'n Liedjie vir Jou - Jannie du Toit & Karen Zoid Chords
Tempo:
71.375 bpm
Chords used:
G
D
C
Em
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
Ik denk vanavond aan jou en aan die wilde kussen golven.
Ik denk vanavond aan jou en aan die eindeloze strand.
Ik denk aan rotskastelen, watervallen naar beneden.
En beste paaikjes zakken over de rand.
En ik wens dat hij een lekkie voor jou kon zijn.
[C]
[G] Ik wil dat jij die woorden zou verstaan.
[E] Ik wens dat hij [D] een lekkie voor jou kon zijn.
Ik wil zo weer een vonkel in een oerwijn.
[G]
Ik denk vanavond aan jou en aan die fisse rivier vallei.
Ik denk vanavond aan jou [C] en aan z'n kronkel, [G] kronkel, kronkel.
Ik wil gaan stroomversnellings aan die koude winternachten.
En konfuur aanden [D] op die [G] goudgeelse.
Ik wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] Ik wil dat [D] jij die woorden zou [G] verstaan.
[Em] Ja, wens dat hij [D] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] [Am] En ik wens dat hij [G] een vonkel in je [Em] oorwijn.
[D] [A]
[Em] [D] [A] Een vonkel in je [Em] oorwijn.
Ik wens dat hij [D] een vonkel [A] in je oorwijn.
Ik
[Em] [D] wens dat hij een vonkel in [A] je oorwijn.
[G] Ik denk vanavond aan [Bm] jou en aan [C] die blauw, blauw kapse [G] bergen.
Sprookjeslang tot bleek [Bm] wit op [C] een helder [D] sterlig aans.
[G] Ik denk aan waterpoelen, wit [C] brouilletje tegen die hangen.
[G]
Maar soms, voor een [C] ogenblik, net [G] aan jou.
Ik wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [G] kon zijn.
[C] [G] Ik wens dat jij [D] die woorden zou [G] verstaan.
Ja, wens dat hij [D] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] [C] Ik wens dat hij [G] een vonkel in je [C] oorwijn.
[G] Wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] Ik wens dat jij [D] die woorden zou [G] verstaan.
[Em] Ja, wens dat hij [G] een lekkie voor jou [A] kon zijn.
[C] Ik wens dat jij een vonkel in je [Em] oorwijn.
[D] [A]
[Em] [D] [A]
[Em] Ik wens dat jij een [D] vonkel in je [A] oorwijn.
[Em] Ik wens dat jij een [D] vonkel in je oorwijn.
Ik
[A] [G] wens dat ik [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
En ik wens zo weer een vonkel in jouw oorwijn.
[G] [N]
Ik denk vanavond aan jou en aan die wilde kussen golven.
Ik denk vanavond aan jou en aan die eindeloze strand.
Ik denk aan rotskastelen, watervallen naar beneden.
En beste paaikjes zakken over de rand.
En ik wens dat hij een lekkie voor jou kon zijn.
[C]
[G] Ik wil dat jij die woorden zou verstaan.
[E] Ik wens dat hij [D] een lekkie voor jou kon zijn.
Ik wil zo weer een vonkel in een oerwijn.
[G]
Ik denk vanavond aan jou en aan die fisse rivier vallei.
Ik denk vanavond aan jou [C] en aan z'n kronkel, [G] kronkel, kronkel.
Ik wil gaan stroomversnellings aan die koude winternachten.
En konfuur aanden [D] op die [G] goudgeelse.
Ik wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] Ik wil dat [D] jij die woorden zou [G] verstaan.
[Em] Ja, wens dat hij [D] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] [Am] En ik wens dat hij [G] een vonkel in je [Em] oorwijn.
[D] [A]
[Em] [D] [A] Een vonkel in je [Em] oorwijn.
Ik wens dat hij [D] een vonkel [A] in je oorwijn.
Ik
[Em] [D] wens dat hij een vonkel in [A] je oorwijn.
[G] Ik denk vanavond aan [Bm] jou en aan [C] die blauw, blauw kapse [G] bergen.
Sprookjeslang tot bleek [Bm] wit op [C] een helder [D] sterlig aans.
[G] Ik denk aan waterpoelen, wit [C] brouilletje tegen die hangen.
[G]
Maar soms, voor een [C] ogenblik, net [G] aan jou.
Ik wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [G] kon zijn.
[C] [G] Ik wens dat jij [D] die woorden zou [G] verstaan.
Ja, wens dat hij [D] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] [C] Ik wens dat hij [G] een vonkel in je [C] oorwijn.
[G] Wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] Ik wens dat jij [D] die woorden zou [G] verstaan.
[Em] Ja, wens dat hij [G] een lekkie voor jou [A] kon zijn.
[C] Ik wens dat jij een vonkel in je [Em] oorwijn.
[D] [A]
[Em] [D] [A]
[Em] Ik wens dat jij een [D] vonkel in je [A] oorwijn.
[Em] Ik wens dat jij een [D] vonkel in je oorwijn.
Ik
[A] [G] wens dat ik [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
En ik wens zo weer een vonkel in jouw oorwijn.
[G] [N]
Key:
G
D
C
Em
A
G
D
C
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ _ _ _ _
Ik denk vanavond aan jou en aan die wilde kussen golven.
Ik denk vanavond aan jou en aan die eindeloze strand.
Ik denk aan rotskastelen, watervallen naar beneden.
En beste paaikjes zakken over de rand. _ _
En ik wens dat hij een lekkie voor jou kon zijn.
