André van Duin & André Rieu – Ma Ma Maastricht Chords
Tempo:
100.625 bpm
Chords used:
B
E
F#
D#
G#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E]
[B] [E] Ik ben een Rotterdammer.
Ik ben een Rotterdammer, [B] maar ik woon in Amsterdam.
Ach, je hebt het niet voor het zeggen waar [E] je ooit herwereld kwam.
Ik weet dat ons kleine landje [B] heel veel mooie steden biedt.
[F#] Maar als ik in [B] Maastricht kom, [F#] dan valt alles [B] in het niet.
[N]
Wat [E] kan er mooier zijn dan [B] hier te zijn geboren.
Een wandeling te maken langs [E] de oude Maas.
Wakker worden met de [B] geur van verse vlaaien.
[F#] Of met een [B] kater op de [F#] stoep van de [B] Servaas.
[G#m]
[B] [E] Maastricht, je [Em] parel van het [B] zuiden.
Maastricht, een eeuwenoud [E] gedicht.
Maastricht, waar altijd klokken [B]
luien.
[G#m] Zodat je [F#] dag en nacht kan horen [B] waar het ligt.
[G#m] [B] [E]
Maastricht, daar valt je mond van [B] open.
Maastricht, [F#m] ons lieve [B] [E]
vrouwenplein.
Maastricht, te gek om los te [A] lopen.
[Am] Het lijkt me [E] heerlijk [B] een [E] Maastrichtenaar te zijn.
Als ik geen auto had, dan ging ik op de [B] brommer.
Als ik geen brommer had, dan ging ik met de trein.
Als de trein niet ging, [B] dan ging ik lopen.
Ik wil [F#] hoe dan ook [B]
vanavond op [F#] het vrijdag [B] zijn.
[C#m] [D#] [E] Maastricht, je [Em] parel van het [B] zuiden.
Maastricht, een eeuwenoud [E] gedicht.
Maastricht, waar altijd [B] klokken luien.
[F#] Zodat je dag en nacht kan horen waar het [G#m] ligt.
[C#m] [D#]
[E] Maastricht, daar [Em] valt je mond van [B] open.
Maastricht, ons lieve [E]
vrouwenplein.
Maastricht, te gek om los te [A] lopen.
[Am] Het [E] lijkt me heerlijk [B] een Maastrichtenaar [E] te zijn.
[D#]
[E] Wacht even, [C#] André.
[B]
Sorry, [N] ik bedoel meneer Jeugd.
Ik hoor dat de mensen graag meezingen.
U wilt graag meezingen dit lied?
Goed zo, mevrouw.
Doe het gebit maar in het tasje als je me meezingt. Gezellig.
Als we meezingen zou het fijn zijn, het gaat over Maastricht,
dat we het ook in het Maastricht doen.
Ja.
Ik spreek toevallig een aardig mondje Maastricht.
Wat schrijf je dan?
Moslief.
Moslief, dan moet je het langer hebben.
Langer?
Ja, zoals She too. Moes.
Moes de gies.
Of wat hebben we?
Shut the pummel.
[G#]
[N] Omdat ik een beetje Maastrichts kan praten, ik wil mijn nieuwe CD
in het Maastrichts opnemen.
Al mijn oude successen ga ik in het Maastrichts doen.
Er zit een peert in de geng.
Zoals hier in Maastricht, er staat een scheng in de geng.
Ik heb dit liedje in het Maastrichts vertaald.
Ik moet de teksten [D#] bijhouden.
[E] Als we het allemaal meedoen.
Je kunt het [G#m] meedoen in het Maastricht.
[D#]
[E] Maastricht, die speel van het [B] zuur.
Maastricht, [C#] een schuin [E]
gedicht.
Maastricht, hoe die toekomt.
[B] Zoek dat [F#] gedagenaamd het zuur [B] ongeluk.
[G#m] [B]
[E] Maastricht, daar valt die [B] pop van boven.
[B] Maastricht, [C#] om het slib van me te [E] blenden.
Maastricht, de deur om los [A] te lopen.
Het [E] ligt me [B] heerlijk, de Maastrichter die je [E] te zien.
[C#m] Maastricht, [D#]
[E] de [A] peil van [B] het zuur.
Maastricht, [C#] een schuin [D#] gedicht.
[E] Maastricht, hoe altijd [B] vlokken nu je.
Maastricht, [B] zoek dat [F#]
gedagenaamd het zuur [B] ongeluk.
[C#m]
[B] [E] Maastricht, daar valt [Em] die pop van [B] boven.
Maastricht, [C#]
om het slib van [E] me te blenden.
[F#m] [E] Maastricht, de deur om los te [A] lopen.
[Am] Het ligt [E] me heerlijk, [B] de Maastrichter die je te [E] zien.
[Am]
Het ligt me [E] heerlijk, [B] de Maastrichter die je [E] te zien.
[Am] [E] [N]
[B] [E] Ik ben een Rotterdammer.
Ik ben een Rotterdammer, [B] maar ik woon in Amsterdam.
Ach, je hebt het niet voor het zeggen waar [E] je ooit herwereld kwam.
Ik weet dat ons kleine landje [B] heel veel mooie steden biedt.
[F#] Maar als ik in [B] Maastricht kom, [F#] dan valt alles [B] in het niet.
[N]
Wat [E] kan er mooier zijn dan [B] hier te zijn geboren.
Een wandeling te maken langs [E] de oude Maas.
Wakker worden met de [B] geur van verse vlaaien.
[F#] Of met een [B] kater op de [F#] stoep van de [B] Servaas.
[G#m]
[B] [E] Maastricht, je [Em] parel van het [B] zuiden.
Maastricht, een eeuwenoud [E] gedicht.
Maastricht, waar altijd klokken [B]
luien.
[G#m] Zodat je [F#] dag en nacht kan horen [B] waar het ligt.
[G#m] [B] [E]
Maastricht, daar valt je mond van [B] open.
Maastricht, [F#m] ons lieve [B] [E]
vrouwenplein.
Maastricht, te gek om los te [A] lopen.
[Am] Het lijkt me [E] heerlijk [B] een [E] Maastrichtenaar te zijn.
Als ik geen auto had, dan ging ik op de [B] brommer.
Als ik geen brommer had, dan ging ik met de trein.
Als de trein niet ging, [B] dan ging ik lopen.
Ik wil [F#] hoe dan ook [B]
vanavond op [F#] het vrijdag [B] zijn.
[C#m] [D#] [E] Maastricht, je [Em] parel van het [B] zuiden.
Maastricht, een eeuwenoud [E] gedicht.
Maastricht, waar altijd [B] klokken luien.
[F#] Zodat je dag en nacht kan horen waar het [G#m] ligt.
[C#m] [D#]
[E] Maastricht, daar [Em] valt je mond van [B] open.
Maastricht, ons lieve [E]
vrouwenplein.
Maastricht, te gek om los te [A] lopen.
[Am] Het [E] lijkt me heerlijk [B] een Maastrichtenaar [E] te zijn.
[D#]
[E] Wacht even, [C#] André.
[B]
Sorry, [N] ik bedoel meneer Jeugd.
Ik hoor dat de mensen graag meezingen.
U wilt graag meezingen dit lied?
Goed zo, mevrouw.
Doe het gebit maar in het tasje als je me meezingt. Gezellig.
Als we meezingen zou het fijn zijn, het gaat over Maastricht,
dat we het ook in het Maastricht doen.
Ja.
Ik spreek toevallig een aardig mondje Maastricht.
Wat schrijf je dan?
Moslief.
Moslief, dan moet je het langer hebben.
Langer?
Ja, zoals She too. Moes.
Moes de gies.
Of wat hebben we?
Shut the pummel.
[G#]
[N] Omdat ik een beetje Maastrichts kan praten, ik wil mijn nieuwe CD
in het Maastrichts opnemen.
Al mijn oude successen ga ik in het Maastrichts doen.
Er zit een peert in de geng.
Zoals hier in Maastricht, er staat een scheng in de geng.
Ik heb dit liedje in het Maastrichts vertaald.
Ik moet de teksten [D#] bijhouden.
[E] Als we het allemaal meedoen.
Je kunt het [G#m] meedoen in het Maastricht.
[D#]
[E] Maastricht, die speel van het [B] zuur.
Maastricht, [C#] een schuin [E]
gedicht.
Maastricht, hoe die toekomt.
[B] Zoek dat [F#] gedagenaamd het zuur [B] ongeluk.
[G#m] [B]
[E] Maastricht, daar valt die [B] pop van boven.
[B] Maastricht, [C#] om het slib van me te [E] blenden.
Maastricht, de deur om los [A] te lopen.
Het [E] ligt me [B] heerlijk, de Maastrichter die je [E] te zien.
[C#m] Maastricht, [D#]
[E] de [A] peil van [B] het zuur.
Maastricht, [C#] een schuin [D#] gedicht.
[E] Maastricht, hoe altijd [B] vlokken nu je.
Maastricht, [B] zoek dat [F#]
gedagenaamd het zuur [B] ongeluk.
[C#m]
[B] [E] Maastricht, daar valt [Em] die pop van [B] boven.
Maastricht, [C#]
om het slib van [E] me te blenden.
[F#m] [E] Maastricht, de deur om los te [A] lopen.
[Am] Het ligt [E] me heerlijk, [B] de Maastrichter die je te [E] zien.
[Am]
Het ligt me [E] heerlijk, [B] de Maastrichter die je [E] te zien.
[Am] [E] [N]
Key:
B
E
F#
D#
G#m
B
E
F#
_ _ _ _ _ _ _ [E] _
_ _ [B] _ _ [E] _ _ Ik ben een Rotterdammer. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Ik ben een Rotterdammer, [B] maar ik woon in Amsterdam.
Ach, je hebt het niet voor het zeggen waar [E] je ooit herwereld kwam.
Ik weet dat ons kleine landje [B] heel veel mooie steden biedt.
[F#] Maar als ik in [B] Maastricht kom, [F#] dan valt alles [B] in het niet. _ _
_ [N] _ _ _ _ _ _ _
Wat [E] kan er mooier zijn dan [B] hier te zijn geboren.
Een wandeling te maken langs [E] de oude Maas.
_ Wakker worden met de [B] geur van verse vlaaien.
[F#] Of met een [B] kater op de [F#] stoep van de [B] Servaas.
_ _ [G#m] _ _
_ _ _ [B] _ _ [E] Maastricht, je [Em] parel van het [B] zuiden. _ _
Maastricht, een eeuwenoud [E] gedicht. _
_ Maastricht, waar altijd klokken [B]
luien.
_ [G#m] Zodat je [F#] dag en nacht kan horen [B] waar het ligt.
[G#m] _ _ _ _ [B] _ [E]
Maastricht, daar valt je mond van [B] open.
_ _ Maastricht, [F#m] ons lieve [B] _ [E]
vrouwenplein.
_ _ Maastricht, te gek om los te [A] lopen.
[Am] Het lijkt me [E] heerlijk [B] een _ [E] Maastrichtenaar te zijn.
_ _ Als ik geen auto had, dan ging ik op de [B] brommer.
Als ik geen brommer had, dan ging ik met de trein.
Als de trein niet ging, [B] dan ging ik lopen.
Ik wil [F#] hoe dan ook [B]
vanavond op [F#] het vrijdag [B] _ zijn. _
_ _ [C#m] _ _ [D#] _ _ [E] Maastricht, je [Em] parel van het [B] zuiden. _
_ Maastricht, een eeuwenoud [E] gedicht.
_ _ Maastricht, waar altijd [B] klokken luien.
_ [F#] Zodat je dag en nacht kan horen waar het [G#m] ligt.
_ [C#m] _ _ [D#] _ _
[E] Maastricht, daar [Em] valt je mond van [B] open.
_ _ Maastricht, ons lieve [E] _
vrouwenplein.
_ _ Maastricht, te gek om los te [A] lopen.
[Am] Het [E] lijkt me heerlijk [B] een Maastrichtenaar [E] te zijn.
_ _ [D#] _ _
_ [E] _ Wacht even, [C#] André.
_ [B] _
_ _ _ _ Sorry, [N] ik bedoel meneer Jeugd.
_ Ik hoor dat de mensen graag meezingen.
U wilt graag meezingen dit lied?
_ Goed zo, mevrouw.
Doe het gebit maar in het tasje als je me meezingt. Gezellig. _ _ _
Als we meezingen zou het fijn zijn, het gaat over Maastricht,
dat we het ook in het Maastricht doen.
_ Ja.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Ik spreek toevallig een aardig mondje Maastricht.
_ _ _ Wat schrijf je dan?
Moslief. _
_ _ Moslief, dan moet je het langer hebben.
Langer?
Ja, zoals_ She too. Moes. _ _
_ _ Moes de gies. _
Of wat hebben we?
Shut the pummel.
_ _ [G#] _
[N] Omdat ik een _ beetje Maastrichts kan praten, _ ik wil mijn nieuwe CD
in het Maastrichts opnemen.
Al mijn oude successen ga ik in het Maastrichts doen. _
Er zit een peert in de geng. _ _ _
Zoals hier in Maastricht, er staat een scheng in de geng. _ _ _
Ik heb dit liedje in het Maastrichts vertaald.
Ik moet de teksten [D#] bijhouden.
[E] Als we het allemaal meedoen.
Je kunt het [G#m] meedoen in het Maastricht.
_ _ _ _ [D#] _ _
[E] Maastricht, die speel van het [B] zuur.
_ _ Maastricht, [C#] een schuin _ [E] _
gedicht.
_ Maastricht, hoe die toekomt.
[B] _ _ Zoek dat [F#] gedagenaamd het zuur [B] ongeluk.
[G#m] _ _ _ [B] _
[E] Maastricht, _ daar valt die [B] pop van boven.
[B] _ Maastricht, [C#] om het slib van me te [E] blenden.
_ _ Maastricht, de deur om los [A] te lopen.
Het [E] ligt me [B] heerlijk, de Maastrichter die je [E] te zien.
_ [C#m] Maastricht, [D#] _
_ [E] _ _ de [A] peil van [B] het zuur.
_ _ Maastricht, [C#] een schuin _ [D#] gedicht.
_ [E] _ Maastricht, hoe altijd [B] vlokken nu je.
Maastricht, [B] zoek dat [F#] _
gedagenaamd het zuur [B] ongeluk.
_ _ [C#m] _
_ [B] _ _ [E] Maastricht, daar valt [Em] die pop van [B] boven.
_ _ Maastricht, [C#]
om het slib van [E] me te blenden.
_ _ [F#m] [E] Maastricht, de deur om los te [A] lopen.
[Am] Het ligt [E] me heerlijk, [B] de Maastrichter die je te [E] zien.
_ [Am]
Het ligt me [E] heerlijk, [B] de Maastrichter die je [E] te zien.
_ [Am] _ _ _ _ [E] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ [N] _ _ _ _ _ _ _
_ _ [B] _ _ [E] _ _ Ik ben een Rotterdammer. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Ik ben een Rotterdammer, [B] maar ik woon in Amsterdam.
Ach, je hebt het niet voor het zeggen waar [E] je ooit herwereld kwam.
Ik weet dat ons kleine landje [B] heel veel mooie steden biedt.
[F#] Maar als ik in [B] Maastricht kom, [F#] dan valt alles [B] in het niet. _ _
_ [N] _ _ _ _ _ _ _
Wat [E] kan er mooier zijn dan [B] hier te zijn geboren.
Een wandeling te maken langs [E] de oude Maas.
_ Wakker worden met de [B] geur van verse vlaaien.
[F#] Of met een [B] kater op de [F#] stoep van de [B] Servaas.
_ _ [G#m] _ _
_ _ _ [B] _ _ [E] Maastricht, je [Em] parel van het [B] zuiden. _ _
Maastricht, een eeuwenoud [E] gedicht. _
_ Maastricht, waar altijd klokken [B]
luien.
_ [G#m] Zodat je [F#] dag en nacht kan horen [B] waar het ligt.
[G#m] _ _ _ _ [B] _ [E]
Maastricht, daar valt je mond van [B] open.
_ _ Maastricht, [F#m] ons lieve [B] _ [E]
vrouwenplein.
_ _ Maastricht, te gek om los te [A] lopen.
[Am] Het lijkt me [E] heerlijk [B] een _ [E] Maastrichtenaar te zijn.
_ _ Als ik geen auto had, dan ging ik op de [B] brommer.
Als ik geen brommer had, dan ging ik met de trein.
Als de trein niet ging, [B] dan ging ik lopen.
Ik wil [F#] hoe dan ook [B]
vanavond op [F#] het vrijdag [B] _ zijn. _
_ _ [C#m] _ _ [D#] _ _ [E] Maastricht, je [Em] parel van het [B] zuiden. _
_ Maastricht, een eeuwenoud [E] gedicht.
_ _ Maastricht, waar altijd [B] klokken luien.
_ [F#] Zodat je dag en nacht kan horen waar het [G#m] ligt.
_ [C#m] _ _ [D#] _ _
[E] Maastricht, daar [Em] valt je mond van [B] open.
_ _ Maastricht, ons lieve [E] _
vrouwenplein.
_ _ Maastricht, te gek om los te [A] lopen.
[Am] Het [E] lijkt me heerlijk [B] een Maastrichtenaar [E] te zijn.
_ _ [D#] _ _
_ [E] _ Wacht even, [C#] André.
_ [B] _
_ _ _ _ Sorry, [N] ik bedoel meneer Jeugd.
_ Ik hoor dat de mensen graag meezingen.
U wilt graag meezingen dit lied?
_ Goed zo, mevrouw.
Doe het gebit maar in het tasje als je me meezingt. Gezellig. _ _ _
Als we meezingen zou het fijn zijn, het gaat over Maastricht,
dat we het ook in het Maastricht doen.
_ Ja.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Ik spreek toevallig een aardig mondje Maastricht.
_ _ _ Wat schrijf je dan?
Moslief. _
_ _ Moslief, dan moet je het langer hebben.
Langer?
Ja, zoals_ She too. Moes. _ _
_ _ Moes de gies. _
Of wat hebben we?
Shut the pummel.
_ _ [G#] _
[N] Omdat ik een _ beetje Maastrichts kan praten, _ ik wil mijn nieuwe CD
in het Maastrichts opnemen.
Al mijn oude successen ga ik in het Maastrichts doen. _
Er zit een peert in de geng. _ _ _
Zoals hier in Maastricht, er staat een scheng in de geng. _ _ _
Ik heb dit liedje in het Maastrichts vertaald.
Ik moet de teksten [D#] bijhouden.
[E] Als we het allemaal meedoen.
Je kunt het [G#m] meedoen in het Maastricht.
_ _ _ _ [D#] _ _
[E] Maastricht, die speel van het [B] zuur.
_ _ Maastricht, [C#] een schuin _ [E] _
gedicht.
_ Maastricht, hoe die toekomt.
[B] _ _ Zoek dat [F#] gedagenaamd het zuur [B] ongeluk.
[G#m] _ _ _ [B] _
[E] Maastricht, _ daar valt die [B] pop van boven.
[B] _ Maastricht, [C#] om het slib van me te [E] blenden.
_ _ Maastricht, de deur om los [A] te lopen.
Het [E] ligt me [B] heerlijk, de Maastrichter die je [E] te zien.
_ [C#m] Maastricht, [D#] _
_ [E] _ _ de [A] peil van [B] het zuur.
_ _ Maastricht, [C#] een schuin _ [D#] gedicht.
_ [E] _ Maastricht, hoe altijd [B] vlokken nu je.
Maastricht, [B] zoek dat [F#] _
gedagenaamd het zuur [B] ongeluk.
_ _ [C#m] _
_ [B] _ _ [E] Maastricht, daar valt [Em] die pop van [B] boven.
_ _ Maastricht, [C#]
om het slib van [E] me te blenden.
_ _ [F#m] [E] Maastricht, de deur om los te [A] lopen.
[Am] Het ligt [E] me heerlijk, [B] de Maastrichter die je te [E] zien.
_ [Am]
Het ligt me [E] heerlijk, [B] de Maastrichter die je [E] te zien.
_ [Am] _ _ _ _ [E] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ [N] _ _ _ _ _ _ _