Chords for Bart Van Den Bosche - Jij bent de zon
Tempo:
97.95 bpm
Chords used:
C
G
F
D
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
Soms droom [C] ik dat jij [G] er [C] niet meer zal [G] zijn.
Dat ik alleen ben, [D] alleen en [C] heel klein.
[G] [C] Klein en onzeker, [G] onzeker en bang.
[D]
[G] Bang voor de toekomst, [A] maar dat [B] duurt nooit [C] lang.
[G] Want die dromen [F] vervagen als sneeuw [C] voor de zon.
[G] Als ik denk aan die dagen dat het [C] begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
[G] Jij bent de liefde, ga [C] met me mee.
[F] Jij bent de zon, jij [C] bent de zee.
[G] Jij bent de liefde, [C] ga met me [F] mee.
[C] Want dan gaan we samen [G] [C] naar verre landen.
[G] Een eiland omringd [D] door [C] goudgele stranden.
[G] We [C] leven van liefde, [G] de zon en de zee.
Dus blijf daar niet zitten en [C] kom met me mee.
Want als [F] dromen vervagen als [C] sneeuw voor de zon.
Denk dan [G] aan die dagen dat [C] het begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij bent de [C] zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me [F] mee.
[C] Want de tijd zal ons leren wat wij nog niet weten.
De tijd [G] zal ons leren verdriet [C] te vergeten.
Dus kijk naar de wolken en drijf [G] met ze mee.
Lach naar het leven en kom [C] met me mee.
Want [G] als [F] dromen vervagen als sneeuw [C] voor de zon.
Denk dan [G] aan die dagen dat [C] het begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me [F] mee.
[C] Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde van [C] het meneer.
Jij [F] bent, jij [C] bent de zee.
[G] [C]
[F] [C]
Soms droom [C] ik dat jij [G] er [C] niet meer zal [G] zijn.
Dat ik alleen ben, [D] alleen en [C] heel klein.
[G] [C] Klein en onzeker, [G] onzeker en bang.
[D]
[G] Bang voor de toekomst, [A] maar dat [B] duurt nooit [C] lang.
[G] Want die dromen [F] vervagen als sneeuw [C] voor de zon.
[G] Als ik denk aan die dagen dat het [C] begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
[G] Jij bent de liefde, ga [C] met me mee.
[F] Jij bent de zon, jij [C] bent de zee.
[G] Jij bent de liefde, [C] ga met me [F] mee.
[C] Want dan gaan we samen [G] [C] naar verre landen.
[G] Een eiland omringd [D] door [C] goudgele stranden.
[G] We [C] leven van liefde, [G] de zon en de zee.
Dus blijf daar niet zitten en [C] kom met me mee.
Want als [F] dromen vervagen als [C] sneeuw voor de zon.
Denk dan [G] aan die dagen dat [C] het begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij bent de [C] zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me [F] mee.
[C] Want de tijd zal ons leren wat wij nog niet weten.
De tijd [G] zal ons leren verdriet [C] te vergeten.
Dus kijk naar de wolken en drijf [G] met ze mee.
Lach naar het leven en kom [C] met me mee.
Want [G] als [F] dromen vervagen als sneeuw [C] voor de zon.
Denk dan [G] aan die dagen dat [C] het begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me [F] mee.
[C] Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde van [C] het meneer.
Jij [F] bent, jij [C] bent de zee.
[G] [C]
[F] [C]
Key:
C
G
F
D
A
C
G
F
[G] _ _ _ _ _ _
_ _ Soms droom [C] ik dat jij [G] er [C] niet meer zal [G] zijn.
Dat ik alleen ben, [D] alleen en [C] heel klein.
[G] [C] Klein en onzeker, [G] onzeker en bang.
[D]
[G] Bang voor de toekomst, [A] maar dat [B] duurt nooit [C] lang.
[G] Want die dromen [F] vervagen als sneeuw [C] voor de zon.
[G] Als ik denk aan die dagen dat het [C] begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
[G] Jij bent de liefde, ga [C] met me mee.
[F] Jij bent de zon, jij [C] bent de zee.
[G] Jij bent de liefde, [C] ga met me [F] mee.
[C] _ Want dan gaan we samen [G] [C] naar verre landen.
[G] Een eiland omringd [D] door [C] goudgele stranden.
[G] We [C] leven van liefde, [G] de zon en de zee.
Dus blijf daar niet zitten en [C] kom met me mee.
Want als [F] dromen vervagen als [C] sneeuw voor de zon.
Denk dan [G] aan die dagen dat [C] het begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij bent de [C] zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me [F] mee.
[C] _ Want de tijd zal ons leren wat wij nog niet weten.
De tijd [G] zal ons leren verdriet [C] te vergeten.
Dus kijk naar de wolken en drijf [G] met ze mee.
Lach naar het leven en kom [C] met me mee.
Want [G] als [F] dromen vervagen als sneeuw [C] voor de zon.
Denk dan [G] aan die dagen dat [C] het begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me [F] mee.
[C] _ Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde van [C] het meneer.
Jij [F] bent, jij [C] bent de zee. _
[G] _ _ _ [C] _ _ _
[F] _ _ _ [C] _ _ _
_ _ Soms droom [C] ik dat jij [G] er [C] niet meer zal [G] zijn.
Dat ik alleen ben, [D] alleen en [C] heel klein.
[G] [C] Klein en onzeker, [G] onzeker en bang.
[D]
[G] Bang voor de toekomst, [A] maar dat [B] duurt nooit [C] lang.
[G] Want die dromen [F] vervagen als sneeuw [C] voor de zon.
[G] Als ik denk aan die dagen dat het [C] begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
[G] Jij bent de liefde, ga [C] met me mee.
[F] Jij bent de zon, jij [C] bent de zee.
[G] Jij bent de liefde, [C] ga met me [F] mee.
[C] _ Want dan gaan we samen [G] [C] naar verre landen.
[G] Een eiland omringd [D] door [C] goudgele stranden.
[G] We [C] leven van liefde, [G] de zon en de zee.
Dus blijf daar niet zitten en [C] kom met me mee.
Want als [F] dromen vervagen als [C] sneeuw voor de zon.
Denk dan [G] aan die dagen dat [C] het begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij bent de [C] zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me [F] mee.
[C] _ Want de tijd zal ons leren wat wij nog niet weten.
De tijd [G] zal ons leren verdriet [C] te vergeten.
Dus kijk naar de wolken en drijf [G] met ze mee.
Lach naar het leven en kom [C] met me mee.
Want [G] als [F] dromen vervagen als sneeuw [C] voor de zon.
Denk dan [G] aan die dagen dat [C] het begon.
Dan vul [F] ik mijn glas en drink [C] ik op jou.
Dan vul [G] ik mijn longen en zing [C] ik voor jou.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me [F] mee.
[C] _ Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde, ga [C] met me mee.
Jij [F] bent de zon, jij [C] bent de zee.
Jij [G] bent de liefde van [C] het meneer.
Jij [F] bent, jij [C] bent de zee. _
[G] _ _ _ [C] _ _ _
[F] _ _ _ [C] _ _ _