[C] _ _
[G] Ik wil dat jij die woorden zou verstaan. _ _
[E] Ik wens dat hij [D] een lekkie voor jou kon zijn. _ _
Ik wil zo weer een vonkel in een oerwijn.
_ [G] _
_ _ _ _ Ik denk vanavond aan jou en aan die fisse rivier vallei.
Ik denk vanavond aan jou [C] en aan z'n kronkel, [G] kronkel, kronkel.
Ik wil gaan stroomversnellings aan die koude winternachten.
En konfuur aanden [D] op die [G] goudgeelse.
_ _ Ik wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] _ Ik wil dat [D] jij die woorden zou [G] _ verstaan.
[Em] Ja, wens dat hij [D] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
_ [G] _ [Am] En ik wens dat hij [G] een vonkel in je [Em] oorwijn.
_ [D] _ _ [A] _ _ _ _
[Em] _ _ [D] _ _ [A] _ Een vonkel in je [Em] oorwijn.
Ik wens dat hij [D] een vonkel [A] in je oorwijn.
Ik _
[Em] _ [D] wens dat hij een vonkel in [A] je oorwijn. _
[G] Ik denk vanavond aan [Bm] jou en aan [C] die blauw, blauw kapse [G] bergen.
Sprookjeslang tot bleek [Bm] wit op [C] een helder [D] sterlig aans.
[G] Ik denk aan waterpoelen, wit [C] brouilletje tegen die hangen.
[G]
Maar soms, voor een [C] ogenblik, _ net [G] aan jou.
_ _ Ik wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [G] kon zijn.
_ [C] _ [G] Ik wens dat jij [D] die woorden zou [G] _ verstaan.
Ja, wens dat hij [D] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] _ [C] Ik wens dat hij [G] een vonkel in je [C] oorwijn.
_ [G] _ Wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
_ [G] Ik wens dat jij [D] die woorden zou [G] _ verstaan.
[Em] Ja, wens dat hij [G] een lekkie voor jou [A] kon zijn.
_ _ [C] Ik wens dat jij een vonkel in je [Em] oorwijn.
_ [D] _ _ [A] _ _ _ _
[Em] _ _ [D] _ _ _ [A] _ _
[Em] Ik wens dat jij een [D] vonkel in je [A] oorwijn. _ _ _
[Em] Ik wens dat jij een [D] vonkel in je oorwijn.
Ik _ _
[A] [G] wens dat ik [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn. _
En ik wens zo weer een vonkel in jouw oorwijn.
_ _ [G] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ _ _ _ _ _
Ik denk vanavond aan jou en aan die wilde kussen golven.
Ik denk vanavond aan jou en aan die eindeloze strand.
Ik denk aan rotskastelen, watervallen naar beneden.
En beste paaikjes zakken over de rand. _ _
En ik wens dat hij een lekkie voor jou kon zijn.
[C] _ _
[G] Ik wil dat jij die woorden zou verstaan. _ _
[E] Ik wens dat hij [D] een lekkie voor jou kon zijn. _ _
Ik wil zo weer een vonkel in een oerwijn.
_ [G] _
_ _ _ _ Ik denk vanavond aan jou en aan die fisse rivier vallei.
Ik denk vanavond aan jou [C] en aan z'n kronkel, [G] kronkel, kronkel.
Ik wil gaan stroomversnellings aan die koude winternachten.
En konfuur aanden [D] op die [G] goudgeelse.
_ _ Ik wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] _ Ik wil dat [D] jij die woorden zou [G] _ verstaan.
[Em] Ja, wens dat hij [D] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
_ [G] _ [Am] En ik wens dat hij [G] een vonkel in je [Em] oorwijn.
_ [D] _ _ [A] _ _ _ _
[Em] _ _ [D] _ _ [A] _ Een vonkel in je [Em] oorwijn.
Ik wens dat hij [D] een vonkel [A] in je oorwijn.
Ik _
[Em] _ [D] wens dat hij een vonkel in [A] je oorwijn. _
[G] Ik denk vanavond aan [Bm] jou en aan [C] die blauw, blauw kapse [G] bergen.
Sprookjeslang tot bleek [Bm] wit op [C] een helder [D] sterlig aans.
[G] Ik denk aan waterpoelen, wit [C] brouilletje tegen die hangen.
[G]
Maar soms, voor een [C] ogenblik, _ net [G] aan jou.
_ _ Ik wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [G] kon zijn.
_ [C] _ [G] Ik wens dat jij [D] die woorden zou [G] _ verstaan.
Ja, wens dat hij [D] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
[G] _ [C] Ik wens dat hij [G] een vonkel in je [C] oorwijn.
_ [G] _ Wens dat hij [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn.
_ [G] Ik wens dat jij [D] die woorden zou [G] _ verstaan.
[Em] Ja, wens dat hij [G] een lekkie voor jou [A] kon zijn.
_ _ [C] Ik wens dat jij een vonkel in je [Em] oorwijn.
_ [D] _ _ [A] _ _ _ _
[Em] _ _ [D] _ _ _ [A] _ _
[Em] Ik wens dat jij een [D] vonkel in je [A] oorwijn. _ _ _
[Em] Ik wens dat jij een [D] vonkel in je oorwijn.
Ik _ _
[A] [G] wens dat ik [Bm] een lekkie voor jou [C] kon zijn. _
En ik wens zo weer een vonkel in jouw oorwijn.
_ _ [G] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _