrams
Chords
NotesBeta
Download PDF
Download Midi
Edit This Version
Hide Lyrics Hint
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Ik pak mijn jas, ik pak mijn knipstap op de fiets en dan ben ik te snel van deur.
_ _ _ Ik kijk al 4 keer achter hem, dorst dit mijn vrouwhoofd schudden bij de deur.
_ _ _ _ _ Ik schroef de deuren van de kroeg los en [F] schroef langzaam het gedien op [A] zich.
_ _ _ _ _ Er is een [Ab] hele opkundigheid, [D] ik zie hoe alle [A] kenties naar me kijken.
_ [Am] _ _ _ [B] Doe me [D] de nacht maar in, het geeft mijn grootste welf.
En het allermooiste dient, [A] die heeft die nummer verteld.
[D] Die welberinte epper, die zit schoon bij kenties.
[C] Maar dat kan me niks [E] verrekken, want wie gaat nooit meer naar [A] huis. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ De kerst die staat te zoepen en de vrolijk staat te zappen aan de maas.
_ _ _ _ Want dat gloer en dat gegiegel raak ik alle machten in de waard.
_ _ _ _ De stadsverzeker vliegt te kijken, maar er is er eentje heel mooi rond en blauw.
_ _ _ Van hoe al heel erg lang te praten en ik knip hem zachtjes in de koo.
_ _ [Am] _ _ _ [A] Doe me [D] de nacht maar in, het geeft mijn grootste welf.
En het allermooiste dient, [A] die heeft die nummer verteld.
[D] Die welberinte epper, die zit schoon bij kenties.
[B] Maar dat kan me [C] niks [G] verrekken, [E] want wie gaat nooit meer naar [D] huis. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [Am] _ _ _ [A] _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ [E] _ _ Doe me [D] de nacht maar in, het geeft mijn grootste welf.
En het allermooiste dient, [A] die heeft die nummer verteld.
[D] Die welberinte epper, die zit schoon bij kenties.
[C] Maar dat kan me niks [Bm] verrekken, [E] want wie gaat nooit meer naar [A] huis.
_ _ Maar dat kan me niks verrekken, want wie gaat nooit meer naar huis.
_ _ _ _ _ [C] _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _