Chords for #31 EERSTE REACTIE OP SCHOOL MATHEU📚 | JUNIOR SONGFESTIVAL 2019🇳🇱
Tempo:
195.45 bpm
Chords used:
D
G
F
C
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Oh jongens, het is best wel spannend eigenlijk.
Ze hebben dus volgens mij al mijn liedje op staan, maar ik hoor hem door de muur heen.
Kijk, ze zijn al los aan het gaan.
Dan weet ik [G] zeker dat ik dan met jou
[D]
Everyday you [Bm] spend your own and love
[Bbm] Hoi, welkom bij [B] me thuis.
Het is vandaag [Gb] de eerste [Db] schooldag na de finale [Dm] die ik heb gewonnen.
Ik heb [Ebm] super veel zin om weer naar [Ab] school te gaan en iedereen weer [B] te zien.
Kom op ons binnen, ik ga mijn spullen pakken.
[Gb] We gaan even mijn tas [Db] ontpakken, anders dan gaat het [Ebm] niet op tijd komen.
[B] We hebben vandaag, [Gb] hebben we Nederlands.
We hebben wiskunde.
Als het goed is komen we ook in de les in [Bb] wiskunde.
[Ebm] Wat ik wel heel leuk vind, dat [Ab] hebben we niet vandaag, maar dat is muziek [B] en biologie.
Zo'n soort docenten daarvoor zijn heel chill.
En [Db] muziek vind ik natuurlijk gewoon het leukste.
En [Gb] ja, oké we gaan naar [B] school jongens.
Kijk, ik moet natuurlijk het belangrijkste niet vergeten.
Deze hier.
[Ebm] We gaan nu naar school, [Db] ik ben benieuwd of ze het vinden.
We zijn onderweg naar [Gb] school.
Het is niet helemaal een rij, het is echt om de hoek.
En dan [B] ga ik mijn klas bezoeken.
Super [Db] veel zin in.
[Ebm] Ik heb berichtjes gehad, ik heb snapfilmpjes binnen [Db] gekregen.
En mensen die op de kermis waren die helemaal aan het springen waren omdat ik had gewonnen.
Moeten ze het [B] horen.
Dus ik heb wel al wat berichtjes gekregen, [Ebm] maar ik heb ze nog niet gezien.
[Db] Zo, open cake.
[Bbm] Oké, we zijn er jongens.
Zo, [B] we zijn op de school.
We gaan naar binnen.
[Eb] [Fm]
Ik heb wiskunde en de les is al begonnen.
Maar we gaan gewoon naar binnen lopen en kijken wat er gebeurt.
Ik ben heel [Eb] benieuwd.
Ik zie mijn mentor al jongens.
Daar staat ze, kijk eens.
[F] Goedendag.
[Gm] Hallo.
Doe eens toch.
Dankjewel.
[Eb] [F] Oh, nog drie [Gm] kussen.
Ja, natuurlijk.
Dankjewel.
[Eb] Graag gedaan.
Dankjewel hè.
[F]
Graag gedaan jongen.
[Gm] Nou, [Bb] wat een gezelligheid.
[Eb] We gaan nu naar mijn klas.
[F]
[Gm] En, hoe gaat het?
Ik vind het wel spannend.
Ik ben heel [Bb] benieuwd hoe ze gaan reageren.
Ik heb echt geen idee wat er gaat gebeuren.
[Eb] Maar het wordt vast leuk.
[F]
Het [Gm] is een let op dit [Bb] lokaal.
Deze.
[Eb] [F]
Oh, [Gm] het is best wel spannend [G] eigenlijk.
Ze hebben dus volgens mij al mijn liedje op staan.
Want ik hoor hem door de muur heen.
Kijk, ze zijn al los aan het gaan.
Dan weet ik zeker dat ik boos ben jou.
[D]
Everyday you spend in my heart.
Dankjewel.
Dankjewel.
[Bm] Yes.
Oh, wat een gevoeligheid.
Leuk dat je [A] er bent.
Kijk eens [D] jongens.
Het is helemaal [G] Hallo klas.
Goedemorgen jongens.
Ja, Mathieu is heel leuk in de klas.
Ja, echt.
Hij is wel de gangmaker, maar ook [Bm] heel lief en tiemide.
Ja, fijne jongen.
[A]
Mathieu is best wel druk in de klas, maar wel grappig.
[G]
Als hij er niet is, is de sfeer al [D] gelijk minder.
Ja, hij zingt [Bm] heel veel in de klas.
Meestal zingt [A] hij Engelse liedjes.
En [G] soms zijn eigen liedjes.
Ja, een beetje [D] raar.
Want hij is gewoon een BN [Bm]'er.
En je [G] verwacht niet dat hij gewoon in je klas zit.
Dan weet ik zeker dat ik boos ben jou.
Ja, hij zit [D] Kevin in me op.
Everyday you spin me [Bm] round and round.
De [A] lampen [D] zingen [G] als in Alstona.
[D]
Everyday you [Bm] spin me round and [D] round.
Wie heeft dit helemaal versierd?
Hij heeft het gedaan.
[Em]
[G]
[C] Nou, hallo klas.
[D] Hebben jullie het gezien?
Heeft iemand [G] het gezien?
Ja.
Ja, ik heb thuisje [C] gekeken.
Ik vond het echt [D] enorm leuk om te kijken.
[Em] En hij heeft het ook [G] echt eenmaal goed gedaan.
Ja, we vinden [D] het super leuk dat hij heeft gewonnen.
En [Em] we zijn ook super trots.
Ik snap niet hoe hij [G] dit kan doen [C]
zonder zenuwachtig [D] te zijn.
Ik vind dit [Em] heel [Gb] goed gedaan.
[Em] Heel trots.
En [Bm] trots hoe hij het doet.
[Em] En zijn ouders, hoe die achter hem [G] staan.
Geweldig, [Em] echt.
Hoe ik het vond?
Ja, [D] gaaf.
[Em] Ik had het eigenlijk niet verwacht.
[Bm] Maar [C] het is toch vet dat hij heeft gewonnen.
[D] Ja, ik had wel verwacht dat [Em] hij zou winnen.
Ik had er [G] zeker wel vertrouwen in.
[C] Ik ben heel trots op hem.
[G] En ik vind het heel leuk voor hem.
We hebben [Dm] allemaal Poolse [C] spulletjes [F] voor jou gekocht.
Die kun je een beetje [C] [F] voorbereiden.
O, dit is ook allemaal echt [C] Pools.
Een voorkoefje op [F] Polen.
Letterlijk.
[Am] Ik ben heel benieuwd hoe het gaat.
[Dm] Nou, [C] dankjewel.
Wat [F] gaan we als eerste [Am]
openmaken?
[Dm] Ik ga [C] dit doen, denk ik.
[F] [Am] Ga je straks even [F] uitdelen?
[C] Oké, neem [F] iedereen een en dan gaan we het gelijk even in de mond zetten, ja?
[C] [F] [Am]
[Dm] [C]
Dat [F] is mooi.
[Am] Drie, twee, één.
[C] [F]
[Am] [F]
[C] O!
Oké.
[F] Dit [Am]
smaakt een beetje [G] naar schuim.
Ik wil je eens laten zien.
O, superleuk.
Van mijn dochter.
Vind je het zo tof?
Ah.
[D]
Zo'n lach gewoon.
[G] En die van jouw school.
[Bb] [Gbm] O my god, jongens.
Ik wil echt kinderen laten als ik dit zie, ja.
Leuk.
[Dm]
Wat lief.
Geef ze maar een knuffel.
Ik vind wiskunde echt heel [A] moeilijk.
Maar je kan er dus gewoon met [Gm] het woord wiskunde carnaval aan.
[Dm]
Nou jongens, dit is hem dan.
Hij is weer heel.
Weet iemand wat er is gebeurd?
Heeft iemand het gezien?
[A] Ik heb laatst vallen.
[G]
[D]
[Bm] [A]
[Dm] [G]
Maar [D]
[Bm]
[A] [N] hij is weer heel.
Kijk, hij is heel mooi.
Wat vinden jullie van mijn vrouw?
Geweldig.
Echt goed gedaan.
Ja, echt.
Wat zei hij je ooit?
Ja, die moest hier gewoon lachen.
Mijn vader zei nog, toen hij daar boven stond, dat hij gaat hem dadelijk laten vallen.
Want ik had hem heel onhandig vast.
Precies twee seconden daarna liet hij hem vallen.
Dus, maar hij heeft het overleefd.
Super [Bm] goed gedaan.
Echt.
Ik had zoiets van, oh, stemmen.
Hij doet het [D] super goed.
Heeft u gestemd?
Ik heb gestemd.
[A] O, oké, ze heeft gestemd.
[G] Hallo.
Ik ben er eigenlijk achter gekomen [D] dat hij meedeed aan het Songfestival door hem te googelen.
Want hij zegt dan wel, ja, ik acteer en ik zing.
[A] Maar hij zegt dan maar heel weinig over wat hij dan doet.
[G] En ja, ik was een beetje starstruck toen [D] ik dat las.
Dus dat was wel heel [Bm] gaaf.
Ja.
[D] Hij staat heel [A] rustig onder.
Heel timide.
En [D] dan, ja, eigenlijk is het [G] best groot al.
[Bm] Ik denk dat hij het wel goed gaat doen in Polen.
Tuurlijk, nu [D] ging het ook goed.
Dus in Polen zal het ook zeker zo zijn.
[Em] Heel veel succes.
Geniet, [G] geniet.
Succes!
[Bb]
Dat was mijn klas.
Ik ga nu dus gewoon een beetje laten [Ebm] zien.
[F] [Bbm]
[Ab] Nou, [Ebm]
[Fm] [Bb] dit is mijn kluisje, jongens.
[Fm] Hier stop ik eigenlijk niet [Ebm] zo heel veel in.
[Bbm] Dus eigenlijk, ik stop meestal mijn jas erin.
Of mijn [Fm] tekendoos.
[Ebm]
Of iets van [Ab] chips of eten of zo.
Maar [Bbm] that's it.
[Fm] Dit is een soort [Ebm] van kantine-oula.
[Bb] Hier zit ik gewoon met mijn vrienden te eten en [F] zo.
Dus ja, that's it.
Dit is de [Eb] kantine.
Ik ben meestal in de ochtend te lui om zelf brood te smeren.
Dus wat ik dan ga doen, ik ga even hier lekker een fers [G] broodje halen.
En dan ga ik die lekker eten.
[C]
Gefeliciteerd hè, jongen.
We zijn trots op jou.
Dankjewel, mevrouw.
Heb je het gezien?
Ja, tuurlijk.
[Eb] Dankjewel.
Graag gedaan.
[G] [Db]
Nou, wat een liefde, [Abm] jongens.
Dit was mijn school.
En jullie hebben mijn klas behalve gezien.
[Db] Ik ga nu snel naar mijn [B] volgende les, anders kom ik veel te laat.
Ik ga [Ebm] deze aan jullie geven, [Db] anders ga ik hem weer laten vallen.
[Abm] Vergeet zeker niet te abonneren.
Doe een [Ebm] blauw duimpje omhoog.
[Db] En dan zie ik jullie in de volgende video.
[Abm] Doei doei!
[Bm] [D]
[N]
Ze hebben dus volgens mij al mijn liedje op staan, maar ik hoor hem door de muur heen.
Kijk, ze zijn al los aan het gaan.
Dan weet ik [G] zeker dat ik dan met jou
[D]
Everyday you [Bm] spend your own and love
[Bbm] Hoi, welkom bij [B] me thuis.
Het is vandaag [Gb] de eerste [Db] schooldag na de finale [Dm] die ik heb gewonnen.
Ik heb [Ebm] super veel zin om weer naar [Ab] school te gaan en iedereen weer [B] te zien.
Kom op ons binnen, ik ga mijn spullen pakken.
[Gb] We gaan even mijn tas [Db] ontpakken, anders dan gaat het [Ebm] niet op tijd komen.
[B] We hebben vandaag, [Gb] hebben we Nederlands.
We hebben wiskunde.
Als het goed is komen we ook in de les in [Bb] wiskunde.
[Ebm] Wat ik wel heel leuk vind, dat [Ab] hebben we niet vandaag, maar dat is muziek [B] en biologie.
Zo'n soort docenten daarvoor zijn heel chill.
En [Db] muziek vind ik natuurlijk gewoon het leukste.
En [Gb] ja, oké we gaan naar [B] school jongens.
Kijk, ik moet natuurlijk het belangrijkste niet vergeten.
Deze hier.
[Ebm] We gaan nu naar school, [Db] ik ben benieuwd of ze het vinden.
We zijn onderweg naar [Gb] school.
Het is niet helemaal een rij, het is echt om de hoek.
En dan [B] ga ik mijn klas bezoeken.
Super [Db] veel zin in.
[Ebm] Ik heb berichtjes gehad, ik heb snapfilmpjes binnen [Db] gekregen.
En mensen die op de kermis waren die helemaal aan het springen waren omdat ik had gewonnen.
Moeten ze het [B] horen.
Dus ik heb wel al wat berichtjes gekregen, [Ebm] maar ik heb ze nog niet gezien.
[Db] Zo, open cake.
[Bbm] Oké, we zijn er jongens.
Zo, [B] we zijn op de school.
We gaan naar binnen.
[Eb] [Fm]
Ik heb wiskunde en de les is al begonnen.
Maar we gaan gewoon naar binnen lopen en kijken wat er gebeurt.
Ik ben heel [Eb] benieuwd.
Ik zie mijn mentor al jongens.
Daar staat ze, kijk eens.
[F] Goedendag.
[Gm] Hallo.
Doe eens toch.
Dankjewel.
[Eb] [F] Oh, nog drie [Gm] kussen.
Ja, natuurlijk.
Dankjewel.
[Eb] Graag gedaan.
Dankjewel hè.
[F]
Graag gedaan jongen.
[Gm] Nou, [Bb] wat een gezelligheid.
[Eb] We gaan nu naar mijn klas.
[F]
[Gm] En, hoe gaat het?
Ik vind het wel spannend.
Ik ben heel [Bb] benieuwd hoe ze gaan reageren.
Ik heb echt geen idee wat er gaat gebeuren.
[Eb] Maar het wordt vast leuk.
[F]
Het [Gm] is een let op dit [Bb] lokaal.
Deze.
[Eb] [F]
Oh, [Gm] het is best wel spannend [G] eigenlijk.
Ze hebben dus volgens mij al mijn liedje op staan.
Want ik hoor hem door de muur heen.
Kijk, ze zijn al los aan het gaan.
Dan weet ik zeker dat ik boos ben jou.
[D]
Everyday you spend in my heart.
Dankjewel.
Dankjewel.
[Bm] Yes.
Oh, wat een gevoeligheid.
Leuk dat je [A] er bent.
Kijk eens [D] jongens.
Het is helemaal [G] Hallo klas.
Goedemorgen jongens.
Ja, Mathieu is heel leuk in de klas.
Ja, echt.
Hij is wel de gangmaker, maar ook [Bm] heel lief en tiemide.
Ja, fijne jongen.
[A]
Mathieu is best wel druk in de klas, maar wel grappig.
[G]
Als hij er niet is, is de sfeer al [D] gelijk minder.
Ja, hij zingt [Bm] heel veel in de klas.
Meestal zingt [A] hij Engelse liedjes.
En [G] soms zijn eigen liedjes.
Ja, een beetje [D] raar.
Want hij is gewoon een BN [Bm]'er.
En je [G] verwacht niet dat hij gewoon in je klas zit.
Dan weet ik zeker dat ik boos ben jou.
Ja, hij zit [D] Kevin in me op.
Everyday you spin me [Bm] round and round.
De [A] lampen [D] zingen [G] als in Alstona.
[D]
Everyday you [Bm] spin me round and [D] round.
Wie heeft dit helemaal versierd?
Hij heeft het gedaan.
[Em]
[G]
[C] Nou, hallo klas.
[D] Hebben jullie het gezien?
Heeft iemand [G] het gezien?
Ja.
Ja, ik heb thuisje [C] gekeken.
Ik vond het echt [D] enorm leuk om te kijken.
[Em] En hij heeft het ook [G] echt eenmaal goed gedaan.
Ja, we vinden [D] het super leuk dat hij heeft gewonnen.
En [Em] we zijn ook super trots.
Ik snap niet hoe hij [G] dit kan doen [C]
zonder zenuwachtig [D] te zijn.
Ik vind dit [Em] heel [Gb] goed gedaan.
[Em] Heel trots.
En [Bm] trots hoe hij het doet.
[Em] En zijn ouders, hoe die achter hem [G] staan.
Geweldig, [Em] echt.
Hoe ik het vond?
Ja, [D] gaaf.
[Em] Ik had het eigenlijk niet verwacht.
[Bm] Maar [C] het is toch vet dat hij heeft gewonnen.
[D] Ja, ik had wel verwacht dat [Em] hij zou winnen.
Ik had er [G] zeker wel vertrouwen in.
[C] Ik ben heel trots op hem.
[G] En ik vind het heel leuk voor hem.
We hebben [Dm] allemaal Poolse [C] spulletjes [F] voor jou gekocht.
Die kun je een beetje [C] [F] voorbereiden.
O, dit is ook allemaal echt [C] Pools.
Een voorkoefje op [F] Polen.
Letterlijk.
[Am] Ik ben heel benieuwd hoe het gaat.
