Bingo Chords by André Van Duin
Tempo:
108.2 bpm
Chords used:
Am
G
Ab
Abm
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Ik ben een gokker, mijn naam is [Gbm] Hein.
Ik koop altijd loodjes per dozijn.
Aan alle spelletjes doe ik mee, van kranten, [Gb] radio en tv.
En in mijn stamkroeg op de hoek, daar breng ik een peen.
Geurt je zoek met bingo.
Bingo!
Bingo!
Een vaste plaatsje heb ik daar, een kruk op het hookje van de bar.
Om acht uur gaat het spel van start, de prijzen liggen op het miljard.
De bingo kaarten koop ik bij Hans, ik neem er twee, dus dubbele kans op bingo.
Bingo!
[G]
Attentie, daar gaan we.
De eerste ronde die begint, en iedereen hoopt dat hij wint.
Mijn nummers vallen stuk voor stuk, ik moet gaan winnen, ik heb geluk.
Mijn kaart is nu al bijna vol, mijn hart, dat slaat hem van op hoop.
Bingo!
Bingo!
Bingo!
Goeie bingo!
Jammer, maar zo is het spel, alleen vervelend is het wel.
Ik koop weer een nieuwe bingo kaart, er binnen zijn twee mokkataarten.
Hij gaat lekker, ik ga zo door, nog maar één nummer en ik hoor Bingo!
Nee, eh Bingo!
[Dm] [Abm]
Dieze bingo is stuk!
Dezelfde vent weer van daarnet, nou wint hij weer een autopet.
Twee nieuwe kaarten, nieuwe ronde, [Ab] m'n geld vliegt weg, het is eigenlijk zonde.
Alhoewel, je kan ze keren, als je het maar blijft [Abm] proberen.
Alweer diezelfde vent, [Ab]
wanneer ik nou eens was.
Ik ben nu haast niet meer te houden, straks gaat die vent z'n bek verbouwen.
Eerst nog twintig kaarten [Abm] kopen, de prijs kan mij dan niet ontlopen.
De nummers vallen nu in groepen, ik haal vast adem om te roepen Bingo!
[Ab]
Ik word er
Ik ben stond niet te houden.
[Am]
Ik
Wat moet ik doen?
Ik
Nu koop ik honderd bingo [G] kaarten, een hele stapel, een [F] gevaarte.
En wat denk je?
Ik heb [G] prijs!
Bingo!
[Am] Ik raak volledig van de [A] wijs.
[G] De hele zaak geef ik te drinken.
En aan [Am] alle kanten hoor je klinken.
Ik [D] blijf je dronken, dat is een 135-grote drank.
[Am]
Eindelijk heb ik wat gewonnen.
[D]
Maar waar ben ik aan begonnen?
[Am]
Ik heb een prijs, een vingerplant.
[E]
Maar één ding zit me toch niet lekker, want
[Am] om die te winnen, niet normaal, dat [G]
kostte mij een kapitaal.
[Ab] Ik lijk wel gek, [A] ik had al veertig van die vingerplanten kunnen kopen voor al dat geld.
Wat ben ik mee bezig met die bingo?
Ik doe er nooit meer aan mee.
Goeienavond!
Ho!
[Am]
Ja, mag ik dan wel die ruit nog even met u afrekenen, hè?
[Db] Bingo!
Ik koop altijd loodjes per dozijn.
Aan alle spelletjes doe ik mee, van kranten, [Gb] radio en tv.
En in mijn stamkroeg op de hoek, daar breng ik een peen.
Geurt je zoek met bingo.
Bingo!
Bingo!
Een vaste plaatsje heb ik daar, een kruk op het hookje van de bar.
Om acht uur gaat het spel van start, de prijzen liggen op het miljard.
De bingo kaarten koop ik bij Hans, ik neem er twee, dus dubbele kans op bingo.
Bingo!
[G]
Attentie, daar gaan we.
De eerste ronde die begint, en iedereen hoopt dat hij wint.
Mijn nummers vallen stuk voor stuk, ik moet gaan winnen, ik heb geluk.
Mijn kaart is nu al bijna vol, mijn hart, dat slaat hem van op hoop.
Bingo!
Bingo!
Bingo!
Goeie bingo!
Jammer, maar zo is het spel, alleen vervelend is het wel.
Ik koop weer een nieuwe bingo kaart, er binnen zijn twee mokkataarten.