[Dm] Nou, [C] dankjewel.
Wat [F] gaan we als eerste [Am]
openmaken?
[Dm] Ik ga [C] dit doen, denk ik.
[F] [Am] Ga je straks even [F] uitdelen?
[C] Oké, neem [F] iedereen een en dan gaan we het gelijk even in de mond zetten, ja?
[C] [F] [Am]
[Dm] [C]
Dat [F] is mooi.
[Am] Drie, twee, één.
[C] [F]
[Am] [F]
[C] O!
Oké.
[F] Dit [Am]
smaakt een beetje [G] naar schuim.
Ik wil je eens laten zien.
O, superleuk.
Van mijn dochter.
Vind je het zo tof?
Ah.
[D]
Zo'n lach gewoon.
[G] En die van jouw school.
[Bb] [Gbm] O my god, jongens.
Ik wil echt kinderen laten als ik dit zie, ja.
Leuk.
[Dm]
Wat lief.
Geef ze maar een knuffel.
Ik vind wiskunde echt heel [A] moeilijk.
Maar je kan er dus gewoon met [Gm] het woord wiskunde carnaval aan.
[Dm]
Nou jongens, dit is hem dan.
Hij is weer heel.
Weet iemand wat er is gebeurd?
Heeft iemand het gezien?
[A] Ik heb laatst vallen.
[G]
[D]
[Bm] [A]
[Dm] [G]
Maar [D]
[Bm]
[A] [N] hij is weer heel.
Kijk, hij is heel mooi.
Wat vinden jullie van mijn vrouw?
Geweldig.
Echt goed gedaan.
Ja, echt.
Wat zei hij je ooit?
Ja, die moest hier gewoon lachen.
Mijn vader zei nog, toen hij daar boven stond, dat hij gaat hem dadelijk laten vallen.
Want ik had hem heel onhandig vast.
Precies twee seconden daarna liet hij hem vallen.
Dus, maar hij heeft het overleefd.
Super [Bm] goed gedaan.
Echt.
Ik had zoiets van, oh, stemmen.
Hij doet het [D] super goed.
Heeft u gestemd?
Ik heb gestemd.
[A] O, oké, ze heeft gestemd.
[G] Hallo.
Ik ben er eigenlijk achter gekomen [D] dat hij meedeed aan het Songfestival door hem te googelen.
Want hij zegt dan wel, ja, ik acteer en ik zing.
[A] Maar hij zegt dan maar heel weinig over wat hij dan doet.
[G] En ja, ik was een beetje starstruck toen [D] ik dat las.
Dus dat was wel heel [Bm] gaaf.
Ja.
[D] Hij staat heel [A] rustig onder.
Heel timide.
En [D] dan, ja, eigenlijk is het [G] best groot al.
[Bm] Ik denk dat hij het wel goed gaat doen in Polen.
Tuurlijk, nu [D] ging het ook goed.
Dus in Polen zal het ook zeker zo zijn.
[Em] Heel veel succes.
Geniet, [G] geniet.
Succes!
[Bb]
Dat was mijn klas.
Ik ga nu dus gewoon een beetje laten [Ebm] zien.
[F] [Bbm]
[Ab] Nou, [Ebm]
[Fm] [Bb] dit is mijn kluisje, jongens.
[Fm] Hier stop ik eigenlijk niet [Ebm] zo heel veel in.
[Bbm] Dus eigenlijk, ik stop meestal mijn jas erin.
Of mijn [Fm] tekendoos.
[Ebm]
Of iets van [Ab] chips of eten of zo.
Maar [Bbm] that's it.
[Fm] Dit is een soort [Ebm] van kantine-oula.
[Bb] Hier zit ik gewoon met mijn vrienden te eten en [F] zo.
Dus ja, that's it.
Dit is de [Eb] kantine.
Ik ben meestal in de ochtend te lui om zelf brood te smeren.
Dus wat ik dan ga doen, ik ga even hier lekker een fers [G] broodje halen.
En dan ga ik die lekker eten.
[C]
Gefeliciteerd hè, jongen.
We zijn trots op jou.
Dankjewel, mevrouw.
Heb je het gezien?
Ja, tuurlijk.
[Eb] Dankjewel.
Graag gedaan.
[G] [Db]
Nou, wat een liefde, [Abm] jongens.
Dit was mijn school.
En jullie hebben mijn klas behalve gezien.
[Db] Ik ga nu snel naar mijn [B] volgende les, anders kom ik veel te laat.
Ik ga [Ebm] deze aan jullie geven, [Db] anders ga ik hem weer laten vallen.
[Abm] Vergeet zeker niet te abonneren.
Doe een [Ebm] blauw duimpje omhoog.
[Db] En dan zie ik jullie in de volgende video.
[Abm] Doei doei!
[Bm] [D]
[N]
Key:Â Â
D
G
F
C
Bm
D
G
F
_ Oh jongens, het is best wel spannend eigenlijk.
Ze hebben dus volgens mij al mijn liedje op staan, maar ik hoor hem door de muur heen.
_ _ Kijk, ze zijn al los aan het gaan.
Dan weet ik [G] zeker dat ik dan met jou
_ [D] _ _
Everyday you [Bm] spend your own and love
[Bbm] Hoi, welkom bij [B] me thuis.
Het is vandaag [Gb] de eerste [Db] schooldag na de finale [Dm] die ik heb gewonnen.
Ik heb [Ebm] super veel zin om weer naar [Ab] school te gaan en iedereen weer [B] te zien.
Kom op ons binnen, ik ga mijn spullen pakken.
[Gb] We gaan even mijn tas [Db] ontpakken, anders dan gaat het [Ebm] niet op tijd komen.
[B] We hebben vandaag, [Gb] hebben we _ Nederlands.
We hebben wiskunde. _ _
_ Als het goed is komen we ook in de les in [Bb] wiskunde.
_ [Ebm] Wat ik wel heel leuk vind, dat [Ab] hebben we niet vandaag, maar dat is muziek [B] en biologie.
Zo'n soort docenten daarvoor zijn heel chill.
En [Db] muziek vind ik natuurlijk gewoon het leukste.
En [Gb] ja, _ oké we gaan naar [B] school jongens.
Kijk, ik moet natuurlijk het belangrijkste niet vergeten.
Deze hier.
[Ebm] We gaan nu naar school, [Db] ik ben benieuwd of ze het vinden.
We zijn onderweg naar [Gb] school.
_ Het is niet helemaal een rij, het is echt om de hoek.
En dan [B] ga ik mijn klas bezoeken.
_ _ Super [Db] veel zin in.
[Ebm] Ik heb berichtjes gehad, ik heb snapfilmpjes binnen [Db] gekregen.
En mensen die op de kermis waren die helemaal aan het springen waren omdat ik had gewonnen.
Moeten ze het [B] horen.
Dus ik heb wel al wat berichtjes gekregen, [Ebm] maar ik heb ze nog niet gezien.
_ _ _ [Db] Zo, open cake.
_ _ _ [Bbm] Oké, we zijn er jongens.
_ _ Zo, [B] we zijn op de school.
We gaan naar binnen.
[Eb] _ [Fm] _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ik heb wiskunde en de les is al begonnen.
Maar we gaan gewoon naar binnen lopen en kijken wat er gebeurt.
_ Ik ben heel [Eb] benieuwd. _ _ _ _ _
Ik zie mijn mentor al jongens.
Daar staat ze, kijk eens.
_ _ _ _ [F] Goedendag.
_ _ [Gm] Hallo.
_ Doe eens toch.
_ Dankjewel.
[Eb] _ _ _ [F] Oh, nog drie [Gm] kussen.
Ja, natuurlijk. _ _
_ Dankjewel.
[Eb] Graag gedaan.
Dankjewel hè.
[F] _
Graag gedaan jongen.
[Gm] _ _ Nou, [Bb] wat een _ gezelligheid.
[Eb] We gaan nu naar mijn klas.
[F] _
_ _ _ [Gm] _ _ _ En, hoe gaat het?
Ik vind het wel spannend.
Ik ben heel [Bb] benieuwd hoe ze gaan _ reageren.
Ik heb echt geen idee wat er gaat gebeuren.
[Eb] Maar het wordt vast leuk.
[F] _
_ Het [Gm] is een let op dit _ [Bb] lokaal.
_ Deze.
[Eb] _ _ _ _ [F] _
_ Oh, [Gm] het is best wel spannend [G] eigenlijk.
Ze hebben dus volgens mij al mijn liedje op staan.
Want ik hoor hem door de muur heen.
_ Kijk, ze zijn al los aan het gaan.
Dan weet ik zeker dat ik boos ben jou.
_ [D] _ _ _
Everyday you spend in my heart. _ _
_ Dankjewel. _ _ _ _ _
_ _ _ _ Dankjewel. _
[Bm] Yes.
Oh, wat een gevoeligheid.
Leuk dat je [A] er bent.
Kijk eens [D] jongens.
Het is helemaal_ [G] Hallo klas.
_ Goedemorgen jongens.
Ja, Mathieu is heel leuk in de klas.
Ja, echt.
_ Hij is wel de gangmaker, maar ook [Bm] heel lief en tiemide. _
Ja, fijne jongen.
_ [A]
Mathieu is best wel druk in de klas, maar wel grappig.
[G]
Als hij er niet is, is de sfeer al [D] gelijk minder.
_ Ja, hij zingt [Bm] heel veel in de klas.
Meestal zingt [A] hij Engelse liedjes. _ _
En [G] soms zijn eigen liedjes.
Ja, een beetje [D] raar.
Want _ _ hij is gewoon een BN [Bm]'er.
En je [G] verwacht niet dat hij gewoon in je klas zit.
Dan weet ik zeker dat ik boos ben jou.
Ja, hij zit [D] Kevin in me op.
Everyday you spin me [Bm] round and _ round.
De [A] lampen [D] zingen [G] als in _ _ Alstona.
_ _ [D] _ _
Everyday you [Bm] spin me round _ and [D] round.
_ _ Wie heeft dit helemaal _ versierd?
Hij heeft het gedaan.
_ [Em] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
[C] Nou, hallo klas.
[D] Hebben jullie het gezien?
Heeft iemand [G] het gezien?
Ja.
_ Ja, ik heb thuisje [C] gekeken.
Ik vond het echt [D] enorm leuk om te kijken.
[Em] _ _ En hij heeft het ook [G] echt eenmaal goed gedaan.
Ja, we vinden [D] het super leuk dat hij heeft gewonnen.
En [Em] we zijn ook super trots.
Ik snap niet hoe hij [G] _ dit kan doen [C]
zonder _ zenuwachtig [D] te zijn.
Ik vind dit [Em] _ heel [Gb] goed gedaan. _ _
[Em] Heel trots.
En [Bm] trots hoe hij het doet.
_ [Em] En zijn ouders, hoe die achter hem [G] staan.
_ Geweldig, [Em] echt.
_ Hoe ik het vond?
Ja, [D] gaaf.
_ [Em] Ik had het eigenlijk niet verwacht.
[Bm] _ _ Maar [C] het is toch vet dat hij heeft gewonnen.
[D] Ja, ik had wel verwacht dat [Em] hij zou winnen.
Ik had er [G] zeker wel vertrouwen in. _
[C] Ik ben heel trots op hem.
_ [G] En ik vind het heel leuk voor hem.
We hebben [Dm] allemaal Poolse [C] spulletjes [F] voor jou gekocht.
Die kun je een beetje [C] _ _ [F] voorbereiden.
O, dit is ook allemaal echt [C] Pools.
Een voorkoefje op [F] Polen.
Letterlijk.
[Am] Ik ben heel benieuwd hoe het gaat.
[Dm] Nou, [C] dankjewel.
_ Wat [F] gaan we als eerste [Am]
openmaken?
_ _ [Dm] Ik ga _ [C] dit doen, denk ik.
[F] _ _ [Am] Ga je straks even [F] uitdelen?
_ [C] _ Oké, neem [F] iedereen een en dan gaan we het gelijk even in de mond zetten, ja? _ _
_ [C] _ _ _ [F] _ _ _ [Am] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ [C] _ _
Dat [F] is mooi.
[Am] _ _ Drie, twee, één.
[C] _ _ _ _ [F] _
_ _ [Am] _ _ _ _ [F] _
[C] O!
Oké.
_ [F] _ Dit [Am] _
_ _ smaakt een beetje [G] naar schuim.
Ik wil je eens laten zien.
O, _ superleuk. _
Van mijn dochter.
Vind je het zo tof? _ _ _
_ _ Ah.
[D] _ _ _ _
_ Zo'n lach gewoon.
_ [G] En die van jouw school.
_ [Bb] _ [Gbm] O my god, jongens.
_ Ik wil echt kinderen laten als ik dit zie, ja.
_ Leuk.
[Dm]
Wat lief.
Geef ze maar een knuffel.
_ Ik vind wiskunde echt heel [A] moeilijk.
Maar je kan er dus gewoon met [Gm] het woord wiskunde carnaval aan. _ _
_ _ _ _ _ [Dm] _ _ _
_ Nou jongens, dit is hem dan.
Hij is weer heel.
Weet iemand _ wat er is gebeurd?
Heeft iemand het gezien?
[A] _ _ Ik heb _ laatst vallen.
_ _ _ [G] _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bm] _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ [Dm] _ _ _ [G] _
Maar _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [Bm] _ _ _ _
_ [A] _ _ _ [N] hij is weer heel.
Kijk, hij is heel mooi.
Wat vinden jullie van mijn vrouw?
Geweldig.
Echt goed gedaan.
Ja, echt.
Wat zei hij je ooit?
_ Ja, die moest hier gewoon lachen.
Mijn vader zei nog, toen hij daar boven stond, dat hij gaat hem dadelijk laten vallen.
Want ik had hem heel onhandig vast.
Precies twee seconden daarna liet hij hem vallen.
Dus, _ maar hij heeft het overleefd.
Super [Bm] goed gedaan. _
Echt.
Ik had zoiets van, oh, stemmen.
Hij doet het [D] super goed.
Heeft u gestemd?
Ik heb gestemd.
[A] O, oké, ze heeft gestemd.
[G] Hallo.
Ik ben er eigenlijk achter gekomen [D] dat hij meedeed aan het Songfestival door hem te googelen. _ _
Want hij zegt dan wel, ja, ik acteer en ik zing.
_ _ [A] Maar hij zegt dan maar heel weinig over wat hij dan doet.
[G] En ja, ik was een beetje starstruck toen [D] ik dat las.
Dus dat was wel heel [Bm] gaaf.
Ja.
_ _ [D] Hij staat heel [A] rustig onder.
_ _ Heel timide.
En [D] dan, ja, eigenlijk is het [G] best groot al.
[Bm] Ik denk dat hij het wel goed gaat doen in Polen.
Tuurlijk, nu [D] ging het ook goed.
Dus in Polen zal het ook zeker zo zijn.
[Em] Heel veel succes. _
Geniet, [G] geniet.
Succes!
_ _ [Bb] _
Dat was mijn klas.
Ik ga nu dus gewoon een beetje laten [Ebm] zien. _
_ _ [F] _ _ _ _ [Bbm] _ _
_ _ _ _ [Ab] Nou, _ [Ebm] _
_ _ _ [Fm] _ _ _ [Bb] dit is mijn kluisje, jongens.
[Fm] Hier stop ik eigenlijk niet [Ebm] zo heel veel in.
[Bbm] Dus eigenlijk, ik stop meestal mijn jas erin.
Of mijn _ [Fm] tekendoos.
_ [Ebm]
Of iets van [Ab] chips of eten of zo.
Maar [Bbm] that's it.
_ _ _ [Fm] Dit is een soort [Ebm] van kantine-oula.
[Bb] Hier zit ik gewoon met mijn vrienden te eten en [F] zo.
Dus ja, that's it.
Dit is de [Eb] kantine.
Ik ben meestal in de ochtend te lui om zelf brood te smeren.
Dus wat ik dan ga doen, ik ga even hier lekker een fers [G] broodje halen.
En dan ga ik die lekker eten.
_ _ _ [C] _ _
Gefeliciteerd hè, jongen.
We zijn trots op jou.
Dankjewel, mevrouw.
_ _ Heb je het gezien?
Ja, tuurlijk.
_ [Eb] Dankjewel.
Graag gedaan.
[G] _ _ _ [Db]
Nou, wat een liefde, [Abm] jongens.
Dit was mijn school.
En jullie hebben mijn klas behalve gezien.
[Db] Ik ga nu snel naar mijn [B] volgende les, anders kom ik veel te laat.
Ik ga [Ebm] deze aan jullie geven, [Db] anders ga ik hem weer laten vallen.
[Abm] Vergeet zeker niet te abonneren.
Doe een [Ebm] blauw duimpje omhoog.
[Db] En dan zie ik jullie in de volgende video.
[Abm] Doei doei!
_ [Bm] _ _ _ _ _ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
Ze hebben dus volgens mij al mijn liedje op staan, maar ik hoor hem door de muur heen.
_ _ Kijk, ze zijn al los aan het gaan.
Dan weet ik [G] zeker dat ik dan met jou
_ [D] _ _
Everyday you [Bm] spend your own and love
[Bbm] Hoi, welkom bij [B] me thuis.
Het is vandaag [Gb] de eerste [Db] schooldag na de finale [Dm] die ik heb gewonnen.
Ik heb [Ebm] super veel zin om weer naar [Ab] school te gaan en iedereen weer [B] te zien.