Hij gaat lekker, ik ga zo door, nog maar één nummer en ik hoor Bingo!
Nee, eh Bingo!
[Dm] [Abm]
Dieze bingo is stuk!
Dezelfde vent weer van daarnet, nou wint hij weer een autopet.
Twee nieuwe kaarten, nieuwe ronde, [Ab] m'n geld vliegt weg, het is eigenlijk zonde.
Alhoewel, je kan ze keren, als je het maar blijft [Abm] proberen.
Alweer diezelfde vent, [Ab]
wanneer ik nou eens was.
Ik ben nu haast niet meer te houden, straks gaat die vent z'n bek verbouwen.
Eerst nog twintig kaarten [Abm] kopen, de prijs kan mij dan niet ontlopen.
De nummers vallen nu in groepen, ik haal vast adem om te roepen Bingo!
[Ab]
Ik word er
Ik ben stond niet te houden.
[Am]
Ik
Wat moet ik doen?
Ik
Nu koop ik honderd bingo [G] kaarten, een hele stapel, een [F] gevaarte.
En wat denk je?
Ik heb [G] prijs!
Bingo!
[Am] Ik raak volledig van de [A] wijs.
[G] De hele zaak geef ik te drinken.
En aan [Am] alle kanten hoor je klinken.
Ik [D] blijf je dronken, dat is een 135-grote drank.
[Am]
Eindelijk heb ik wat gewonnen.
[D]
Maar waar ben ik aan begonnen?
[Am]
Ik heb een prijs, een vingerplant.
[E]
Maar één ding zit me toch niet lekker, want
[Am] om die te winnen, niet normaal, dat [G]
kostte mij een kapitaal.
[Ab] Ik lijk wel gek, [A] ik had al veertig van die vingerplanten kunnen kopen voor al dat geld.
Wat ben ik mee bezig met die bingo?
Ik doe er nooit meer aan mee.
Goeienavond!
Ho!
[Am]
Ja, mag ik dan wel die ruit nog even met u afrekenen, hè?
[Db] Bingo!
Key:
Am
G
Ab
Abm
A
Am
G
Ab
_ Ik ben een gokker, mijn naam is [Gbm] Hein.
Ik koop altijd loodjes per dozijn.
Aan alle spelletjes doe ik mee, van kranten, [Gb] radio en tv.
En in mijn stamkroeg op de hoek, daar breng ik een peen.
Geurt je zoek met bingo. _ _
Bingo!
_ _ Bingo! _
Een vaste plaatsje heb ik daar, een kruk op het hookje van de bar.
Om acht uur gaat het spel van start, de prijzen liggen op het miljard.
De bingo kaarten koop ik bij Hans, ik neem er twee, dus dubbele kans op bingo.
_ Bingo!
_ _ [G] _ _ _ _
Attentie, daar gaan we.
De eerste ronde die begint, en iedereen hoopt dat hij wint.
Mijn nummers vallen stuk voor stuk, ik moet gaan winnen, ik heb geluk.
Mijn kaart is nu al bijna vol, mijn hart, dat slaat hem van op hoop.
Bingo!
Bingo!
_ _ Bingo! _ _
Goeie bingo!
Jammer, maar zo is het spel, alleen vervelend is het wel.
Ik koop weer een nieuwe bingo kaart, er binnen zijn twee mokkataarten.
Hij gaat lekker, ik ga zo door, nog maar één nummer en ik hoor_ Bingo!
Nee, eh_ Bingo!
[Dm] _ _ _ [Abm] _ _
_ Dieze bingo is stuk!
Dezelfde vent weer van daarnet, nou wint hij weer een autopet.
Twee nieuwe kaarten, nieuwe ronde, [Ab] m'n geld vliegt weg, het is eigenlijk zonde.
Alhoewel, je kan ze keren, als je het maar blijft [Abm] proberen. _
_ Alweer diezelfde vent, [Ab]
wanneer ik nou eens was.
Ik ben nu haast niet meer te houden, straks gaat die vent z'n bek verbouwen.
Eerst nog twintig kaarten [Abm] kopen, de prijs kan mij dan niet ontlopen.
De nummers vallen nu in groepen, ik haal vast adem om te roepen_ Bingo!
[Ab]
Ik word er_
Ik ben stond niet te houden.
[Am] _
Ik_
Wat moet ik doen?
Ik_
Nu koop ik honderd bingo [G] kaarten, een hele stapel, een [F] gevaarte.
En wat denk je?
Ik heb [G] prijs!
Bingo!
[Am] Ik raak volledig van de [A] wijs.
[G] De hele zaak geef ik te drinken.
En aan [Am] alle kanten hoor je klinken.
Ik [D] blijf je dronken, dat is een 135-grote drank.
[Am] _
Eindelijk heb ik wat gewonnen.
[D]
Maar waar ben ik aan begonnen?
[Am]
Ik heb een prijs, een vingerplant.
_ [E]
Maar één ding zit me toch niet lekker, want_
[Am] om die te winnen, niet normaal, dat [G]
kostte mij een kapitaal.
[Ab] Ik lijk wel gek, [A] ik had al veertig van die vingerplanten kunnen kopen voor al dat geld.
Wat ben ik mee bezig met die bingo?
Ik doe er nooit meer aan mee. _ _
_ _ _ _ Goeienavond!
Ho!
[Am] _ _ _
Ja, mag ik dan wel die ruit nog even met u afrekenen, hè?
_ [Db] Bingo! _ _ _
Ik koop altijd loodjes per dozijn.
Aan alle spelletjes doe ik mee, van kranten, [Gb] radio en tv.
En in mijn stamkroeg op de hoek, daar breng ik een peen.
Geurt je zoek met bingo. _ _
Bingo!
_ _ Bingo! _
Een vaste plaatsje heb ik daar, een kruk op het hookje van de bar.
Om acht uur gaat het spel van start, de prijzen liggen op het miljard.
De bingo kaarten koop ik bij Hans, ik neem er twee, dus dubbele kans op bingo.
_ Bingo!
_ _ [G] _ _ _ _
Attentie, daar gaan we.
De eerste ronde die begint, en iedereen hoopt dat hij wint.
Mijn nummers vallen stuk voor stuk, ik moet gaan winnen, ik heb geluk.
Mijn kaart is nu al bijna vol, mijn hart, dat slaat hem van op hoop.
Bingo!
Bingo!
_ _ Bingo! _ _
Goeie bingo!
Jammer, maar zo is het spel, alleen vervelend is het wel.
Ik koop weer een nieuwe bingo kaart, er binnen zijn twee mokkataarten.
Hij gaat lekker, ik ga zo door, nog maar één nummer en ik hoor_ Bingo!
Nee, eh_ Bingo!
[Dm] _ _ _ [Abm] _ _
_ Dieze bingo is stuk!
Dezelfde vent weer van daarnet, nou wint hij weer een autopet.
Twee nieuwe kaarten, nieuwe ronde, [Ab] m'n geld vliegt weg, het is eigenlijk zonde.
Alhoewel, je kan ze keren, als je het maar blijft [Abm] proberen. _
_ Alweer diezelfde vent, [Ab]
wanneer ik nou eens was.
Ik ben nu haast niet meer te houden, straks gaat die vent z'n bek verbouwen.
Eerst nog twintig kaarten [Abm] kopen, de prijs kan mij dan niet ontlopen.
De nummers vallen nu in groepen, ik haal vast adem om te roepen_ Bingo!
[Ab]
Ik word er_
Ik ben stond niet te houden.
[Am] _
Ik_
Wat moet ik doen?
Ik_
Nu koop ik honderd bingo [G] kaarten, een hele stapel, een [F] gevaarte.
En wat denk je?
Ik heb [G] prijs!
Bingo!
[Am] Ik raak volledig van de [A] wijs.
[G] De hele zaak geef ik te drinken.
En aan [Am] alle kanten hoor je klinken.
Ik [D] blijf je dronken, dat is een 135-grote drank.
[Am] _
Eindelijk heb ik wat gewonnen.
[D]
Maar waar ben ik aan begonnen?
[Am]
Ik heb een prijs, een vingerplant.
_ [E]
Maar één ding zit me toch niet lekker, want_
[Am] om die te winnen, niet normaal, dat [G]
kostte mij een kapitaal.
[Ab] Ik lijk wel gek, [A] ik had al veertig van die vingerplanten kunnen kopen voor al dat geld.
Wat ben ik mee bezig met die bingo?
Ik doe er nooit meer aan mee. _ _
_ _ _ _ Goeienavond!
Ho!
[Am] _ _ _
Ja, mag ik dan wel die ruit nog even met u afrekenen, hè?
_ [Db] Bingo! _ _ _