Kom op ons binnen, ik ga mijn spullen pakken.
[Gb] We gaan even mijn tas [Db] ontpakken, anders dan gaat het [Ebm] niet op tijd komen.
[B] We hebben vandaag, [Gb] hebben we _ Nederlands.
We hebben wiskunde. _ _
_ Als het goed is komen we ook in de les in [Bb] wiskunde.
_ [Ebm] Wat ik wel heel leuk vind, dat [Ab] hebben we niet vandaag, maar dat is muziek [B] en biologie.
Zo'n soort docenten daarvoor zijn heel chill.
En [Db] muziek vind ik natuurlijk gewoon het leukste.
En [Gb] ja, _ oké we gaan naar [B] school jongens.
Kijk, ik moet natuurlijk het belangrijkste niet vergeten.
Deze hier.
[Ebm] We gaan nu naar school, [Db] ik ben benieuwd of ze het vinden.
We zijn onderweg naar [Gb] school.
_ Het is niet helemaal een rij, het is echt om de hoek.
En dan [B] ga ik mijn klas bezoeken.
_ _ Super [Db] veel zin in.
[Ebm] Ik heb berichtjes gehad, ik heb snapfilmpjes binnen [Db] gekregen.
En mensen die op de kermis waren die helemaal aan het springen waren omdat ik had gewonnen.
Moeten ze het [B] horen.
Dus ik heb wel al wat berichtjes gekregen, [Ebm] maar ik heb ze nog niet gezien.
_ _ _ [Db] Zo, open cake.
_ _ _ [Bbm] Oké, we zijn er jongens.
_ _ Zo, [B] we zijn op de school.
We gaan naar binnen.
[Eb] _ [Fm] _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ik heb wiskunde en de les is al begonnen.
Maar we gaan gewoon naar binnen lopen en kijken wat er gebeurt.
_ Ik ben heel [Eb] benieuwd. _ _ _ _ _
Ik zie mijn mentor al jongens.
Daar staat ze, kijk eens.
_ _ _ _ [F] Goedendag.
_ _ [Gm] Hallo.
_ Doe eens toch.
_ Dankjewel.
[Eb] _ _ _ [F] Oh, nog drie [Gm] kussen.
Ja, natuurlijk. _ _
_ Dankjewel.
[Eb] Graag gedaan.
Dankjewel hè.
[F] _
Graag gedaan jongen.
[Gm] _ _ Nou, [Bb] wat een _ gezelligheid.
[Eb] We gaan nu naar mijn klas.
[F] _
_ _ _ [Gm] _ _ _ En, hoe gaat het?
Ik vind het wel spannend.
Ik ben heel [Bb] benieuwd hoe ze gaan _ reageren.
Ik heb echt geen idee wat er gaat gebeuren.
[Eb] Maar het wordt vast leuk.
[F] _
_ Het [Gm] is een let op dit _ [Bb] lokaal.
_ Deze.
[Eb] _ _ _ _ [F] _
_ Oh, [Gm] het is best wel spannend [G] eigenlijk.
Ze hebben dus volgens mij al mijn liedje op staan.
Want ik hoor hem door de muur heen.
_ Kijk, ze zijn al los aan het gaan.
Dan weet ik zeker dat ik boos ben jou.
_ [D] _ _ _
Everyday you spend in my heart. _ _
_ Dankjewel. _ _ _ _ _
_ _ _ _ Dankjewel. _
[Bm] Yes.
Oh, wat een gevoeligheid.
Leuk dat je [A] er bent.
Kijk eens [D] jongens.
Het is helemaal_ [G] Hallo klas.
_ Goedemorgen jongens.
Ja, Mathieu is heel leuk in de klas.
Ja, echt.
_ Hij is wel de gangmaker, maar ook [Bm] heel lief en tiemide. _
Ja, fijne jongen.
_ [A]
Mathieu is best wel druk in de klas, maar wel grappig.
[G]
Als hij er niet is, is de sfeer al [D] gelijk minder.
_ Ja, hij zingt [Bm] heel veel in de klas.
Meestal zingt [A] hij Engelse liedjes. _ _
En [G] soms zijn eigen liedjes.
Ja, een beetje [D] raar.
Want _ _ hij is gewoon een BN [Bm]'er.
En je [G] verwacht niet dat hij gewoon in je klas zit.
Dan weet ik zeker dat ik boos ben jou.
Ja, hij zit [D] Kevin in me op.
Everyday you spin me [Bm] round and _ round.
De [A] lampen [D] zingen [G] als in _ _ Alstona.
_ _ [D] _ _
Everyday you [Bm] spin me round _ and [D] round.
_ _ Wie heeft dit helemaal _ versierd?
Hij heeft het gedaan.
_ [Em] _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
[C] Nou, hallo klas.
[D] Hebben jullie het gezien?
Heeft iemand [G] het gezien?
Ja.
_ Ja, ik heb thuisje [C] gekeken.
Ik vond het echt [D] enorm leuk om te kijken.
[Em] _ _ En hij heeft het ook [G] echt eenmaal goed gedaan.
Ja, we vinden [D] het super leuk dat hij heeft gewonnen.
En [Em] we zijn ook super trots.
Ik snap niet hoe hij [G] _ dit kan doen [C]
zonder _ zenuwachtig [D] te zijn.
Ik vind dit [Em] _ heel [Gb] goed gedaan. _ _
[Em] Heel trots.
En [Bm] trots hoe hij het doet.
_ [Em] En zijn ouders, hoe die achter hem [G] staan.
_ Geweldig, [Em] echt.
_ Hoe ik het vond?
Ja, [D] gaaf.
_ [Em] Ik had het eigenlijk niet verwacht.
[Bm] _ _ Maar [C] het is toch vet dat hij heeft gewonnen.
[D] Ja, ik had wel verwacht dat [Em] hij zou winnen.
Ik had er [G] zeker wel vertrouwen in. _
[C] Ik ben heel trots op hem.
_ [G] En ik vind het heel leuk voor hem.
We hebben [Dm] allemaal Poolse [C] spulletjes [F] voor jou gekocht.
Die kun je een beetje [C] _ _ [F] voorbereiden.
O, dit is ook allemaal echt [C] Pools.
Een voorkoefje op [F] Polen.
Letterlijk.
[Am] Ik ben heel benieuwd hoe het gaat.
[Dm] Nou, [C] dankjewel.
_ Wat [F] gaan we als eerste [Am]
openmaken?
_ _ [Dm] Ik ga _ [C] dit doen, denk ik.
[F] _ _ [Am] Ga je straks even [F] uitdelen?
_ [C] _ Oké, neem [F] iedereen een en dan gaan we het gelijk even in de mond zetten, ja? _ _
_ [C] _ _ _ [F] _ _ _ [Am] _
_ _ _ [Dm] _ _ _ [C] _ _
Dat [F] is mooi.
[Am] _ _ Drie, twee, één.
[C] _ _ _ _ [F] _
_ _ [Am] _ _ _ _ [F] _
[C] O!
Oké.
_ [F] _ Dit [Am] _
_ _ smaakt een beetje [G] naar schuim.
Ik wil je eens laten zien.
O, _ superleuk. _
Van mijn dochter.
Vind je het zo tof? _ _ _
_ _ Ah.
[D] _ _ _ _
_ Zo'n lach gewoon.
_ [G] En die van jouw school.
_ [Bb] _ [Gbm] O my god, jongens.
_ Ik wil echt kinderen laten als ik dit zie, ja.
_ Leuk.
[Dm]
Wat lief.
Geef ze maar een knuffel.
_ Ik vind wiskunde echt heel [A] moeilijk.
Maar je kan er dus gewoon met [Gm] het woord wiskunde carnaval aan. _ _
_ _ _ _ _ [Dm] _ _ _
_ Nou jongens, dit is hem dan.
Hij is weer heel.
Weet iemand _ wat er is gebeurd?
Heeft iemand het gezien?
[A] _ _ Ik heb _ laatst vallen.
_ _ _ [G] _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ [Bm] _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ [Dm] _ _ _ [G] _
Maar _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [Bm] _ _ _ _
_ [A] _ _ _ [N] hij is weer heel.
Kijk, hij is heel mooi.
Wat vinden jullie van mijn vrouw?
Geweldig.
Echt goed gedaan.
Ja, echt.
Wat zei hij je ooit?
_ Ja, die moest hier gewoon lachen.
Mijn vader zei nog, toen hij daar boven stond, dat hij gaat hem dadelijk laten vallen.
Want ik had hem heel onhandig vast.
Precies twee seconden daarna liet hij hem vallen.
Dus, _ maar hij heeft het overleefd.
Super [Bm] goed gedaan. _
Echt.
Ik had zoiets van, oh, stemmen.
Hij doet het [D] super goed.
Heeft u gestemd?
Ik heb gestemd.
[A] O, oké, ze heeft gestemd.
[G] Hallo.
Ik ben er eigenlijk achter gekomen [D] dat hij meedeed aan het Songfestival door hem te googelen. _ _
Want hij zegt dan wel, ja, ik acteer en ik zing.
_ _ [A] Maar hij zegt dan maar heel weinig over wat hij dan doet.
[G] En ja, ik was een beetje starstruck toen [D] ik dat las.
Dus dat was wel heel [Bm] gaaf.
Ja.
_ _ [D] Hij staat heel [A] rustig onder.
_ _ Heel timide.
En [D] dan, ja, eigenlijk is het [G] best groot al.
[Bm] Ik denk dat hij het wel goed gaat doen in Polen.
Tuurlijk, nu [D] ging het ook goed.
Dus in Polen zal het ook zeker zo zijn.
[Em] Heel veel succes. _
Geniet, [G] geniet.
Succes!
_ _ [Bb] _
Dat was mijn klas.
Ik ga nu dus gewoon een beetje laten [Ebm] zien. _
_ _ [F] _ _ _ _ [Bbm] _ _
_ _ _ _ [Ab] Nou, _ [Ebm] _
_ _ _ [Fm] _ _ _ [Bb] dit is mijn kluisje, jongens.
[Fm] Hier stop ik eigenlijk niet [Ebm] zo heel veel in.
[Bbm] Dus eigenlijk, ik stop meestal mijn jas erin.
Of mijn _ [Fm] tekendoos.
_ [Ebm]
Of iets van [Ab] chips of eten of zo.
Maar [Bbm] that's it.
_ _ _ [Fm] Dit is een soort [Ebm] van kantine-oula.
[Bb] Hier zit ik gewoon met mijn vrienden te eten en [F] zo.
Dus ja, that's it.
Dit is de [Eb] kantine.
Ik ben meestal in de ochtend te lui om zelf brood te smeren.
Dus wat ik dan ga doen, ik ga even hier lekker een fers [G] broodje halen.
En dan ga ik die lekker eten.
_ _ _ [C] _ _
Gefeliciteerd hè, jongen.
We zijn trots op jou.
Dankjewel, mevrouw.
_ _ Heb je het gezien?
Ja, tuurlijk.
_ [Eb] Dankjewel.
Graag gedaan.
[G] _ _ _ [Db]
Nou, wat een liefde, [Abm] jongens.
Dit was mijn school.
En jullie hebben mijn klas behalve gezien.
[Db] Ik ga nu snel naar mijn [B] volgende les, anders kom ik veel te laat.
Ik ga [Ebm] deze aan jullie geven, [Db] anders ga ik hem weer laten vallen.
[Abm] Vergeet zeker niet te abonneren.
Doe een [Ebm] blauw duimpje omhoog.
[Db] En dan zie ik jullie in de volgende video.
[Abm] Doei doei!
_ [Bm] _ _ _ _ _ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [N] _